Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | 30594 nr. 7 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | 30594 nr. 7 |
Vastgesteld 14 september 2006
De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen van haar bevindingen. Het verslag volgt de opbouw van de memorie van toelichting en behandelt alleen die onderdelen waarover door de genoemde fracties inbreng is geleverd.
1. Algemeen 1
2. Doelen 2
3. Begrotingsfonds en Beheer 3
4. Administratieve lasten 3
5. Staatssteunaspecten van bijdragen uit het Waddenfonds 3
6. Artikelsgewijze toelichting 3
De leden van de PvdA-fractie hebben verheugd kennis genomen van voorliggend wetsvoorstel omdat hiermee investeringen in de duurzame bescherming en ontwikkeling van de Waddenzee als natuurgebied en het behoud van het unieke open landschap mogelijk worden.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel.
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij hebben een aantal vragen en opmerkingen bij het wetsvoorstel, die hieronder worden vermeld.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van voorliggend wetsvoorstel. Zij hebben een aantal vragen die hieronder worden vermeld.
De leden van de PvdA-fractie steunen van harte de hoofddoelstelling van de planologische kernbeslissing (pkb) Derde Nota Waddenzee: de duurzame bescherming en ontwikkeling van de Waddenzee als natuurgebied en het behoud van het unieke open landschap. In het wetsvoorstel wordt deze hoofddoelstelling vervolgens opgesplitst in vier subdoelstellingen (Artikel 2.2). Hoe wordt bepaald (zowel voorals achteraf) of en in hoeverre een project(voorstel) bijdraagt aan de realisatie van de hoofddoelstelling en de daaronder liggende subdoelstellingen?
De leden van de PvdA-fractie constateren dat de pkb zeer strikt is met betrekking tot activiteiten in het waddenzeegebied. Zo mogen economische activiteiten niet het natuurlijke ecosysteem beïnvloeden en bij voorkeur ten goede komen aan natuurherstel en -ontwikkeling. Hoe verhouden de vier subdoelstellingen zich ten opzichte van elkaar? Is de volgorde ook een uiting van prioriteitenstelling of zijn alle vier gelijkwaardig?
De leden van de PvdA-fractie constateren dat de voorgestelde subsidieaanvragen worden beoordeeld of zij passen binnen het in het wetsvoorstel gestelde kader. Mocht nu blijken dat er voornamelijk voorstellen komen die passen binnen slechts één van de vier doelstellingen als genoemd in artikel 2, tweede lid, betekent dit dat op de drie overige posten onderuitputting plaatsvindt? Of wordt er dan geschoven met de middelen tussen de vier doelstellingen, zodat voor de doelstelling met de meerderheid aan aanvragen meer geld beschikbaar komt? Wie bepaalt dit?
De leden van de VVD-fractie merken op dat in de memorie van toelichting is aangegeven dat er een koppeling bestaat tussen het Waddenfonds en andere onderdelen van het integrale pakket aan maatregelen waarvoor de regering heeft gekozen, te weten gaswinning en schelpdiervisserij. Vanaf de datum dat de voor de gaswinning benodigde vergunningen zijn verleend, kunnen financiële toezeggingen worden gedaan voor projecten die worden gefinancierd uit het Waddenfonds. Kan de regering aangeven in welke artikelen in het wetsvoorstel deze koppeling is opgenomen? Indien deze koppeling niet in het wetsvoorstel is opgenomen, hoe kan dan toch worden gegarandeerd dat de koppeling wordt gehanteerd (afgezien van het uitkeren van de ten laste van het Waddenfonds vallende nadeelcompensatie door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit)?
De leden van de VVD-fractie vragen in welke mate de regering bereid is de verhouding in projecten tussen ecologie en economie te waarborgen. Hoe wordt bepaald wat de juiste balans is tussen ecologische en economische effecten?
De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat in reactie op het advies op het investeringsplan van de gezamenlijke planbureaus de regering aangeeft vast te houden aan een ruimere definitie van het waddengebied in artikel 2.2.c, omdat een geleidelijke afname van de activiteiten van de olie- en gasindustrie in Noord-Nederland waarschijnlijk een negatief effect zal hebben op het sociaal-economische perspectief van het waddengebied. De planbureaus hebben echter aangegeven dat een koppeling tussen de hoofddoelstelling en een duurzaam economisch project buiten het waddengebied zelden of nooit op een directe en transparante manier te maken zal zijn. Deze leden zien graag een reactie op dit argument.
