nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het overgangsrecht
te wijzigen zoals dit is neergelegd in de wet houdende overgangsrecht inzake
de beëindiging van het recht op toeslag op grond van de Toeslagenwet
binnen de Europese Unie, de Europese Economische Ruimte en Zwitserland;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Indien het bij koninklijke boodschap van 4 april 2005 ingediende
voorstel van wet houdende overgangsrecht inzake de beëindiging van het
recht op toeslag op grond van de Toeslagenwet binnen de Europese Unie, de
Europese Economische Ruimte en Zwitserland (Kamerstukken I 2004/05, 30 063,
A) tot wet wordt verheven, wordt in het in artikel I van die wet ingevoegde
artikel 44, tweede lid, onderdeel b, van de Toeslagenwet, de zinsnede «na
de eerste dag van de kalendermaand volgend op de datum van inwerkingtreding
van de verordening» telkens vervangen door: na het tijdstip van inwerkingtreding
van de wet waarbij dit artikel in deze wet is ingevoegd.
ARTIKEL II
Indien het bij koninklijke boodschap van 4 april 2005 ingediende
voorstel van wet houdende overgangsrecht inzake de beëindiging van het
recht op toeslag op grond van de Toeslagenwet binnen de Europese Unie, de
Europese Economische Ruimte en Zwitserland (Kamerstukken I 2004/05, 30 063,
A) nadat het tot wet is verheven, in werking treedt, treed deze wet op hetzelfde
tijdstip in werking.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,