30 560 X
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2006 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

nr. 3
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 15 juni 2006

De vaste commissie voor Defensie1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Albayrak

De adjunct-griffier van de commissie,

De Boer

1

Is er al iets te zeggen over de hoogte van het bedrag dat in 2006 extra zal moeten worden uitgetrokken om de problemen bij de personele vulling van de krijgsmacht op te lossen? Moeten de meerkosten allen binnen de Defensiebegroting worden opgevangen?

Vooralsnog wordt ervan uitgegaan dat de uitgaven voor personele exploitatie binnen de budgettaire kaders blijven. Een verhoging is niet aan de orde. Mocht in de loop van het jaar blijken dat een budgettaire aanpassing noodzakelijk is, dan zal in de tweede suppletore begroting worden weergegeven hoe deze binnen de Defensiebegroting gecompenseerd wordt.

2

Wat zijn de vooruitzichten voor een externe financiering wat betreft de omvang van de gebleken meerkosten van de operaties in Afghanistan (afgezien van de vergoeding voor gecrashte Chinooks en Apaches en voor de meerkosten als gevolg van afspraken over een verhoging van de vergoedingen bij uitzendingen)?

Met de voorjaarsnota is aan de structurele voorziening «uitvoeren crisisbeheersingsoperaties» vanuit andere HGIS-posten 45,7 miljoen euro toegevoegd. Dit had mede ten doel de meerkosten die waren opgetreden bij de Nederlandse bijdrage aan de ISAF-operatie in Zuid-Afghanistan in 2006 te ondervangen. Voor 2007 en verder zijn de meerkosten geaccommodeerd binnen de HGIS-post «uitvoeren crisisbeheersingsoperaties».

3

In hoeverre wordt het nog steeds uitblijven van een besluit over de aanschaf van de Boxer ingegeven door financiële overwegingen? Als dat zo is, hoeveel wijkt de door Artec genoemde prijs nog af van hetgeen Defensie wil betalen voor een groot pantserwielvoertuig?

Het uitblijven van een besluit over de aanschaf van de Boxer is ingegeven door financiële overwegingen. De discrepantie tussen de vraagprijs en de voor Defensie acceptabele prijs, evenals de mogelijke marktalternatieven, worden momenteel door Defensie beschouwd. Binnenkort zal ik u hierover informeren.

5

Kan het kabinet aangeven of en op welke wijze de HGIS (Homogene Groep Internationale Samenwerking) gecompenseerd wordt voor de extra middelen ten behoeve van vredesoperaties?

De HGIS hoefde hiervoor niet te worden gecompenseerd. De extra middelen zijn, ondermeer door middel van vrijval, herschikking en herprioritering binnen andere HGIS-posten, toegevoegd aan de post «uitvoeren crisisbeheersingsoperaties».

4, 7, 8, 12 en 13

Waarom worden de verkoopopbrengsten met € 15 miljoen naar beneden bijgesteld als tegelijkertijd de structurele oplossing voor de compensatie van operationele verliezen gedekt moet worden uit hogere verkoopopbrengsten?

Vindt de compensatie van de neergestorte Chinooks en de Apache plaats via de structurele voorziening voor operationele verliezen? Moet hieruit begrepen worden dat deze voorziening, waar tot en met 2008 in totaal € 105 miljoen heen gaat, tot en met 2008 geheel ingezet wordt voor de compensatie van de eerder neergestorte helikopters en dat er dus voorlopig geen geld via deze voorziening zal zijn als er nog meer helikopters neerstorten?

Klopt het dat gekozen wordt voor de inzet van hogere verkoopopbrengsten als structurele oplossing voor operationele verliezen? Hoe kan deze oplossing structureel zijn, nu vooral in deze kabinetsperiode veel materieel verkocht wordt in het kader van de operatie Nieuw Evenwicht? Wat gebeurt er als de verkoopopbrengsten onverhoopt tegenvallen?

Kan het kabinet aangeven hoe de voorziening voor latere jaren voor structurele materieelverliezen tijdens operationele inzet precies in de begroting zal worden opgenomen?

Hoe hoog is het bedrag van de voorziening voor latere jaren voor structurele materieelverliezen als onderdeel van de post onvoorzien en blijft deze voorziening onderdeel van deze post of wordt de stand van deze voorziening apart inzichtelijk gemaakt?

Met de eerste suppletore begroting 2006 is de raming van de verkoopopbrengsten meerjarig geactualiseerd. Deze actualisering leidt in 2006 en 2007 tot een lagere verkoopraming en in de periode 2008–2011 tot een hogere verkoopraming. Over de gehele periode (2006–2011) wordt € 157 miljoen meer geraamd. Conform de geldende afspraken zou deze hogere opbrengst dienen ter invulling van de bij regeerakkoord afgesproken taakstelling Niet-belasting ontvangsten (NBO-taakstelling).