De leden van de PvdA-fractie merken op dat zij die in of dicht bij het waddengebied wonen als geen ander beseffen hoe belangrijk het is te investeren in de duurzame bescherming en ontwikkeling van de Waddenzee. In het wetsvoorstel wordt voorgesteld om de Minister van VROM tot beheerder van het fonds aan te stellen. In hoeverre is hier ruimte voor inbreng vanuit de betrokkenen in het waddengebied?
De leden van de CDA-fractie vragen wat erop tegen is om het fonds in beheer van de drie noordelijke waddenprovincies te geven, als deze drie provincies het eens zijn geworden over de beheersstructuur van het fonds.
De leden van de CDA-fractie de regering of het hele proces vanaf indiening van de projecten tot aan de goedkeuring van de minister niet te bureaucratisch ingericht wordt?
De leden van de VVD-fractie constateren dat de administratieve lasten van het wetsvoorstel voor het bedrijfsleven en voor burgers uiteengezet worden in de memorie van toelichting. Kan de regering eveneens een inschatting geven van de administratieve lasten van het Waddenfonds voor de diverse betrokken overheden? Met andere woorden, hoe groot is de papierwinkel voor de overheid?
5. Staatssteunaspecten van bijdragen uit het Waddenfonds
De leden van de PvdA-fractie vragen of er een staatssteuntoets voor de nadeelcompensatie van de mechanische kokkelvisserij is aangevraagd in Brussel.
6. Artikelsgewijze toelichting
Artikel 2 Aangrenzende gebieden
De leden van de VVD-fractie vragen of de regering de keuze voor de omvang van de aangrenzende gebieden waarop het Waddenfonds van toepassing is nader kan toelichten. Aan de hand van welke criteria zijn de grenzen van deze gebieden vastgesteld?
Artikel 5 Het investeringsplan en het uitvoeringsplan
De leden van de PvdA-fractie constateren dat op pagina 12 van het investeringsplan indicatief een verdeling wordt gemaakt. Deze leden steunen het streven van de regering om geen al te starre verdeling te maken, maar kan de regering inzicht geven in de nu reeds bekende cijfers? Kan de regering inzicht verschaffen in de uitgaven die reeds nu voorzien zijn, zoals de nadeelcompensatie van de mechanische kokkelvisserij en de uitgaven voor de advisering? Welk bedrag wordt begroot voor de beheers- en uitvoeringskosten van het fonds? En hoeveel blijft er dan uiteindelijk over voor een gelijke verdeling tussen de doelstellingen a en c uit artikel 2, tweede lid?
De leden van de PvdA-fractie constateren dat het investeringsplan tussentijds kan worden bijgesteld op basis van nieuwe inzichten. Kan dat dan ook consequenties hebben voor de verdeling van de middelen over de vier genoemde doelstellingen?
De leden van de PvdA-fractie vragen of in het investeringsplan is voorzien in een evaluatie. Wie beoordeelt of en in hoeverre uitgevoerde projecten bijdragen aan de realisatie van de doelstellingen? Wat als blijkt dat een uitgevoerd project onvoldoende heeft bijgedragen? Wordt dan het geld teruggevorderd, vergelijkbaar met de ILG-systematiek (Investeringsbudget Landelijk Gebied)?
De leden van de VVD-fractie merken op dat de regio een belangrijke rol dient te spelen bij de toekenning van subsidies uit het Waddenfonds. De hoogleraren In ’t Veld en Scheltema delen de mening van de regering, dat de regio niet kan beslissen over de toekenning van subsidies, omdat de regio zelf mogelijk medeaanvrager is. Zij adviseren om de regio te betrekken, door de uitvoering van het Waddenfonds op te dragen aan het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN). Neemt de regering dit advies over? Zo neen, waarom niet?
De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat in reactie op het advies over het investeringsplan van de Raad voor de Wadden, de regering aangeeft dat onderzocht is welke financieringsvormen voor programma’s en/of projecten mogelijk zouden kunnen zijn. Geconcludeerd is dat leningen en garanties financieringsvormen zijn die niet binnen de doelen en mogelijkheden van de subsidieregeling, die het Waddenfonds is vallen. Deze leden zien dit graag nader gemotiveerd. Zouden deze financieringsvormen niet een extra stimulans kunnen zijn voor investeringen door derden?
