30 563
Groot project «Anders betalen voor mobiliteit»

nr. 2
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 september 2006

Bijgaand bied ik u de stand van zaken van het project Anders Betalen voor Mobiliteit aan.1

Het belangrijkste onderwerp in deze brief is de kostenmonitor. Vorig jaar is een voorbehoud gemaakt ten aanzien van de kosten van het systeem. Daarom heb ik nu de kostenmonitor uitgevoerd. Marktpartijen laten zien dat de investeringskosten en de exploitatiekosten lager kunnen dan in 2005. Dit is voor mij het signaal om in een hoog tempo door te werken aan de invoering van de kilometerprijs in 2012.

In 2008 zal op grond van een nieuwe kostenmonitor moeten worden besloten of de kosten laag genoeg zijn om met de aanbesteding te starten. Een nieuwe kostenraming is pas zinvol als de markt informatie heeft over de exacte functionele specificaties van het systeem. Dit vraagt om heldere politieke keuzes over:

– De vormgeving van de tarieven voor kilometerprijs;

– De omzetting van het huidige systeem van vaste belastingen (MRB en BPM) naar het nieuwe systeem;

– De organisatie van de kilometerprijs, inclusief de inningorganisatie en

– De implementatiestrategie.

Marktpartijen geven ook aan dat het belangrijk is om snel te beginnen met praktijktesten om de risico’s van invoering te beheersen en de functionaliteit en de gebruiksvriendelijkheid te onderzoeken. Ik kom daar volgend jaar maart bij u op terug.

Om op schema van de invoering te blijven, ook voor de wetgeving, is het noodzakelijk dat het kabinet het komend voorjaar politieke keuzes maakt. Na vaststelling door de Kamer kan met de wetgeving worden begonnen. De definitieve beslissing voor de start van de aanbesteding vindt plaats na aanvaarding van het wetsvoorstel voor de kilometerprijs.

Ik streef ernaar u nog dit jaar een groot deel van de noodzakelijk informatie voor bovengenoemde keuzes over de kilometerprijs toe te sturen. Het betreft de effecten van de verschillende uitwerkingsvarianten op het gebied van bereikbaarheid, milieu en veiligheid. Dit tegen de achtergrond van een eerlijker manier van betalen.

Ik heb u het voorstel dat strekt tot de wijziging van de Wet Bereikbaarheid en Mobiliteit ten behoeve van de versnellingsprijs en tol voor de zomer toegestuurd. De haalbaarheidstudies voor de versnellingsprijs en voor tol stuur ik u binnenkort toe als bijlage bij de brief over de uitkomsten van de bestuurlijke MIT-overleggen. Deze haalbaarheidstudies zijn nagenoeg afgerond. De studies zijn uitgevoerd voor de doortrekking van de A15 in het KAN gebied, de A2 Maasbracht–Geleen, het knelpunt van de Merwedebrug op de A27, de A13/A16, en de A4 Delft Schiedam. Daarnaast zijn ook twee regionale projecten onderzocht: Trekvliettracé en een mogelijke verbreding van de N470. Deze haalbaarheidsstudies zijn een bespreekpunt tijdens de bestuurlijke overleggen over het MIT 2007. Dan worden afspraken gemaakt over de wijze waarop de versnellingsprijs respectievelijk tol in de reguliere tracé/MER procedure van de projecten wordt meegenomen.

Gelet op de resultaten die de komende maanden door het project Anders Betalen voor Mobiliteit worden opgeleverd en ik u transparant en volledig wil informeren, stel ik het op prijs om op korte termijn met de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat over de uitgangspunten van het project te praten, waarna het resultaat van het overleg kan worden vastgelegd in de basisrapportage.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K. M. H. Peijs


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven