30 582
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht (verlenging verjaring inzake overtredingen na stuiting)

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging hebben genomen dat het wenselijk is de verjaringstermijn inzake overtredingen na stuiting te verlengen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goed gevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

In artikel 72, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht wordt na «evenwel» ingevoegd: ten aanzien van overtredingen na tien jaren en ten aanzien van misdrijven en wordt «feit» vervangen door: misdrijf.

ARTIKEL II

Ten aanzien van de overtredingen die op het tijdstip waarop deze wet in werking treedt zijn verjaard, blijft artikel 72, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht van toepassing, zoals dat luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Justitie,

Naar boven