De leden van de PvdA-fractie constateren dat ondanks het advies van de Raad voor de Wadden om geen ondergrens in te stellen de regering dat wel doet, maar dan lager dan het oorspronkelijke bedrag, namelijk € 200 000. Welk type projecten vallen dan buiten de boot?
De leden van de PvdA-fractie vragen hoe de regering aankijkt tegen de voorstellen gedaan door «Het tij gekeerd» (zie www.hettijgekeerd.nl)?
De leden van de CDA-fractie vragen de regering of er ook ruimte is voor leefbaarheidsprojecten in de waddenregio binnen het Waddenfonds.
De leden van de CDA-fractie vrezen dat de voorwaarden die aan economische projecten gesteld worden te stringent zijn. Kan de regering deze leden op dit punt geruststellen?
Voorts vragen deze leden of het nog mogelijk is om het cofinancieringpercentage van 60% voor duurzame economische projecten (iets) naar beneden bij te stellen?
De leden van de VVD-fractie vragen in hoeverre de regering rekening houdt met de stijging van de zeespiegel bij de ingediende projecten.
Op welke wijze wordt bij de selectie van projecten rekening gehouden met eventuele schadelijke gevolgen voor de land- en tuinbouw? Kan de regering hierbij specifiek ingaan op de problematiek van de verzilting van gebieden?
De leden van de VVD-fractie constateren dat de minister van VROM in haar brief d.d. 13 juni 2006 aan de Kamer, aangeeft dat, voordat de Waddenacademie van start kan gaan, een aantal zaken uitgewerkt en gespecificeerd moet worden, maar dat kwalificatie uit het Waddenfonds niet op al te grote problemen zou hoeven stuiten. Kan de regering, vooruitlopend hierop, alvast ingaan op de toegevoegde waarde van de Waddenacademie? Waarom is de Waddenacademie de meest efficiënte wijze om de gestelde doelen te verwezenlijken?
Artikel 7 en 8 Adviescommissie Waddenfonds
De leden van de PvdA-fractie constateren dat in de Adviescommissie Waddenfonds kennelijk geen ruimte is voor ambtenaren en/of bestuurders uit het gebied. Visies op het terrein van het aanbestedingsrechtelijke aspect om de regio actief te betrekken bij de uitvoering werpen hiertoe echter geen belemmering op. Waarom kunnen zij dan toch niet actief betrokken worden?
Betrokkenen in het gebied mogen een oordeel vormen over het beleid van de Adviescommissie Waddenfonds (artikel 8). Wat is de status van deze oordelen? Moeten zij beschouwd worden als raadgevend advies?
De leden van de VVD-fractie vragen of de regering aan kan geven wie en namens welke organen, instanties en organisaties, zitting nemen in de in artikel 7 genoemde Adviescommissie Waddenfonds? Waarom zijn de leden van deze adviescommissie te allen tijde opnieuw benoembaar?
Samenstelling: Leden: Hofstra (VVD), Buijs (CDA), voorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), Van Gent (GL), Snijder-Hazelhoff (VVD), Depla (PvdA), Van Oerle-van der Horst (CDA), Van den Brink (LPF), Van Bochove (CDA), Duyvendak (GL), Huizinga-Heringa (CU), Koopmans (CDA), Gerkens (SP), Spies (CDA), Van Lith (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Fierens (PvdA), ondervoorzitter, Timmer (PvdA), De Krom (VVD), Verdaas (PvdA), Kruijsen (PvdA), Samsom (PvdA), Hermans (LPF), Veenendaal (VVD), Lenards (VVD), Krähe (PvdA) en Vacature (algemeen).
Plv. leden: Dezentjé Hamming (VVD), Mastwijk (CDA), Ormel (CDA), Halsema (GL), Örgü (VVD), Dubbelboer (PvdA), Hessels (CDA), Vacature (LPF), Knops (CDA), Vendrik (GL), Van der Staaij (SGP), Vietsch (CDA), Vergeer (SP), Sterk (CDA), Haverkamp (CDA), Koşer Kaya (D66), Vacature (SP), Boelhouwer (PvdA), Verbeet (PvdA), Balemans (VVD), Waalkens (PvdA), Van Heteren (PvdA), Roefs (PvdA), Varela (LPF), Oplaat (VVD), Van der Sande (VVD) en Crone (PvdA).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30594-7.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.