30 560 V
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2006 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

nr. 2
MEMORIE VAN TOELICHTING

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2006 wijzigingen aan te brengen in:

a. de departementale begrotingsstaat van het ministerie van Buitenlandse Zaken;

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

Wetsartikel 5

In maart 2005 is door de Minister van Financiën met de Tweede Kamer overleg gevoerd over de uitkomsten van het interdepartementale beleidsonderzoek (IBO) regeldruk en controletoren en de naar aanleiding daarvan door het kabinet in december 2004 gedane voorstellen. Tijdens het algemeen overleg op 2 en 3 maart 2005 en in de brief van 9 maart 2005 (Kamerstukken II, 29 949 en 29 950, nr. 5) is toegezegd de getrouwbeeldverklaring van de departementale auditdiensten parallel aan de gewijzigde bedrijfsvoeringsparagraaf over het verslagjaar 2006 in te voeren. De departementen hebben sindsdien belangrijke voortgang geboekt met het treffen van de hiervoor noodzakelijke maatregelen. Om op het ingroeitraject naar met name de getrouwbeeldverklaring geen wettelijke obstakels te laten ontstaan, dienen enkele bepalingen in de Comptabiliteitswet 2001 (CW 2001) te worden aangepast. Dat zal regulier gebeuren via het moderniseringsproject van die wet dat thans gaande is. Om de getrouwbeeldverklaring al over het jaar 2006 te kunnen toepassen is echter een tijdelijke – op het jaar 2006 gerichte – afwijking van de wet nodig. Dat gebeurt via het onderhavige wetsartikel. Het betreft concreet de aanpassing van artikel 66, vijfde en zesde lid, van de CW 2001. De gewijzigde insteek voor de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag leidt niet tot een aanpassing van de CW 2001. De inhoud van die paragraaf wordt in de Rijksbegrotingsvoorschriften geregeld.

Samengevat komen de wijzigingen in de bedrijfsvoeringsparagraaf en in de accountantsverklaring op het volgende neer.

Over eventuele rechtmatigheidsfouten en -onzekerheden die de terzake gestelde artikelsgewijze tolerantiegrenzen te boven gaan, zal door de betrokken minister in de bedrijfsvoeringsparagraaf van zijn departementaal jaarverslag worden gerapporteerd. De departementale auditdienst verstrekt bij het aldus opgestelde jaarverslag (en saldibalans) een getrouwbeeldverklaring in plaats van een zogenaamde eisenverklaring. De getrouwbeeldverklaring heeft betrekking op de elementen die onder a tot en met d van het nieuwe zesde lid van artikel 66 in de CW 2001 zijn opgenomen. Daarbij beoordeelt de auditdienst op grond van onderdeel b of de rapportage over de rechtmatigheid van de begrotingsuitvoering klopt en op grond van onderdeel d of er in het jaarverslag eventueel sprake is van strijdigheid tussen de gepresenteerde financiële informatie en de opgenomen beleidsinformatie.

Om aan te sluiten bij de in artikel 58 gehanteerde terminologie wordt in lid 6 van artikel 66 gesproken van deugdelijke weergave in plaats van de in accountantskring gebruikelijke formulering van getrouwe weergave. Daarmee wordt echter hetzelfde bedoeld. Het is geen bezwaar dat de accountant in zijn verklaring het begrip getrouwe weergave gebruikt.

De oordeelsvorming van de Rekenkamer blijft ten opzichte van het verleden ongewijzigd.

In het oude vijfde lid van artikel 66 kan de reikwijdte van de accountantsverklaring (een verklaring omtrent de financiële informatie in het jaarverslag en de saldibalans) worden geschrapt. De reikwijdte staat thans geheel in het zesde lid.

De formulering van de aanhef van het onderhavige wetsartikel luidende: «....komt voor de accountantsdienst van het ministerie van .....voor het jaar 2007 als volgt te luiden» is zodanig gekozen, dat de accountantsdienst de gewijzigde reikwijdte van de verklaring zowel dient toe te passen met betrekking tot het departementale jaarverslag van het betrokken departement als met betrekking tot een eventueel niet-departementaal jaarverslag waarvoor de betrokken minister verantwoordelijk is (zoals bijvoorbeeld een jaarverslag van een begrotingsfonds of van een van de begrotingshoofdstukken I, II, IV of IXA).

