nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om voor uitkeringsgerechtigden
die in een land wonen waarmee, ondanks vele inspanningen van de zijde van
de Nederlandse regering, uiteindelijk geen verdrag in het kader van de Wet
beperking export gesloten kon worden, het recht op uitkering te laten behouden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE ALGEMENE OUDERDOMSWET
Na Hoofdstuk VIII, paragraaf 2, van de Algemene Ouderdomswet wordt
een nieuwe paragraaf ingevoegd, luidende:
§ 3. Overige overgangsbepalingen
Artikel 62
De artikelen 8a en 9a zijn niet van toepassing op de pensioengerechtigde,
die:
a) op 31 december 1999 recht heeft op een ouderdomspensioen en op
die dag niet in Nederland woont, en
b) op 19 december 2005 dit recht op ouderdomspensioen uitsluitend
nog heeft op grond van artikel 2 van de wet van 9 december 2004, houdende
goedkeuring van het voornemen tot opzegging van het op 28 juni 1962 te
Genève totstandgekomen Verdrag betreffende de gelijkheid van behandeling
van eigen onderdanen en vreemdelingen met betrekking tot de sociale zekerheid
(Verdrag Nr. 118 aangenomen door de Internationale Arbeidsconferentie in haar
zesenveertigste zitting; Trb. 1962, 122 en Trb. 1964, 23) (Stb. 2004, 715).
ARTIKEL II. WIJZIGING VAN DE ALGEMENE NABESTAANDENWET
Artikel 68 van de Algemene nabestaandenwet komt te luiden:
Artikel 68
Hoofdstuk 3, afdeling I, paragraaf 9, is niet van toepassing op de
persoon die:
a) op 31 december 1999 op grond van artikel 14, 22 dan wel 26, recht
heeft op een nabestaandenuitkering, halfwezenuitkering dan wel wezenuitkering
en op die dag niet in Nederland woont, en
b) op 19 december 2005 dit recht op nabestaandenuitkering, halfwezenuitkering
dan wel wezenuitkering uitsluitend nog heeft op grond van artikel 2 van de
wet van 9 december 2004, houdende goedkeuring van het voornemen tot opzegging
van het op 28 juni 1962 te Genève totstandgekomen Verdrag betreffende
de gelijkheid van behandeling van eigen onderdanen en vreemdelingen met betrekking
tot de sociale zekerheid (Verdrag Nr. 118 aangenomen door de Internationale
Arbeidsconferentie in haar zesenveertigste zitting; Trb. 1962, 122 en Trb.
1964, 23) (Stb. 2004, 715).
ARTIKEL III. WIJZIGING VAN DE WET OP DE ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVERZEKERING
Voor artikel 91b van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt
een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 91a
De artikelen 20, 43b, en 47a, zijn niet van toepassing op de persoon die:
a) op 31 december 1999 op grond van artikel 18 recht heeft op een
arbeidsongeschiktheidsuitkering en op die dag niet in Nederland woont, en
b) op 19 december 2005 dit recht op uitkering uitsluitend nog heeft
op grond van artikel 2 van de wet van 9 december 2004, houdende goedkeuring
van het voornemen tot opzegging van het op 28 juni 1962 te Genève
totstandgekomen Verdrag betreffende de gelijkheid van behandeling van eigen
onderdanen en vreemdelingen met betrekking tot de sociale zekerheid (Verdrag
Nr. 118 aangenomen door de Internationale Arbeidsconferentie in haar zesenveertigste
zitting; Trb. 1962, 122 en Trb. 1964, 23) (Stb. 2004, 715).
ARTIKEL IV. WIJZIGING VAN DE WET ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVERZEKERING
ZELFSTANDIGEN
Na artikel 101a van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen
wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 101b. Overgangsrecht in verband met de Wet
beperking export uitkeringen
De artikelen 7a, 19a, en 21a, zijn niet van toepassing op de persoon die:
a) op 31 december 1999 op grond van de artikelen 7 dan wel 22 recht
heeft op een arbeidsongeschiktheidsuitkering en op die dag niet in Nederland
woont, en
b) op 19 december 2005 dit recht op uitkering uitsluitend nog heeft
op grond van artikel 2 van de wet van 9 december 2004, houdende goedkeuring
van het voornemen tot opzegging van het op 28 juni 1962 teGenève
totstandgekomen Verdrag betreffende de gelijkheid van behandeling van eigen
onderdanen en vreemdelingen met betrekking tot de sociale zekerheid (Verdrag
Nr. 118 aangenomen door de Internationale Arbeidsconferentie in haar zesenveertigste
zitting; Trb. 1962, 122 en Trb. 1964, 23) (Stb. 2004, 715).
ARTIKEL V. INWERKINGTREDING
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 20 december
2005.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatsecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,