nr. 14
NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN BRINKMAN EN WILDERS
TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 12
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I wordt na onderdeel C een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ca
Artikel H 6, tweede lid, komt te luiden:
2. Op dezelfde lijst mogen de namen van ten hoogste vijftig kandidaten
worden geplaatst. Op dezelfde lijst van een politieke groepering wier aanduiding
was geplaatst boven een kandidatenlijst waaraan bij de laatstgehouden verkiezing
van de leden van het desbetreffende vertegenwoordigend orgaan meer dan vijftien
zetels zijn toegekend, mag een aantal namen worden geplaatst dat ten hoogste
tachtig zetels bedraagt. Het bepaalde in de vorige volzin is van overeenkomstige
toepassing ten aanzien van samenvoeging van aanduidingen van twee of meer
groeperingen.
II
In artikel I wordt na onderdeel FF een onderdeel ingevoegd, luidende:
FF0a
Artikel R 4, tweede lid, komt te luiden:
2. Op dezelfde lijst mogen de namen van ten hoogste vijftig kandidaten
worden geplaatst. Op dezelfde lijst van een politieke groepering wier aanduiding
was geplaatst boven een kandidatenlijst waaraan bij de laatstgehouden verkiezing
van de leden van het desbetreffende vertegenwoordigend orgaan meer dan vijftien
zetels zijn toegekend, mag een aantal namen worden geplaatst dat ten hoogste
tachtig zetels bedraagt. Het bepaalde in de vorige volzin is van
overeenkomstige toepassing ten aanzien van samenvoeging van aanduidingen van
twee of meer groeperingen.
Toelichting
Artikel H6, lid 2 Kieswet stelt dat partijen in de Tweede Kamer met minder
dan 16 zetels, maximaal 30 kandidaten op de lijst mogen plaatsen. Voor de
Eerste Kamer is eenzelfde regeling opgenomen in artikel R 4, tweede lid, van
de Kieswet. De reden dat de wetgever deze beperking aan partijen opgaf lijkt
uit de handelingen en wetgeschiedenis puur om praktische reden te zijn ontstaan.
Ook de grens van 80 kandidaten is in verband met een maximale capaciteit voor
colommen op de kieslijst, tot stand gekomen. In 1989 had de wetgever geen
rekening gehouden met nieuwe politieke partijen, die vanaf de start of na één,
of meer, zittingsperioden zouden kunnen uitgroeien tot een partij met mogelijk
meer dan 30 zetels. Een belangrijke maatstaf voor de nieuwe Kieswet is het
waarborgen van de uitoefening van het actief en het passief kiesrecht in de
volle zin van de mogelijkheden, geweest. In dit kader is het onwenselijk dat
een partij met bijvoorbeeld 9 zetels in de Kamer, die echter in de peilingen
op meer dan 30 zetels staat, geen lijst met meer dan 30 kandidaten zou mogen
indienen.
Dit amendement regelt dat een nieuwe politieke partij, of een partij die
in de kamer maximaal 15 zetels bezet, maximaal 50 kandidaten mag opnemen op
de lijst. Een politieke partij die reeds 16 zetels of meer heeft in de Kamer,
mag maximaal 80 kandidaten opnemen op de lijst. In het kader van de consistentie
van de Kieswet regelt dit amendement hetzelfde voor de lijsten van de Eerste
Kamer.
Brinkman
Wilders