Er wordt in de wettekst nog gesproken van accountantsdienst in plaats van auditdienst, omdat die terminologie in de Comptabiliteitswet 2001 nog wordt gehanteerd. Bij de voorziene modernisering van de Comptabiliteitswet zal accountantsdienst worden vervangen door auditdienst.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

B. R. Bot

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

A. M. A. van Ardenne-van der Hoeven

B) BEGROTINGSTOELICHTING

1. Majeure wijzigingen op de begroting van Buitenlandse Zaken

Door middel van het onderhavige wetsvoorstel wordt voorgesteld hoofdstuk V (Buitenlandse Zaken) van de begroting van uitgaven van het Rijk voor het jaar 2006 te verlagen met respectievelijk EUR 230,7 mln en de ontvangsten te verlagen met EUR 10,0 mln. Deze mutaties betreffen wijzigingen die ook in de Voorjaarsnota zijn verwerkt.

In de volgende tabel volgt een overzicht van majeure wijzigingen ten opzichte van de Ontwerpbegroting 2006 van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, gevolgd door een toelichting per mutatie. Alleen de beleidsrelevante mutaties zijn in het overzicht opgenomen.

Overzicht belangrijkste suppletore uitgavenmutaties 2006 (x EUR 1,0 mln)

ArtikelMutatie
1 Mensenrechten+ 7,7
2 Regionale stabiliteit+ 35
2 Humanitaire hulpverlening+ 50
3 Europees ontwikkelingsfonds– 2
4 Overige armoedebestrijding+ 37
4 Ondernemingsklimaat+ 6
5 HIV/AIDS en reproductieve gezondheid+ 16
6 Milieu en water+ 13
7 Vreemdelingenbeleid– 25
8 Draagvlak Nederlands Buitenland beleid+ 9

Mensenrechten (beleidsartikel 1)

In lijn met de toezegging van de minister van Buitenlandse Zaken om de uitgaven voor de bescherming van mensenrechten te laten groeien, wordt het mensenrechtenbudget verhoogd.

Regionale stabiliteit (beleidsartikel 2)

Deze intensivering is o.a. bedoeld voor de verlenging van de vredesmissie in Darfur.

Humanitaire hulpverlening (beleidsartikel 2)

De incidentele verhoging van het noodhulpbudget is met name bedoeld voor het noodhulpfonds van de VN (CERF), voor noodhulp in verband met de droogte in de Hoorn van Afrika en extra noodhulp voor Soedan.

Europees Ontwikkelingsfonds (beleidsartikel 3)

Op basis van nieuwe ramingen van de Europese Commissie is de bijdrage aan het EOF in 2006 iets lager en in 2007 hoger dan eerder geraamd. In 2008 gaat het EOF 10 in, waardoor de ramingen voor 2008 en verder naar boven moeten worden bijgesteld. De onderhandelingen over de precieze hoogte van het EOF 10 zijn nog gaande.

Overige armoedebestrijding (beleidsartikel 4)

De intensivering voor armoedebestrijding in 2006 wordt mede veroorzaakt door additionele macrosteun, o.a. voor een Trust Fund in Burundi en algemene begrotingssteun in Tanzania, en een verhoging van het Wereld Bank Partnerschap Programma.

Ondernemingsklimaat (beleidsartikel 4)

De uitgaven voor de ondersteuning van het ondernemingsklimaat vanuit de middelen voor ontwikkelingssamenwerking worden aanzienlijk verhoogd in de komende jaren, vooral via programma’s met de FMO. Tegelijkertijd worden de uitgaven op dit subartikel verlaagd vanwege het beëindigen van de overeenkomst tussen de Nederlandse Staat en de FMO.

