nr. 8
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 oktober 2006
Tijdens de plenaire behandeling van 4 oktober jl. over bovengenoemde
wet heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de uitvoeringspraktijk van
de Sociale verzekeringsbank (SVB) met betrekking tot huisbezoeken. Tevens
vroeg u mij bij de SVB na te gaan of tijdens huisbezoeken actief informatie
aan betrokkene kan worden verstrekt. Naar aanleiding van de vergadering is
10 oktober jl. de motie van de leden Van Oerle-van der Horst, De Vries
en Van Oudenallen aangenomen waarin de regering gevraagd wordt persoonlijke
informatie van AOW-gerechtigden door de SVB aan hun kinderen ter beschikking
te laten stellen.
Naar aanleiding van de motie en mijn toezeggingen bericht ik uw Kamer
als volgt.
De motie beoogt mogelijk te maken dat in situaties waarin een AOWgerechtigde
hulp krijgt van derden, de schriftelijke informatie van de SVB rechtstreeks
aan deze personen wordt toegezonden in plaats van naar de AOW-gerechtigde.
Navraag bij de SVB heeft opgeleverd dat een dergelijke mogelijkheid nu al
bestaat. Per machtiging van de AOW-gerechtigde kan een ander adres als correspondentie-adres
aan de SVB worden doorgegeven, zodat informatie en formulieren van de SVB
naar dat correspondentie-adres worden opgestuurd. Als de gezondheidstoestand
van de AOW-gerechtigde het niet toelaat dat hij zelf een machtiging ondertekent,
kan onder de volgende voorwaarden het correspondentie-adres worden gewijzigd.
De AOW-gerechtigde moet in een verpleeginstelling zijn opgenomen, het schriftelijke
verzoek voor wijziging van het correspondentie-adres moet door een familielid
of huisgenoot worden gedaan en het verzoek moet gemotiveerd en ondertekend
zijn.
Er is mij gevraagd schriftelijk in te gaan op hetgeen ik tijdens de vergadering
heb meegedeeld over het onderscheid dat de SVB maakt tussen een huisbezoek
en een bezichtiging.
In de beleidsregels van de SVB, die ook op de site van de SVB gepubliceerd
zijn, wordt dit onderscheid toegelicht. Een huisbezoek dient ertoe om vragen
te stellen over feiten en omstandigheden over de leefsituatie en vindt plaats
in een door betrokkene aangewezen ruimte. Bij een bezichtiging door de SVB
zal, na schriftelijke toestemming van betrokkene, ook delen van de woning
worden bezichtigd. De SVB zal alleen tot een bezichtiging overgaan als zij
een vermoeden heeft dat de feitelijke leefsituatie niet overeenstemt met de
situatie zoals dat door betrokkene is opgegeven.
Het middel van huiszoeking op basis van het Wetboek van Strafvordering
kwam in de beantwoording van de vragen van het lid De Wit over onaangekondigde
controles op samenwonen van AOW-gerechtigden aan de orde. Hiermee wordt duidelijk
dat controles naar de feitelijke situatie in drie vormen voorkomen: een huisbezoek,
een huisbezichtiging en een huiszoeking.
Ten slotte is mij verzocht met de SVB in contact te treden over de mogelijkheid
dat SVB-medewerkers tijdens een huisbezoek ook actief informatie verstrekken
aan uitkeringsgerechtigden over eventuele andere regelingen van sociale zekerheid.
Er staat niets in de weg aan informatieverstrekking tijdens een huisbezoek
over regelingen die de SVB uitvoert. Het ligt echter niet voor de hand dat
de SVB informatie verstrekt over regelingen waarvoor zij geen verantwoordelijkheid
draagt. Uiteraard kan de uitkeringsgerechtigde door de SVB wel naar de juiste
instantie worden verwezen.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
H. A. L. van Hoof