30 614
Wijziging van een aantal wetten op het terrein van de arbeidsverhoudingen en de arbeidsmarkt (Verzamelwet arbeidsverhoudingen en arbeidsmarkt 2006)

nr. 7
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 21 september 2006

De leden van de fractie van ChristenUnie constateren dat de regering aangeeft de kinderopvangtoeslag gedurende zes maanden in stand te willen houden, wanneer werkeloosheid aanvangt, om zo de ouders in staat te stellen actief te solliciteren. Geldt dit ook voor niet uitkeringsgerechtigde, werkende ouders die nog geen gebruik maakten van kinderopvang? En zo ja, wanneer treedt het recht van kinderopvang voor deze groep in, zo vragen de leden van de ChristenUnie-fractie.

Met deze wijziging van de Wet kinderopvang wil de regering voor iedere ouder die aanspraak heeft op kinderopvangtoeslag en die werkloos raakt, het recht op de aanspraak continueren voor een periode van zes maanden. Het betreft ouders met een aanspraak op kinderopvangtoeslag en daarmee gebruikers van formele kinderopvang. Deze wetswijziging betreft niet ouders die geen aanspraak maken op kinderopvangtoeslag.

Zoals in artikel 6, eerste lid, van de Wet kinderopvang wordt geregeld is er aanspraak op kinderopvangtoeslag zodra ouders in een bepaald jaar, al dan niet als werknemer, arbeid verrichten. Daarnaast zijn er verschillende doelgroepen, waaronder WWB-ers of WW-ers die gebruik maken van een voorziening gericht op arbeidsinschakeling, tienermoeders of studenten die eveneens aanspraak maken op kinderopvangtoeslag. Overigens maken niet-uitkeringsgerechtigde, werkzoekende ouders die een traject volgen gericht op arbeidsinschakeling en die gebruik maken van formele kinderopvang, aanspraak op kinderopvangtoeslag.

Kortom: het uitgangspunt van de Wet kinderopvang (en van de onderhavige wetswijziging) is dat er recht op kinderopvangtoeslag bestaat zodra er arbeid, waaronder deelname aan een voorziening gericht op arbeidsinschakeling, wordt gecombineerd met de zorg voor kinderen, waar kinderopvang voor nodig is. Indien er geen sprake is van kinderopvang dan is er ook geen aanspraak op kinderopvangtoeslag.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

Naar boven