HIV/AIDS en reproductieve gezondheid (beleidsartikel 5)

De uitgaven worden geïntensiveerd, o.a. als gevolg van een structurele jaarlijkse bijdrage aan het Commodity Fund van UNFPA, en een nieuw meerjarig fonds voor de opzet van een verzekeringsstelsel. Op een aantal posten vinden extra uitgaven plaats gericht op de verbetering van de (reproductieve) gezondheidszorg.

Milieu en water (beleidsartikel 6)

De uitgaven voor milieu en water stijgen aanzienlijk in de komende jaren, vooral om uitvoering te geven aan de outputdoelstelling drinkwater en sanitaire voorzieningen. In 2015 wil Nederland duurzame aansluiting voor 50 miljoen mensen hebben gerealiseerd.

Vreemdelingenbeleid (beleidsartikel 7)

De toerekening van de kosten van eerstejaarsopvang van asielzoekers valt lager uit, vooral omdat de opvangduur korter blijkt dan geraamd.

Draagvlak Nederlands Buitenland beleid (beleidsartikel 8)

De verhoging van de uitgaven hangt samen met het Nationale geschenk aan Suriname, de vertraagde bijdrage aan JCLEC en de verhoging van de uitgaven voor het stageprogramma Xplore.

2. Wijzigingen in de omvang van de HGIS

In deze paragraaf wordt geschetst welke wijzigingen zijn opgetreden in de omvang van de HGIS sinds de Miljoenennota 2006. Zoals uit de hierna volgende tabel blijkt is de HGIS toegenomen met EUR 152,2 miljoen.

Omvang van de HGIS (bedragen x EUR 1 miljoen)MJN 2006VJN 2006Mutatie
HGIS-uitgaven5 771,35 936,0164,7
HGIS-ontvangsten96,6109,112,5
Omvang HGIS (uitgaven min ontvangsten)5 674,65 826,9152,2

De toename van de HGIS is het gevolg van meerdere mutaties. In de hierna volgende tabellen zijn deze uitgesplitst.

HGIS-uitgaven (bedragen x EUR 1 miljoen)Totaal
Stand Miljoenennota 20065 771,3
1. Aanpassing BNP-raming73,2
2. Eindejaarsmarge42,8
3. Desaldering ontvangsten12,5
4. Diverse overboekingen van/naar HGIS (saldo)36,2
Totaal mutaties Voorjaarsnota 2006164,7
Stand Voorjaarsnota 20065 936,0
HGIS-ontvangsten (bedragen x EUR 1 miljoen)Totaal
Stand Miljoenennota 200696,6
5. Desalderingen12,5
Totaal mutaties Voorjaarsnota 200612,5
Stand Voorjaarsnota 2006109,1

Toelichting:

1. Op basis van wijzigingen in de CPB-ramingen voor het BNP en de prijscomponent van het BBP is de omvang van de HGIS omhoog bijgesteld.

2. De eindejaarsmarge over 2005 is toegevoegd aan de HGIS. Hierin is de nacalculatie van de EU-toerekening 2004 meegenomen.

3. Zowel de HGIS-uitgaven als de -ontvangsten zijn positief bijgesteld (zie ook 5. Desalderingen ontvangsten).

4. Het saldo van enkele bij- en afboekingen van de HGIS.

C) TOELICHTING PER BELEIDSARTIKEL

Beleidsartikel 1 Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten

Beleidsartikel 1 Versterkte internationale rechtsordeBedragen in EUR 1000Stand ontwerpbegroting 2006Mutaties via NvW en amen-dementenMutaties 1e sup-pletore begrotingStand 1e suppletore begrotingMutaties 1e sup-pletore begrotingMutaties 1e sup-pletore begrotingMutaties 1e sup-pletore begrtotingMutaties 1e suppletore begroting
 (1)(2)(3)(4)=(1+2+3)2007200820092010
Verplichtingen71 333031 349102 682– 497– 1 65324 8092 684
         
Uitgaven:        
Programma-uitgaven totaal70 958018 76689 72410 4128 1695 1242 904
1.1 Internationale rechtsorde32 003 5 39737 400    
1.2 Mensenrechten27 606 7 76935 3754 4654 5572 9042 904
1.3 Internationale juridische instellingen11 349 5 60016 9495 9473 6122 220 

Verplichtingen

De verhoging van de verplichtingen hangt samen met de verhogingen van de uitgaven, waarbij de meerjarige ramingen voor de kosten van de tijdelijke huisvesting ICC dit jaar worden verwerkt.

