nr. 14
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 december 2008
Op 29 oktober 2008 heb ik een spoeddebat over de A4 Delft–Schiedam
gehad in uw Kamer. De aanleiding was de variant «A4 met vaart»,
en het verzoek deze te onderzoeken in de Trajectnota MER.
Ik heb u toen gemeld, dat ik heb besloten deze variant niet in de Trajectnota/MER
te onderzoeken. En ik heb u de resultaten van de door mij opgestelde quick
scan van deze variant toegezegd. Dit nadat ik hierop een second opinion heb
laten uitvoeren door Royal Haskoning.1
Daarnaast heeft u mij op 28 oktober 2008 vragen gesteld over deze
variant (Kamervragen 2008–2009, vraagnr. 2080903860, Tweede Kamer).
In deze brief bericht ik u over de definitieve uitkomsten van de quick
scan en de bevindingen van de second opinion. Beide stukken zijn als bijlage
bij deze brief gevoegd.1
Tevens zal ik de door u gestelde vragen beantwoorden (Zie Aanhangsel der
Handelingen, vergaderjaar 2008–2009, nr. 1013).
Resultaten quick scan:
Over de voorlopige resultaten van de quick scan heb ik u in mijn brief
van 29 oktober 2008 (Tweede Kamer 2008–2009, 30 561, nr. 13)
geïnformeerd. De definitieve quick scan laat zien dat een keuze voor
de variant «A4 met vaart» ten opzichte van de variant A4 IODS:
• circa 20 maanden extra doorlooptijd kost.
Deze doorlooptijd kan nog verder toenemen als bestuurlijk niet tot overeenstemming
gekomen kan worden. Dit is een risico omdat de variant «A4 met vaart»
niet op het brede bestuurlijk draagvlak kan rekenen van de variant «A4
IODS».
• duurder is. Bij een smal tunnelprofiel
(2x3 rijstroken) moet rekening worden gehouden met circa € 230 miljoen
meerkosten ten opzichte van de variant «A4 IODS». Bij een breed
tunnelprofiel (4x2 rijstroken) moet rekening gehouden worden met circa € 500
miljoen meerkosten ten opzichte van de variant «A4 IODS» (genoemde
bedragen hebben een variatiecoëfficiënt van circa 25%).
In de Trajectnota/MER ga ik voor twee varianten uit van vier rijstroken
per richting voor de landtunnel bij het Kethelplein. De uitvoering van deze
configuratie kan in twee tunnelbuizen (2x4) en in vier tunnelbuizen (4x2).
Een uitvoering met vier tunnelbuizen maakt het weliswaar eenvoudiger om aan
de eisen uit de wet tunnelveiligheid te voldoen, maar leidt ook tot aanzienlijke
meerkosten. Een uitvoering met twee tunnelbuizen kan waarschijnlijk ook voldoen
aan de eisen. Hierin heb ik nog geen definitieve keuze gemaakt. Om die reden
heb ik in de quick scan de uitersten verkend.
• een inhoudelijk beperkte meerwaarde bieden.
Dit vanwege het al hoge inpassingniveau van de variant «A4 IODS».
In deze variant is, in nauwe samenwerking met de regio, al zwaar geïnvesteerd
in een kwalitatief hoogwaardige inpassing. Een sobere variant A4 op maaiveld
zou circa € 250 miljoen kosten. Voor de variant «A4 IODS»
is een budget van € 655 miljoen beschikbaar gesteld. De variant «A4
IODS» bestaat uit 2000 meter landtunnel, 1400 meter verdiepte ligging,
een aquaduct, 2700 meter halfverdiepte ligging en 800 meter aansluitingen
op maaiveld, of hoger, op bestaande wegen. De ruimte op de landtunnel zal
als openbare ruimte worden ingericht.
Hiertegen afgezet heeft de variant «A4 met vaart» slechts
een beperkte ruimtelijke meerwaarde.
Resultaten second opinion
De second opinion geeft enige nuanceringen maar bevestigt op hoofdlijnen
de quick scan. De second opinion geeft aan dat:
• de technische uitwerking van de ontwerpen voldoet voor het met
de quick scan beoogde doel;
• Naar de mening van royal Haskoning «zijn de investeringskosten
realistisch geraamd. Hoewel de raming van investeringskosten van RWS aan de
hoge kant is, valt de afwijking binnen de bandbreedte van de onnauwkeurigheid
van de berekening»;
• het opnemen van de variant «A4 met vaart» een vertraging
oplevert van »14 maanden met een niet in te schatten extra vertraging
als gevolg van bestuurlijke afstemming».
Mijn conclusie
In het debat met uw Kamer op 29 oktober 2008 heb ik u gezegd dat
als wij nu de variant A4 met vaart aan het project toevoegen, dat hoe dan
ook enkele jaren extra zal kosten. Dat betekent dat het A4-project zal worden
vertraagd. Dat past niet bij de afspraak dat wij in deze kabinetsperiode een
besluit nemen. Dat past ook niet bij de tijdsplanning die met het programma
Randstad urgent is gemaakt. Bovendien blijkt uit onderzoek dat deze variant
duurder is, € 150 mln. à € 500 mln. Verder blijkt
dat deze variant inhoudelijk weinig meerwaarde biedt.
De rapportage quick scan «A4 met vaart en de second opinion bevestigen
dit beeld.
Alles afwegende blijf ik bij mijn besluit de variant «A4 met vaart»
in het kader van de Trajectnota/MER niet verder uit te werken.
Ik ga ervan uit u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De minister van Verkeer en Waterstaat,
C. M. P. S. Eurlings