Los van deze mutatie is de defensiebegroting met de eerste suppletore begroting verhoogd ten behoeve van de financiering van operationele verliezen. In de periode 2006–2008 is in totaal € 105 miljoen aan de begroting toegevoegd voor de vervanging van twee verongelukte Chinook helikopters en de derving van verkoopopbrengsten van één verongelukte Apache helikopter. Vanaf 2009 is structureel € 25 miljoen aan het budget toegevoegd om toekomstige operationele verliezen op te kunnen vangen.

De volledige voorziening is nu ondergebracht onder het niet-beleidsartikel Nominaal en Onvoorzien. Met de brief aan de Kamer (nr. F/2006019002 d.d. 9juni 2006) bent u geïnformeerd over de structurele oplossing voor de operationele materiële verliezen.

6, 9 en 10

Waarom wordt nu al geanticipeerd op het arbeidsvoorwaarden- onderhandelingsresultaat als dat er nog niet is? Wat is er de oorzaak van dat er een overschot aan arbeidsvoorwaardenmiddelen zou ontstaan? Heeft de ondervulling van eenheden hier ook mee te maken?

Waarom wordt er in 2006 € 134,7 miljoen aan arbeidsvoorwaardengeld via een intertemporele schuif als overschot ingezet om de tekorten in de latere jaren te compenseren, terwijl naar de vakbonden toe aangegeven is dat er niet meer geld is om aan hun eisen in het kader van het arbeidsvoorwaardenoverleg tegemoet te komen?

Waar baseert het kabinet de aanname op dat er vanwege het onderhandelingsresultaat geld verschoven kan worden, nu de bonden het tot dusver bereikte onderhandelingsresultaat verworpen hebben?

Het arbeidsvoorwaardengeld is gereserveerd voor de financiering van de arbeidsvoorwaarden. Er heeft geen uitwisseling plaats met tekorten of overschotten op de defensiebegroting. Ondervulling van eenheden is dan ook niet van invloed op de omvang van het arbeidsvoorwaardengeld.

De beschikbare arbeidsvoorwaardengelden zullen worden aangewend ter financiering van de nog af te sluiten arbeidsvoorwaardenovereenkomst. Een alternatieve aanwending van arbeidsvoorwaardengelden is niet aan de orde.

Het meerjarige budgettaire kader voor deze overeenkomst staat vast. Een intertemporele schuif van de gereserveerde middelen ziet alleen toe op een herschikking over de jaren en heeft geen consequenties voor de omvang van het budgettaire kader.

Voor de intertemporele schuif vormt het onderhandelingsresultaat, ook al is dat door de Centrales van Overheidspersoneel afgewezen, het vertrekpunt. Indien het nog af te sluiten arbeidsvoorwaardenakkoord daartoe aanleiding geeft zal binnen het beschikbare budgettaire kader tot een nadere herschikking worden gekomen.

14

Heeft de aanpassing van het budget voor de Nederlandse bijdrage aan het AWACSmoderniseringsprogramma betrekking op hetzelfde programma als het programma waarbij is vastgesteld dat door het onethisch handelen van een hoge Amerikaanse defensiefunctionaris USD 100 miljoen van het programma onvolledig is onderbouwd (zie antwoorden van 13 mei 2005 op kamervragen, Aanhangsel bij de Handelingen, vergaderjaar 2004–2005, 1632)?

Het betreft geen aanpassing van het Nederlandse budget aan het AWACS-moderniseringsprogramma, maar een betaling van een deel van de jaarlijkse Nederlandse bijdrage in 2006. Er is derhalve sprake van een aanpassing van het kasritme.


XNoot
1

Samenstelling: Leden: De Vries (PvdA), Bakker (D66), Koenders (PvdA), Van Beek (VVD), Karimi (GL), Timmermans (PvdA), Van Bommel (SP), Albayrak (PvdA), voorzitter, Balemans (VVD), Van Baalen (VVD), Snijder-Hazelhoff (VVD), Van Winsen (CDA), Van den Brink (LPF), Mastwijk (CDA), Herben (LPF), ondervoorzitter, Duyvendak (GL), Kortenhorst (CDA), Huizinga-Heringa (CU), Van Velzen (SP), Algra (CDA), Haverkamp (CDA), Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), Straub (PvdA), Blom (PvdA), Eijsink (PvdA), Brinkel (CDA) en Szabó (VVD).

Plv. leden: Van Dam (PvdA), Van der Laan (D66), Waalkens (PvdA), Lenards (VVD), Halsema (GL), Fierens (PvdA), Vacature (SP), Meijer (PvdA), Van Miltenburg (VVD), Visser (VVD), Oplaat (VVD), De Haan (CDA), Kraneveldt (LPF), Smilde (CDA), Hermans (LPF), Vendrik (GL), Knops (CDA), Van der Staaij (SGP), De Wit (SP), De Vries (CDA), Ormel (CDA), Ferrier (CDA), Vacature (algemeen), Tichelaar (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), Jonker (CDA) en Veenendaal (VVD).

Naar boven