Uitgaven

1.1 Internationale rechtsorde

De kosten voor de verbouwing van het Vredespaleis blijken EUR 5,6 mln hoger dan geraamd, waarvoor het budget incidenteel wordt verhoogd.

1.2 Mensenrechten

Een intensivering van mensenrechtenprogramma’s op de posten leidt tot een structurele verhoging van EUR 1 mln. en in 2006 tot een incidentele verhoging van EUR 4,6 mln. van de Faciliteit Strategische Activiteiten voor Mensenrechten en Goed bestuur. Mede afhankelijk van de kwaliteit van de voorstellen is het de intentie deze verhoging structureel te handhaven.

Omdat eerdere ramingen voor TMF Mensenrechten te laag zijn gebleken, wordt dit artikel verhoogd met EUR 1,2 mln. in 2006 en met EUR 3 mln. voor de jaren 2007–2009. Tevens leiden de eerste ramingen voor subsidie aan Internationale NGO’s via SALIN tot een verhoging van EUR 0,5 mln in 2006–2008 en van EUR 1 mln. in 2009.

1.3 Internationale juridische instellingen

Als gevolg van een snellere groei van het Strafhof dan voorzien zijn er onvoorziene kosten voor uitbreiding van de tijdelijke huisvesting van het ICC. Mede in verband met de hoge veiligheidseisen worden de extra kosten voorlopig geraamd op EUR 5,6 mln. (2006), EUR 5,9 mln. (2007), EUR 3,6 mln (2008) en EUR 2,2 mln (2009).

Beleidsartikel 2 Grotere veiligheid en stabiliteit, effectieve humanitaire hulpverlening en goed bestuur

Beleidsartikel 2 Grotere veiligheid en stabiliteit, effectieve humanitaire hulpverlening en goed bestuur Bedragen in EUR 1000Stand ontwerpbegroting 2006Mutaties via NvW en amen-dementenMutaties 1e sup-pletore begrotingStand 1e suppletore begrotingMutaties 1e sup-pletore begrotingMutaties 1e sup-pletore begrotingMutaties 1e sup-pletore begrtotingMutaties 1e suppletore begroting
 (1)(2)(3)(4)=(1+2+3)2007200820092010
Verplichtingen657 5029 16027 788694 450– 17 774– 21 159– 16 727– 17 797
         
Uitgaven:        
Programma-uitgaven totaal659 2359 16095 097763 49235 4338 561– 2 5376 393
2.1 Nationale en bondgenootschappelijke veiligheid14 023 – 1 01613 007– 826– 2 3721 070 
2.2 Bestrijding internationaal terrorisme   0     
2.3 Non-proliferatie en ontwapening8 319 2198 538269219219219
2.4 Conventionele wapenbeheersing   0    
2.5 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing265 9581 00035 076302 03418 362– 1 338– 14 290– 4 290
2.6 Humanitaire hulpverlening216 3288 16050 110274 598– 1 847– 2 140– 2 540– 2 540
2.7 Goed bestuur154 607 10 708165 31519 47514 19213 00413 004
2.8 Het bevorderen van energievoorzieningszekerheid         
2.9 Grotere veiligheid door strijd tegen milieudegradatie        
         
Ontvangsten224 02240000
2.10 Nationale en bondgenootschappelijke veiligheid135  135     
2.70 Humanitaire hulpverlening89  89    

Verplichtingen

De verplichtingen stijgen met EUR 27,8 mln. o.a. vanwege een hernieuwd convenant inzake MATRA, reservering voor de subsidie aan het Netherlands Institute for Multiparty Democracy (IMD), intensivering van landenprogramma’s op het terrein van Goed Bestuur en extra aangegane verplichtingen voor noodhulp. Voorts blijken de verplichtingen voor TMF voor vrede en veiligheid hoger dan geraamd. Voor wederopbouw vindt tenslotte een verlaging plaats vanwege aangepaste ramingen.

