30 600
Uitbreiding en wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de uitvoering van EG-verordening registratie, evaluatie en autorisatie van chemische stoffen (REACH) en de overheveling van de bepalingen van de Wet milieugevaarlijke stoffen naar de Wet milieubeheer, alsmede daarmee samenhangende wijzigingen van andere wetten (Uitvoeringswet EG-verordening registratie, evaluatie en autorisatie van chemische stoffen (REACH))

nr. 15
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 december 2007

In deze brief kom ik de toezegging van mijn ambtsvoorganger na inzake de handhaving van de Europese verordening REACH1 (hierna: REACH). Tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel uitvoeringswet REACH op 8 februari 2007 (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2006–2007, nr. 41, blz. 2415–2433) en de schriftelijke reactie van 13 februari 20072 heeft mijn ambtsvoorganger toegezegd u eind 2007 schriftelijk te informeren over de wijze waarop in Nederland aan de handhaving van REACH invulling wordt gegeven, zie ook bijgevoegd rapport.3 Daarbij zal in ieder geval worden ingegaan op:

1. de daarvoor ontwikkelde handhavingsstrategie;

2. de handhavingsorganisatie, waarbij tevens aandacht wordt besteed aan:

– het adequate niveau en de eenduidigheid van het toezicht;

– de onderlinge coördinatie tussen betrokken handhavingsinstanties;

– het in de hand houden van de handhavingskosten;

– het voorkomen van uiteenlopende interpretaties van REACH door diverse toezichthouders;

– de mogelijkheden voor vereenvoudiging van het toezicht op de naleving van REACH;

3. de Europese afstemming in het Forum (onderdeel van het Europees Agentschap voor chemische stoffen) tussen lidstaten over de wijze waarop zij aan handhaving en strafbaarstelling bij overtredingen van REACH vorm en inhoud geven;

4. de vraag in hoeverre in andere landen in de wereld soortgelijke regelgeving als REACH geldt.

1. De ontwikkelde handhavingsstrategie

Nieuwe Europese verordening REACH

Met ingang van 1 juni 2007 is de nieuwe Europese Verordening REACH gefaseerd in werking getreden. De afkorting REACH staat voor Registratie, Evaluatie en Autorisatie van Chemische stoffen. Deze verordening heeft rechtstreekse werking en de uitvoering, strafbaarstelling en handhaving van deze verordening is krachtens de Uitvoeringswet REACH (Stb. 2007, 181) in Nederland geregeld in de Wet milieubeheer.

Project «Handhaving van REACH»

Om per 1 januari 2008 nationaal en internationaal (EU) een adequate organisatie en methodiek voor de handhaving van de REACH beschikbaar te hebben, is in Nederland per 1 januari 2006 gestart met het project «Handhaving van REACH». Dit is een samenwerkingsproject van de drie betrokken ministeries (SZW, VWS en VROM), waarbij de drie inspectiediensten, te weten de Arbeidsinspectie (AI), de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) en de VROM-Inspectie (VI), en het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie hebben geparticipeerd. De Douane was hierbij niet direct betrokken, omdat de VI reeds eerder met de Douane een kaderovereenkomst heeft afgesloten, waar het toezicht op de stoffenregelgeving onderdeel van uitmaakt. Deze kaderovereenkomst wordt in verband met de inwerkingtreding van REACH wel aangepast.

Het project heeft geresulteerd in een interdepartementaal goedgekeurde handhavingsstrategie 2008–2009, een handhavingsprogramma 2008 en een handhavingsorganisatie voor REACH. Bij het opstellen daarvan zijn twee uitgangspunten leidend geweest: Eenduidig toezicht en Ketenhandhaving. Daarnaast is met betrekking tot de handhaving van REACH ook gekeken naar de samenhang met de domeinen in het kader van Eenduidig Toezicht. De afspraken tussen de inspectiediensten zijn op 17 september 2007 vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst, die is ondertekend door de inspecteurs-generaal van de VWA en de VI en door de algemeen directeur van de AI.

Bijgaand zend ik u ter informatie de handhavingsstrategie 2008–2009, het handhavingsprogramma 2008 en de beschrijving van de handhavingsorganisatie.

