30 672
Wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter uitvoering van richtlijn nr. 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (herschikking) (PbEU L 177) en richtlijn nr. 2006/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 14 juni 2006 inzake de kapitaaltoereikendheid van beleggingsondernemingen en kredietinstellingen (herschikking) (PbEU L 177) (Wet implementatie kapitaalakkoord Bazel 2)

nr. 8
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 3 oktober 2006

Artikel I van het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1.

Na onderdeel H wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ha

Artikel 1:93, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van onderdeel a vervalt «en».

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door «; en» wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

c. kredietbeoordelingsbureaus waaraan ingevolge artikel 2:82, tweede lid, een erkenning is verleend.

2.

In onderdeel J komen het eerste en tweede lid van artikel 2:46a als volgt te luiden:

1. De Nederlandsche Bank evalueert periodiek volgens bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels de strategieën, procedures en maatregelen ingevolge artikel 2:45 en het toetsingsvermogen van een bank of beleggingsonderneming met zetel in Nederland gelet op de omvang en de aard van haar huidige en mogelijk toekomstige risico’s.

2. Op grond van de evaluatie, bedoeld in het eerste lid, bepaalt de Nederlandsche Bank of de strategieën, procedures en maatregelen en het door de bank of beleggingsonderneming aangehouden toetsingsvermogen een degelijk beheer en een solide dekking van de risico’s waarborgen.

3.

In onderdeel O komt artikel 2:102a, vierde lid, als volgt te luiden:

4. Indien dat noodzakelijk is voor de uitoefening van het prudentieel toezicht kan de Nederlandsche Bank besluiten dat een financiële onderneming:

a. bepaalde gegevens als bedoeld in het eerste lid openbaar maakt;

b. gegevens als bedoeld in het eerste lid met een bepaalde frequentie of binnen een bepaalde termijn openbaar maakt;

c. gegevens als bedoeld in het eerste lid op een bepaalde wijze openbaar maakt; of

d. de juistheid van gegevens als bedoeld in het eerste lid waarvoor geen wettelijke controle is vereist op een bepaalde wijze controleert.

4.

In onderdeel Q komt artikel 2:143a, tweede lid, als volgt te luiden:

2. Indien de Nederlandsche Bank op grond van de evaluatie, bedoeld in artikel 2:46a, van oordeel is dat de strategieën, procedures en maatregelen ingevolge artikel 2:45 of het toetsingsvermogen van die financiële onderneming niet een beheerste en duurzame dekking van zijn risico’s waarborgen, schrijft de Nederlandsche Bank aan de bank of beleggingsonderneming een hoger toetsingsvermogen voor indien andere maatregelen er redelijkerwijs niet toe kunnen leiden dat binnen een redelijke termijn wordt voldaan aan het ingevolge artikel 2:45 bepaalde.

5.

Na onderdeel II worden twee onderdelen ingevoegd, luidende:

JJ

De bijlage bij artikel 1:61 wordt als volgt gewijzigd:

1. Na «2:102, eerste en tweede lid» wordt een regel ingevoegd, luidende: 2:102a, eerste t/m vierde lid.

2. Na «2:143, derde lid» wordt een regel ingevoegd, luidende: 2:143a, eerste en tweede lid.

3. «2:304» wordt vervangen door: 2:304, eerste en tweede lid.

4. Na «2:305c, eerste lid» wordt een regel ingevoegd, luidende: 2:308b, eerste lid.

5. Na «2:311, tweede t/m vierde lid» wordt een regel ingevoegd, luidende: 2:311a, tweede lid.

KK

De bijlage bij artikel 1:62 Wet op het financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd:

1. Na «2:102, eerste en tweede lid» wordt een regel ingevoegd, luidende: 2:102a, eerste t/m vierde lid.

2. Na «2:143, derde lid» wordt een regel ingevoegd, luidende: 2:143a, eerste en tweede lid.

3. «2:304» wordt vervangen door: 2:304, eerste en tweede lid.

4. Na «2:305c, eerste lid» wordt een regel ingevoegd, luidende: 2:308b, eerste lid.

5. Na «2:311, tweede t/m vierde lid» wordt een regel ingevoegd, luidende: 2:311a, tweede lid.

Toelichting

1

Artikel 1:93, tweede lid, onderdeel c, van de Wet op het financieel toezicht (hierna: Wft) geeft uitvoering aan de artikelen 81, vierde lid, en 97, vierde lid, van richtlijn nr. 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (herschikking) (PbEU L 177) (hierna: herziene richtlijn banken). Deze artikelleden bepalen dat de Nederlandsche Bank (hierna: DNB) ervoor zorg draagt dat een lijst van erkende kredietbeoordelingsbureaus publiek toegankelijk is. Het nieuwe onderdeel c bepaalt dat DNB kredietbeoordelingsbureaus waaraan een erkenning is verleend, inschrijft in een openbaar register. Op deze manier is voor het publiek duidelijk welke kredietbeoordelingsbureaus zijn erkend.

2

De formulering van artikel 2:46a, eerste en tweede lid, is aangepast aan de formulering van artikel 124, eerste en derde lid, van de herziene richtlijn banken. Dit artikel heeft betrekking op pijler 2 («supervisory review»). DNB evalueert of de strategieën, procedures en maatregelen adequaat zijn en beoordeelt of de bank of beleggingsonderneming voldoende toetsingsvermogen aanhoudt in verhouding tot haar specifieke risicoprofiel. Op grond van het Besluit prudentiële regels Wft dient een bank of beleggingsonderneming te beschikken over solide, doeltreffende en alomvattende strategieën en procedures aan de hand waarvan zij doorlopend nagaat of en ervoor zorgt dat de hoogte, samenstelling en verdeling van haar toetsingsvermogen aansluit op de omvang en de aard van haar huidige en mogelijk toekomstige risico’s.

3

De formulering van artikel 2:102a, vierde lid, van de Wft is meer in lijn gebracht met de tekst van artikel 149 van de herziene richtlijn banken. De in dit lid bedoelde bevoegdheden van DNB hebben geen betrekking op ongeacht welke gegevens, maar slechts op de gegevens, bedoeld in artikel 2:102a, eerste lid, van de Wft. De tekst van het vierde lid is dienovereenkomstig gewijzigd.

4

De formulering van artikel 2:143a, tweede lid, is aangepast aan de formulering van artikel 2:46a.

5

In de bijlage bij artikel 1:61 van de Wft en de bijlage bij artikel 1:62 van de Wft is geregeld bij overtreding van welke Wft-artikelen een dwangsom respectievelijk een boete opgelegd kan worden. Deze bijlagen waren abusievelijk nog niet aangevuld met de relevante artikelen uit het wetsvoorstel. Punt 5 van deze nota van wijziging voegt in beide bijlagen enkele artikelen in.

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Naar boven