Uitgaven

2.1 Nationale en bondgenootschappelijke veiligheid

Wegens vertragingen bij de nieuwbouw van het NAVO hoofdkwartier is er een aangepaste kostenraming opgesteld.

2.3 Non-proliferatie en ontwapening

De verhoging is het gevolg van hogere contributies aan IAEA en OPCW.

2.5 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing

Dit artikel wordt verhoogd in 2006, onder andere als gevolg van een incidentele bijdrage van EUR 15 mln voor de verlenging van de vredesmissie in Darfur (AMIS) en een incidentele bijdrage van EUR 2,6 mln aan de AU. Het artikel is structureel verhoogd met EUR 10 mln. Dit is de begrotingstechnische verwerking van het besluit in 2005 om wederopbouwhulp in de Palestijnse Gebieden te verstrekken. In de komende periode zal bekeken worden in welke mate deze hulp binnen de huidige politieke context daadwerkelijk verstrekt kan worden.

2.6 Humanitaire hulpverlening

Het noodhulpbudget wordt in 2006 incidenteel verhoogd met EUR 10 mln voor een extra bijdrage aan het multilaterale noodhulpfonds van de VN, het Central Emergency Response Fund (CERF). Om de vijftien miljoen slachtoffers van de droogte in de Hoorn van Afrika te helpen is de noodhulp voor deze regio verhoogd tot in totaal 21,8 miljoen euro. Eerder dit jaar was een bedrag van zeven miljoen euro beschikbaar gesteld voor internationale hulporganisaties. Tenslotte wordt een extra EUR 10 mln. ter beschikking gesteld voor noodhulp in Soedan.

2.7 Goed bestuur

De uitgaven voor Goed Bestuur worden verhoogd als gevolg van een intensivering van goed bestuursprogramma’s, vooral de landenprogramma’s in Bangladesh en Indonesië, het IMD en de TMF-programma’s Goed Bestuur.

Beleidsartikel 3 Versterkte Europese Samenwerking

Beleidsartikel 3  Versterkte Europese samenwerkingBedragen in EUR 1000Stand ontwerpbegroting 2006Mutaties via NvW en amen-dementenMutaties 1e sup-pletore begrotingStand 1e suppletore begrotingMutaties 1e sup-pletore begrotingMutaties 1e sup-pletore begrotingMutaties 1e sup-pletore begrtotingMutaties 1e suppletore begroting
 (1)(2)(3)(4)=(1+2+3)2007200820092010
Verplichtingen6 871 4380684 6247 556 062– 7 27835 722– 7 278– 7 278
         
Uitgaven:        
Programma-uitgaven totaal7 023 3230– 407 8066 615 51727 50764 94964 65764 657
3.1 Nederlandse afdrachten aan de EU6 851 767 – 408 175 6 443 592    
3.2 Ondersteuning bij pre- en postaccessie10 100 1 70611 8061 700996704704
3.3 Europees ontwikkelingsfonds150 071 – 2 345147 72624 79962 94562 94562 945
3.4 Nederlandse positie in de EU3 385  3 385     
3.5 Raad van Europa8 000 1 0089 0081 0081 0081 0081 008
         
Ontvangsten494 7930– 22 560472 2330000
3.10 Perceptiekostenvergoedingen494 793 – 22 560472 233    
3.40 Restitutie Raad van Europa0  0    

Verplichtingen

De mutaties in de verplichtingen hangen voor het grootste deel samen met de uitgavenmutaties. Het verschil met de uitgaven heeft twee oorzaken. Ten eerste wordt er in 2006 een verplichting aangegaan voor het EOF 10 waarvan de uitgaven plaats zullen vinden van 2008–2013. Ten tweede is er een technische correctie vanwege de nieuwe beheersstructuur van het Matra-programma Europese samenwerking als gevolg van het in 2005 afgesloten convenant met de EVD.

