nr. 14
AMENDEMENT VAN HET LID DE NERÉE TOT BABBERICH
Ontvangen 26 september 2006
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel D wordt in artikel 3.30a
na het zevende lid, onder vernummering van het achtste tot en met tiende lid
in negende lid tot en met elfde lid, een lid ingevoegd, luidende:
8. Voor de toepassing van dit artikel worden niet als gebouw aangemerkt,
glasopstanden die in het kader van een landbouwbedrijf als bedoeld in artikel
3.12, tweede lid, worden gebruikt voor de kweek of teelt van gewassen, ook
indien de ondergrond van de glasopstand niet als voedingsbodem wordt gebruikt.
b. In onderdeel H wordt «3.25 tot
en met 3.30a, eerste tot en met tiende lid» vervangen door: 3.25 tot
en met 3.30a, eerste tot en met elfde lid.
c. In onderdeel M vervalt artikel 10a.3,
vierde lid.
II
Artikel II, onderdeel E, wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «eerste tot en met zevende lid»
vervangen door: eerste tot en met achtste lid.
2. In het tweede lid wordt «artikel 3.30a, tiende lid»
vervangen door: artikel 3.30a, elfde lid.
III
In artikel XIII, zesde lid, wordt «artikel
I, onderdelen Da, Ea en onderdeel M voor zover dat ziet op glasopstanden»
vervangen door: artikel I, onderdeel D, wat betreft het achtste lid van artikel
3.30a van de Wet inkomstenbelasting 2001, en onderdelen Da en Ea.
Toelichting
Onder de huidige wetgeving komen kassen die aan bepaalde milieuvereisten
c.q. doelstellingen voldoen of gaan voldoen, in aanmerking voor de toepassing
van bepaalde regelingen, zoals de VAMIL-regeling, de milieu-investeringsaftrek
(MIA) en regeling voor Groen Labelkassen. Onder de voorgestelde wetgeving
worden voor zogenaamde Groen Labelkassen sommige regelingen uitgebreid zoals
de MIA en blijft het onder de huidige wetgeving bestaande afschrijvingsregiem
in stand ook als de betreffende kas krachtens vigerende jurisprudentie aangemerkt
wordt als onroerend goed.
Niet valt in te zien waarom gewone kassen qua normale afschrijvingssfeer,
dus met uitzondering van de VAMIL en MIA regeling, anders behandeld zouden
moeten worden dan Groen Labelkassen op dit punt.
Dit amendement dient ertoe om Groen Labelkassen en gewone kassen op dit
punt gelijk te schakelen.
Voorgesteld wordt daarom om met betrekking tot de beperking afschrijving
op gebouwen kassen niet als gebouwen aan te merken. Het wordt derhalve mogelijk
om op kassen tot onder de bodemwaarde van normaal gesproken 50% van
de WOZ-waarde af te schrijven. Het gaat hierbij om glasopstanden die worden
gebruikt voor de kweek of teelt van gewassen, waaronder substraatteelt.
Met deze uitzondering voor kassen worden zowel bestaande kassen als toekomstige
kassen ontzien. In de tweede nota van wijziging is reeds overgangsrecht voor
3 jaar voor bestaande kassen voorgesteld. Dit is samen met andere maatregelen
gedekt door een tijdelijke verhoging van het voorlopige aanslagpercentage
in de Vpb. Als gevolg van dit amendement vervalt het overgangsrecht, tegelijkertijd
betekent dit dat de kosten van dit amendement in de eerste drie jaar zijn
gedekt. Dit houdt in dat voor de jaren 2007,2008 en 2009 het aftrekpercentage
voor de Mia gehandhaafd blijft op 50%. Gedurende deze jaren is er dan
ook een extra stimulans voor tuinders om waar mogelijk over te stappen op
milieuvriendelijke en energie zuinige kassen. De extra derving van € 22
mln per jaar na 2009 wordt opgevangen door de specifieke compensatie voor
de landbouwsector aan te passen. Dit zal plaatsvinden door de faciliëring
van groenlabelkassen via de milieu-investeringsaftrek aan te passen. Voorzien
was in een verhoging van het huidige aftrekpercentage van 40% naar
50% voor groenlabelkassen, dit zal per 2010 worden verlaagd tot een
percentage voldoende om de extra derving na 2009 op te vangen. Voor deze aanpassingen
is geen wetswijziging vereist; zij zullen plaatsvinden bij ministeriële
regeling.
De Nerée tot Babberich