30 631
Wijziging van het Reglement van Orde (Technische wijziging: Kennisgeving van de wens tot regeling bij wet)

nr. 1
VOORSTEL

28 juni 2006

Paragraaf 6 wordt vervangen door:

Paragraaf 6. Kennisgeving van de wens tot regeling bij wet

Artikel 130. Kennisgeving van de wens tot regeling bij wet

1. In gevallen waarin de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp dan wel de inwerkingtreding van een overgelegd (ontwerp-)besluit bij wet wordt geregeld, tekent de Griffier op de begeleidende brief de dag van ontvangst aan en de dag, waarop de wens uiterlijk te kennen kan worden gegeven. Hij draagt zorg, dat de begeleidende brief met de genoemde aantekening onverwijld wordt gepubliceerd. Als eerste dag van de termijn die van toepassing is op het overgelegde (ontwerp)besluit, geldt de dag na die van ontvangst.

2. De procedure, bedoeld in het eerste lid, vindt eveneens toepassing wanneer de wens te kennen kan worden gegeven dat inlichtingen worden ontvangen of dat overleg wordt gewenst.

Artikel 130a. Uitspreken van de wens door de Kamer zelf

1. Indien de Kamer besluit de bedoelde wens te kennen te geven, doet de Voorzitter hiervan onverwijld mededeling aan de desbetreffende minister en aan de Voorzitter van de Eerste Kamer.

2. Een voorstel tot het te kennen geven van deze wens moet in een vergadering van de Kamer worden gedaan hetzij door de Voorzitter, hetzij door een van de leden.

Artikel 130b. Uitspreken van de wens namens de Kamer door de Voorzitter

De wens dat regeling bij wet plaats heeft kan namens de Kamer door de Voorzitter te kennen worden gegeven. Alvorens hiertoe te besluiten, raadpleegt hij zo mogelijk de daarvoor in aanmerking komende commissie of commissies. Hij doet van het te kennen geven van de wens onverwijld mededeling aan de Kamer, aan de desbetreffende minister en aan de Voorzitter van de Eerste Kamer.

Artikel 130c. Uitspreken van de wens door dertig leden

Indien dertig of meer leden de bedoelde wens te kennen willen geven, doen zij dit door schriftelijke mededeling aan de Voorzitter, die hiervan onverwijld kennis geeft aan de Kamer, aan de desbetreffende minister en aan de Voorzitter van de Eerste Kamer.

Toelichting

Het Reglement van Orde kent bepalingen omtrent de werkwijze van de Kamer ten aanzien van verdragen die ter stilzwijgende en uitdrukkelijke goedkeuring worden overgelegd. Deze toevoegingen zijn analoog aan deze procedure en zien op de werkwijze ten aanzien van (ontwerp-)besluiten die op grond van wetsbepalingen bij de Kamer zijn voorgehangen.

Naar boven