Handhavingsstrategie en -programma

Doel van de handhavingsstrategie 2008–2009 (hierna: de strategie) is om in 2008 de niet-naleving van REACH-verplichtingen terug te dringen en de bekendheid van de REACH-regelgeving bij de doelgroep op twee wijzen te vergroten, namelijk door te bevorderen dat bedrijven weten wat er moet worden nageleefd en hen te informeren over wat de gevolgen zijn als er niet wordt nageleefd. In 2009 is het doel om meer zicht te hebben op het dan bestaande naleeftekort, waarna er, indien gewenst of noodzakelijk, nieuwe accenten in de strategie kunnen worden geformuleerd voor de daarop volgende jaren. Bij het opstellen van een handhavingsstrategie voor de periode vanaf 2010 is het ook van belang dat in deze periode nieuwe REACH-verplichtingen, zoals op het gebied van registratie, van kracht worden.

Op basis van deze strategie is het handhavingsprogramma 2008 opgesteld, waarin de handhavingsactiviteiten voor 2008 zijn opgenomen. Dit programma omvat op hoofdlijnen de volgende activiteiten:

• Het uitvoeren van vijf handhavingsprojecten, waarbij de AI, VWA en VI ieder ten minste één project trekken.

• Ondersteunende activiteiten, zoals gerichte communicatie, acties en dienstoverstijgende werkzaamheden.

Naast de handhavingsstrategie wordt thans een sanctiestrategie opgesteld door de inspectiediensten samen met het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie.

2. De handhavingsorganisatie voor REACH

Regiepunt Handhaving REACH

Voor de uitvoering van de handhaving van REACH is een Regiepunt Handhaving REACH (hierna: Regiepunt) opgezet, dat bestaat uit een Stuurgroep Handhaving REACH (hierna: de Stuurgroep) en een Samenwerkingsverband Handhaving REACH (hierna: SHR). In het Regiepunt werken de drie betrokken inspectiediensten samen. Het Regiepunt zorgt voor de onderlinge coördinatie tussen betrokken inspectiediensten en het in de hand houden van de handhavingskosten. Als uitgangspunt geldt dat het toezicht en de handhaving van REACH geschiedt door één inspectiedienst per te controleren bedrijf, die integraal alle aspecten van REACH controleert. Hierdoor wordt een vereenvoudiging van het toezicht op de naleving van REACH gerealiseerd.

Stuurgroep

De Stuurgroep bewaakt de uitvoering van een adequaat en eenduidig toezicht van de REACH-regelgeving. De taken van de Stuurgroep zijn het vaststellen en bijstellen van de strategie, het opstellen van een (meerjaren)handhavingsprogramma en het vastleggen van afspraken over de gezamenlijke handhaving.

SHR

Het SHR is verantwoordelijk voor de voorbereiding, de ondersteuning, de interne (tussen betrokken inspectiediensten en ministeries) en externe contacten met bedrijven, branches, overige niet direct betrokken inspectiediensten en het Europees Agentschap over de handhaving van REACH. Tevens zorgt het SHR voor de afstemming met de relevante domeinen. Coördinatie door het SHR voorkomt bovendien dat uiteenlopende interpretaties van REACH door de diverse toezichthouders ontstaan.

Ik ben van mening dat met deze aanpak en organisatie het toezicht op de naleving van REACH zo eenvoudig en doeltreffend mogelijk is georganiseerd. De interdepartementale samenwerking voorkomt dat bedrijven door een veelheid van inspectiediensten worden gecontroleerd. Bovendien zorgt de gekozen organisatiestructuur voor een zo efficiënt mogelijke handhaving, waarmee de handhavingskosten zoveel mogelijk in de hand gehouden, dan wel gereduceerd worden. Tevens leidt dit mijns inziens tot een beperking van de inspectiedruk die de bedrijven ervaren.

3. Europese afstemming over de handhaving van REACH

Het Forum

Coördinatie van en overleg tussen de lidstaten over de handhaving van REACH vindt plaats in het Forum, dat, als onderdeel van het Europees Agentschap voor Chemische stoffen (hierna: ECHA), een drieledige taak heeft:

• adviseren over de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van uitvoeringsvoorschriften van RAG;

• informatie-uitwisseling tussen de lidstaten op het gebied van handhaving; en

• voorbereiden, uitvoeren en coördineren van gezamenlijke handhavingsprojecten door de EU-lidstaten.

