nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het
zonder meer instemmend luidt/uitsluitend opmerkingen van redactionele aard
bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).
De Voedsel en Waren Autoriteit (verder te noemen: VWA) behoort tot het
Staatstoezicht op de volksgezondheid. Dit staatstoezicht is ingevolge artikel
36, eerste lid, onder a, van de Gezondheidswet, onder meer belast met onderzoek
naar de staat van de volksgezondheid. De VWA houdt in dit kader bijvoorbeeld
toezicht op mogelijke biologische risico’s (zoönosen) voor personen
die in contact komen met dieren. Daartoe onderzoekt de VWA, overeenkomstig
het Besluit Staatstoezicht op de volksgezondheid, dieren en hun omgeving voorzover
het mogelijke risico’s voor de volksgezondheid betreft. Met het oog
op de uitvoering van deze taak is in artikel 39 van de Gezondheidswet een
aantal artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (verder te noemen: Awb)
van overeenkomstige toepassing verklaard. In deze opsomming ontbreekt echter
artikel 5:18 Awb, dat aan een toezichthouder de bevoegdheid verleent zaken
te onderzoeken, aan opneming te onderwerpen en daarvan monsters te nemen.
Het ontbreken van de bevoegdheid monsters te nemen bij het uitoefenen
van onderzoekstaken wordt als een onnodige belemmering bij de werkzaamheden
van de VWA ervaren. Deze bevoegdheid zou onderzoek voor de VWA zeer vereenvoudigen
en efficiënter maken. Van belang hierbij is dat de VWA deze bevoegdheid
wél heeft bij andere, vergelijkbare werkzaamheden, bijvoorbeeld in
het kader van de Warenwet.
Gezien het voorgaande is het gewenst artikel 39 van de Gezondheidswet
zodanig te wijzigen dat het Staatstoezicht op de volksgezondheid gebruik kan
maken van artikel 5:18 Awb. Bijgaande wijziging van de Gezondheidswet strekt
daartoe.
Deze wet heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor de burger
en het bedrijfsleven.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
J. F. Hoogervorst