Uitgaven

3.1 Nederlandse afdrachten aan de EU

Het uitgavenplafond voor het jaar 2006 is op basis van de EU-begroting omlaag bijgesteld, hetgeen leidt tot lagere BNI-afdrachten voor Nederland. Daarnaast is de raming voor de inning van douaneheffingen voor 2006 naar beneden bijgesteld.

3.2 Ondersteuning bij pre-en postaccessie

Als gevolg van nieuwe ramingen op basis van het in 2005 afgesloten convenant met de EVD wordt het MATRA programma voor Europese Samenwerking meerjarig verhoogd.

3.3 Europees Ontwikkelingsfonds

Op basis van nieuwe ramingen van de Europese Commissie is de bijdrage aan het EOF in 2006 iets lager en in 2007 hoger dan eerder geraamd. In 2008 gaat het EOF 10 in, waardoor de ramingen voor 2008 en verder naar boven moeten worden bijgesteld. De onderhandelingen over de precieze hoogte van het EOF 10 zijn nog gaande.

3.5 Raad van Europa

De verhoging van het budget voor Raad van Europa is een combinatie van een technische correctie (EUR 0,6 mln) en een lichte stijging van de feitelijke contributie (EUR 0,4 mln).

Ontvangsten

De inkomsten uit de perceptiekostenvergoedingen volgen in de ramingen de hoogte van de invoerrechten en landbouwheffingen; de genoemde verlaging van de geraamde douaneheffingen leidt dus tot een lagere perceptiekostenvergoeding.

Beleidsartikel 4 Meer welvaart en minder armoede

Beleidsartikel 4 Meer welvaart en minder armoedeBedragen in EUR 1000Stand ontwerpbegroting 2006Mutaties via NvW en amen-dementenMutaties 1e sup-pletore begrotingStand 1e suppletore begrotingMutaties 1e sup-pletore begrotingMutaties 1e sup-pletore begrotingMutaties 1e sup-pletore begrtotingMutaties 1e suppletore begroting
 (1)(2)(3)(4)=(1+2+3)2007200820092010
Verplichtingen510 468– 17 160616 1311 109 439– 13 2432 139236 835325 934
         
Uitgaven:        
Programma-uitgaven totaal730 941– 17 16041 538755 31928 367– 37 30762 32611 788
4.1 Handels- en financieel systeem63 157 – 93262 225– 1 243– 1 243– 1 243– 1 243
4.2 Armoedebestrijding288 974– 15 00036 965310 9391 769– 17 77085 80335 265
4.3 Ondernemingsklimaat ontwik- kelingslanden353 764– 2 1606 305357 90928 641– 17 494– 21 434– 21 434
4.4 Kwaliteit en effectiviteit ontwikkelingssamenwerking19 771 – 80018 971– 800– 800– 800– 800
4.5 Nederlandse handels- en investeringsbevordering5 275  5 275    
         
Ontvangsten14 594 18 14332 73720 30819 83522 5653 093
4.10 Ontvangsten tijdelijke finan- ciering NIO en restituties14 594 18 14332 73720 30819 83522 5653 093

Verplichtingen

De verplichtingen worden substantieel verhoogd, o.a. voor de tienjarige deelname aan het Multilateral Debt Relief Initiative en het HIPC Trust Fund, meerjarige commitering voor algemene begrotingssteun, nieuwe programma’s via FMO (Massif-fonds en Capacity Development fonds), en ORET vanwege hogere verwachte uitgaven in 2007.

Uitgaven

4.1 Handels- en financieel systeem

De uitgaven dalen meerjarig vooral vanwege een lagere bijdrage aan de OESO en minder kosten voor de apparaatsuitgaven NIO.

4.2 Overige armoedebestrijding

De stijging op artikel 4.2 Armoedebestrijding betreft een saldo. De Nederlandse bijdrage aan het HIPC Trust Fund zal verspreid over de jaren 2006, 2007 en 2008 worden overgemaakt. De uitgaven voor schuldverlichting voortvloeiende uit beslissingen van de Club van Partijs worden naar beneden bijgesteld. Er zal circa EUR 16 miljoen meer aan macrosteun worden gegeven in 2006, o.a. voor een Trust Fund in Burundi en algemene begrotingssteun in Tanzania. Het Wereld Bank Partnerschap Programma zal in 2006 met EUR 12 mln worden verhoogd als gevolg van uitgestelde betalingen uit 2005. De uitgaven aan UNDP en UNHABITAT worden verhoogd. Tenslotte wordt de omvang van deze mutaties eveneens beïnvloed door het gebruikelijke parkeerkarakter van dit artikel.

