30 645
Voorstel van wet van de leden Dezentjé Hamming-Bluemink en Tang houdende wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en enige andere wetten ten behoeve van de rechtsbescherming met betrekking tot de administratieplicht en controlehandelingen van de fiscus

nr. 13
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 april 2008

Bij de behandeling van het voorstel van wet van de leden Dezentjé Hamming-Bluemink en Tang houdende wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en enige andere wetten ten behoeve van de rechtsbescherming en controlehandelingen van de fiscus (Kamerstukken II 2007/08, 30 645) hebben verschillende kamerleden signalen afgegeven dat de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) niet meer is toegesneden op de eisen van de moderne tijd. Dergelijke signalen hebben mij ook van andere zijden bereikt. Ik zie hier een samenloop met het Plan van aanpak vereenvoudiging Belastingdienst waarover ik uw Kamer al eerder heb geïnformeerd (Kamerstukken II 2006/07, 31 066, nr. 2 en 30). Een van de speerpunten in dit plan van aanpak is een vereenvoudiging van de wetgeving. De hiervoor genoemde signalen en een vereenvoudiging van de wetgeving raken het formele kader dat als basis dient voor de belastingheffing, de AWR. Bovenstaande geeft aan dat modernisering van de AWR gewenst lijkt om de eisen te beantwoorden die het sterk veranderde karakter van de processen bij de Belastingdienst (geautomatiseerd, digitaal) met zich mee brengen en de behoeften die in de samenleving bestaan om efficiënt en doelgericht met de Belastingdienst te communiceren over de individuele fiscale belangen.

Dit traject heb ik in gang gezet.

Het herzien van de AWR is een operatie die potentieel enorme gevolgen heeft omdat alle belastingplichtigen er door worden geraakt. Het is daarom geboden grondig en secuur alle relevante segmenten van de fiscale praktijk en de samenleving te consulteren om de belangen, wensen en behoeften in kaart te brengen. Voorts is het van groot belang deze behoeften en wensen in te passen in de lopende trajecten die de Belastingdienst thans volgt om zijn werkprocessen op een solide leest te schoeien en waar mogelijk te vereenvoudigen. Ik verwijs hierbij naar de laatst genoemde kamerstukken.

De signalen die ik tot op heden heb ontvangen, wijzen er op dat behoefte bestaat aan een AWR waarmee de Belastingdienst procesgericht kan werken en midden in de samenleving kan staan en staat. Een Belastingdienst die open is, meedenkt en duidelijkheid biedt als dat wordt gevraagd. Een Belastingdienst die het geautomatiseerde proces adequaat uitvoert. Dit vraagt om een AWR die een wettelijk kader biedt voor gelegitimeerde actie als belastingplichtigen onverhoopt in gebreke blijven, maar ook een die geen onnodige formaliteiten voorschrijft. Een voorbeeld hierbij is dat gekeken zal worden naar de wijze van formalisering van de belastingschuld. Uiteraard moet recht worden gedaan aan de rechtspositie van belastingplichtigen. Ik neem daarbij tevens mee de lang in uw Kamer gekoesterde wens om net zoals in het overige bestuursrecht ook in de fiscaliteit tot een open stelsel van rechtsbescherming te komen. Een voorbeeld voor mij hierbij is de recent door uw Kamer aanvaarde Algemene douanewet.

Zodra meer duidelijkheid bestaat over de contouren van de herziening zal ik uw Kamer informeren.

De staatssecretaris van Financiën,

J. C. de Jager

Naar boven