Medio december 2007 start het Forum, dat op grond van artikel 76 van REACH is ingesteld, formeel met haar werkzaamheden. De voorzitter van de Stuurgroep vertegenwoordigt Nederland in het Forum. Nederland zal een actieve rol in het Forum vervullen met als doel om een adequate en zo veel mogelijk geharmoniseerde handhaving van REACH binnen de EU te bewerkstelligen.

Strafbaarstelling bij overtredingen van REACH

Ter voorbereiding op de werkzaamheden van het Forum heeft in 2006 en 2007 reeds afstemming tussen de lidstaten over een zoveel mogelijk uniforme handhaving van REACH plaatsgevonden. Daarbij zijn Nederlandse ervaringen en initiatieven op EU-niveau ingebracht. Dit heeft er onder andere in geresulteerd dat de wijze waarop aan de strafbaarstelling bij overtredingen van REACH vorm en inhoud is gegeven in de Uitvoeringswet REACH (hoofdstuk 9 Wet milieubeheer) door verschillende EU-lidstaten integraal is overgenomen. Omdat strafbaarstelling en handhaving volgens het Europese verdrag de verantwoordelijkheid van de lidstaten is en niet van de EU, is het niet mogelijk een uniforme strafbaarstelling en handhaving af te dwingen. Uiteraard blijft de inzet van Nederland er wel op gericht zoveel mogelijk een uniforme strafbaarstelling en handhaving te realiseren.

Voor de detaillering van een aantal handhavingsonderwerpen is in 2006 en 2007 een project uitgevoerd met externe ondersteuning. Deze externe ondersteuning is gefinancierd door de Noordelijke lidstaten (Noorwegen, Denemarken, Zweden en Finland) en Nederland. Binnen dit nagenoeg afgeronde project zijn diverse activiteiten uitgevoerd, waaronder de ontwikkeling van efficiënte methoden voor de handhaving van de REACH-regelgeving.

4. Soortgelijke regelgeving als REACH elders in de wereld

Tot slot is door uw Kamer gevraagd aan te geven in hoeverre in andere regio’s in de wereld soortgelijke regelgeving als REACH geldt. Het antwoord daarop is dat Europa voor wat betreft de regelgeving voor het op de markt brengen van chemische stoffen en het waarborgen van het zorgvuldig omgaan met chemische stoffen duidelijk voor loopt op andere regio’s in de wereld. In OECD-verband (Organisation for Economic Cooperation and Development) is echter wel actief samengewerkt om de REACH-regelgeving, inclusief gegevensverzameling, zoveel mogelijk te laten aansluiten bij de datasystemen zoals die tussen de geïndustrialiseerde OECD-landen zijn afgesproken. Hierdoor is met REACH de internationale afstemming op het gebied van chemische stoffen versterkt.

Voor wat betreft derde landen, en meer specifiek de ontwikkelingslanden, heeft het ECHA op grond van artikel 77 van REACH een expliciete taak. Deze taak betreft het verlenen van technische en wetenschappelijke ondersteuning bij het verbeteren van de samenwerking tussen de EU, EU-lidstaten, internationale organisaties en derde landen op het gebied van wetenschappelijke en technische vraagstukken in verband met de veiligheid van stoffen. In dit kader zal door het ECHA ook technische bijstand verleend en bijgedragen worden aan capaciteitsopbouw voor een goed beheer van chemische stoffen in ontwikkelingslanden. Voor meer informatie hierover verwijs ik u naar hetgeen ik daarover in de Memorie van Antwoord heb opgemerkt1.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer


XNoot
1

Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (Publicatieblad van de Europese Unie L136, van 29 mei 2007).

XNoot
2

Kamerstukken 2006–2007, 30 600, nr. 13, Tweede Kamer.

XNoot
3

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
1

Kamerstukken I 2006–07, 30 600 C, Memorie van antwoord, pagina’s 15–16.

Naar boven