30 654
Wijziging van de Wet ammoniak en veehouderij

nr. 11
AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN GENT EN VAN VELZEN

Ontvangen 27 oktober 2006

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel I, onderdeel B, artikel 2, wordt als volgt gewijzigd:

I

A. In het vierde lid vervalt onderdeel d.

B. In het vierde lid vervalt onderdeel e.

II

Het vijfde lid vervalt.

III

Het zesde lid vervalt.

Toelichting

Met de nee-tenzij bepaling voor het aanwijzen van gebieden kleiner dan 50 hectare, vervalt de bescherming van meer dan 40 000 hectare kwetsbaar natuurgebied. Wij vrezen – evenals de Raad van State – dat hierdoor de in de afgelopen jaren bereikte verbetering van de milieukwaliteit teniet gedaan wordt. De kans om de gewenste natuurkwaliteit nog te bereiken wordt sterk verkleind. Hier komt nog bij dat kleine gebieden per definitie al meer te lijden hebben onder de intensieve veehouderij, omdat die altijd dichterbij zit dan in grote gebieden. Met dit amendement krijgen ook waardevolle natuurgebieden kleiner dan 50 hectare de bescherming die ze verdienen.

Verder wordt met dit amendement de bepaling geschrapt dat Provinciale Staten bij de aanwijzing van gebieden ecologische belangen en economische belangen van de bestaande veehouderijen tegen elkaar af kunnen wegen. Hierdoor kunnen economische overwegingen bepalend worden voor het al dan niet tegen ammoniak beschermen van een gebied. Een afweging met economische belangen is in strijd met het doel van de wet: de bescherming van flora en fauna tegen ammoniak.

Van Gent

Van Velzen

Naar boven