nr. 13
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 oktober 2008
Op verzoek van uw Kamer bij de regelingen werkzaamheden van 28 oktober
2008 informeer ik u over de variant «A4 met vaart».
Tijdens het Algemeen Overleg van 26 juni 2008 (Tweede Kamer, vergaderjaar
2007–2008, 31 200, A94) heb ik u toegezegd een nieuwe variant voor
de A4 Delft–Schiedam, genoemd «A4 met vaart», apart te zullen
bekijken. Ik heb daarbij aangegeven een bestuurlijke voorkeur te hebben voor
de A4 Delft–Schiedam. Dit naar aanleiding van vragen van mevrouw Wiegman-van
Meppelen Scheppink (zie pagina 19, Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008,
31 200, A94).
Ik begrijp uw vraag geïnformeerd te worden over deze toezegging.
Ik hecht eraan deze toezegging gestand te doen. Het door mij toegezegde onderzoek
bevindt zich op dit moment in een afrondende fase. Ik was voornemens u hierover
voor de MIRT-behandeling in uw Kamer te informeren. Naar aanleiding van uw
verzoek, en naar aanleiding van opmerkingen in pers, informeer ik u nu over
de resultaten van dit onderzoek. Een second opinion op dit onderzoek wordt
op dit moment nog uitgevoerd. Deze zult u voor de MIRT-behandeling in uw Kamer
van mij ontvangen.
Naar aanleiding van mijn boven genoemde toezegging aan u heeft Rijkswaterstaat
een quick scan uitgevoerd naar de variant «A4 met vaart». Deze
variant behelst de aanleg van de A4 in een tunnel, waarbij de ruimte op de
tunnel ingenomen zal worden door water in de vorm, van een vaart.
Deze variant is in de quick scan bekeken op technische uitvoerbaarheid
en financiële haalbaarheid. Ook is gekeken naar de procedurele gevolgen.
Ik ga hierna in op de resultaten van de quick scan «A4 met vaart».
De variant «A4 met vaart»
Technische uitvoerbaarheid
Uit de quick scan kwam een aantal beperkingen naar voren:
• Een vaart over de gehele lengte van het traject
is niet mogelijk. Van het totale A4 traject van 7 km, zal 2750 meter
daadwerkelijk bestaan uit een tunnel met vaart. Dit vanwege de noodzakelijke
aansluitingen op (de landtunnel naar) het Kethelplein aan de zuidzijde, en
op de Kruithuisweg aan de noordzijde. De A4 zal op deze locaties op maaiveld
moeten liggen.
• De tunnel zal in zijn geheel uitgevoerd moeten
worden met 4x2 rijstroken. Dit vanwege eisen die de wet tunnelveiligheid
aan de tunnel stelt. Invoegen direct voor of in de tunnel is niet toegestaan,
waardoor de invoegstroken bij het Terbregtse plein doorgetrokken moeten worden
tot het eind van de tunnel. Ter vergelijk: de variant A4 IODS gaat voor dit
deel van het nieuwe tracé uit van 2x2 rijstroken met een ruimtereservering
voor één extra rijstrook. De oostelijke tunnelbuis van de landtunnel
bij Schiedam zal uitgevoerd worden met 3 rijstroken. Door de extra breedte
wordt de variant A4 met vaart duurder dan de variant «A4 IODS».
Financiële consequenties
Op basis van de op dit moment beschikbare concept-ramingen blijkt dat
de variant «A4 met vaart» niet binnen het beschikbaar gestelde
budget van € 655 mln. uitvoerbaar is.
De minimale extra kosten van deze variant, ten opzichte van dit budget,
zijn circa € 150 mln. (met een marge van +/- 25%, uitgaande
van een niet volledige aansluiting van de A4 op
het Kethelplein), oplopend tot € 500 mln. (met een marge van +/- 25%,
bij een wel volledige aansluiting van de A4 op
het Kethelplein).
In de komende 3 weken zal een second opinion voor de ramingen uitgevoerd
worden. Over de resultaten hiervan zal ik u informeren.
Procedurele gevolgen
Vanuit projectvoortgang bezien is het ook ongewenst deze variant in de
TN/MER verder te onderzoeken. Het onderzoeken van deze variant op Trajectnota/MER
niveau zal enkele jaren extra doorlooptijd vergen.
Deze extra doorlooptijd is zo ruim omdat we in de lopende studie de processen,
het opstellen van de Trajectnota/MER, het opstellen van het OntwerpTracéBesluit
(OTB) en de marktbenadering zo veel als mogelijk parallel schakelen. Hiermee
kan de doorlooptijd van de lopende studie beperkt blijven. Met de uitwerking
van een extra variant, zoals de «A4 met vaart», kan deze parallelle
planning minder effectief plaatsvinden, waardoor de totale doorlooptijd van
het project fors toe zal nemen.
De variant «A4 IODS»
Met de variant «A4 IODS» is in nauwe samenwerking met de regio
zwaar geïnvesteerd in een kwalitatief hoogwaardige inpassing. Een sobere
variant A4 op maaiveld zou circa € 250 mln. kosten, voor de variant «A4
IODS» is een budget van € 655 mln. beschikbaar gesteld.
De variant «A4 IODS» bestaat uit:
– 2000 meter landtunnel,
– 1400 meter verdiepte ligging, alsmede een aquaduct,
– 2700 meter halfverdiepte ligging,
– 800 meter aansluitingen op maaiveld of hoger op bestaande wegen.
De ruimte op de landtunnel zal als openbare ruimte worden ingericht. In
nauwe samenwerking met de gemeenten in de regio zal hiervoor een inrichting
worden ontworpen. Hiertegen afgezet heeft de variant «A4 met vaart»
geen ruimtelijke meerwaarde.
Mijn conclusie
Op basis van het bovenstaande concludeer ik dat de variant «A4 met
vaart», ten opzichte van de variant «A4 IODS», enkele jaren
extra doorlooptijd zal kosten, duurder zal zijn en bovendien weinig inhoudelijke
meerwaarde kan bieden.
Ik heb u toegezegd deze kabinetsperiode een besluit te zullen nemen over
de A4 Delft–Schiedam. Het project is onderdeel van het RandstadUrgent-programma
van dit kabinet. Zoals al eerder met u afgesproken ben ik nog steeds voornemens
om in 2009 een standpunt in te nemen. Hiervoor is het noodzakelijk dat alle
energie wordt ingezet op het tijdig volgens de afgesproken planning afronden
van de lopende onderzoeken ten behoeve van de Trajectnota/MER. Het toevoegen
van extra onderzoeken, leidend tot enkele jaren extra procedure tijd, moet
daarbij voorkomen worden. Alles afwegende heb ik daarom besloten de variant «A4
met vaart» in het kader van de Trajectnota/MER niet verder uit te werken.
Ik ga ervan uit u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
De minister van Verkeer en Waterstaat,
C. M. P. S. Eurlings