4.3 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden

De uitgaven voor de ondersteuning van het ondernemingsklimaat vanuit de middelen voor ontwikkelingssamenwerking worden aanzienlijk verhoogd in de komende jaren. Het betreft hier o.a. een intensivering voor de programma’s Massif-fonds en Capacity Development fonds (samen EUR 30 mln per jaar voor de komende vijf jaar) van FMO. In 2007 stijgen de uitgaven voor ORET met ca. EUR 30 mln. Daarnaast worden programma’s op de posten en via TMF geïntensiveerd in de komende jaren. De verwachte uitgaven voor PSOM voor 2006 en verder blijven achter bij de oorspronkelijke ramingen. Het ontwikkelen van nieuwe PSOM-activiteiten verloopt trager mede omdat het aantal bedrijven dat voorstellen indient voor pilot-investeringen in de partnerlanden en de kwaliteit van de ingediende voorstellen minder is dan voorzien. Tegelijkertijd worden de uitgaven op dit subartikel verlaagd met meerjarig EUR 37 mln. vanwege het aflopen van een overeenkomst tussen de Nederlandse Staat en de FMO. Per saldo is een stijging te zien van de uitgaven in 2006 en 2007 en een daling in 2008 t/m 2010.

4.4 Kwaliteit en effectiviteit ontwikkelingssamenwerking

De meerjarige verlaging wordt veroorzaakt door een technische overheveling van de middelen voor het institutionele ontwikkelingsondersteuningsprogramma naar artikel 4.2.

Ontvangsten

De ontvangsten worden verhoogd vanwege additionele schuldaflossing door Sri Lanka en Indonsië in de periode 2006–2009 als gevolg van de schuldconsolidatie in 2005 naar aanleiding van de Tsunami. Tevens zit in deze verhoging het effect van de schuldenregeling Nigeria.

Beleidsartikel 5 Toegenomen menselijke ontplooiing en sociale ontwikkeling

Beleidsartikel 5  Toegenomen menselijke ontplooiing en sociale ontwikkelingBedragen in EUR 1000Stand ontwerpbegroting 2006Mutaties via NvW en amen-dementenMutaties 1e sup-pletore begrotingStand 1e suppletore begrotingMutaties 1e sup-pletore begrotingMutaties 1e sup-pletore begrotingMutaties 1e sup-pletore begrtotingMutaties 1e suppletore begroting
 (1)(2)(3)(4)=(1+2+3)2007200820092010
Verplichtingen3 051 0798 0001 004 1774 063 256– 269 27294 401– 196 601– 196 601
         
Uitgaven:        
Programma-uitgaven totaal1 414 3378 00021 3321 443 66927 30719 402– 14 077– 14 213
5.1 Onderwijs335 143  335 143    
5.2 Kennisontwikkeling116 258  116 258– 1 000– 1 000– 1 000– 1 000
5.3 Gender3 060 6603 7201 622620– 2 690– 2 690
5.4 HIV/Aids238 9878 0007 084254 07114 38819 6307 6467 510
5.5 Reproductieve gezondheid95 074 8 803103 8779 3472 102– 11 658– 11 658
5.6 Participatie civil society625 815 4 785630 6002 950– 1 950– 6 375– 6 375

Verplichtingen

De verplichtingen worden verhoogd met 1,007 miljard. Deze verhoging heeft meerdere oorzaken. In 2006 zal een meerjarig verplichting worden aangegaan van EUR 300 mln. voor het Education for All/Catalytic Fund. Tevens heeft Nederland een meerjarige vrijwillige bijdrage gedaan aan UNICEF. Een aantal ambassades gaat dit jaar omvangrijke meerjarige programma’s afsluiten gericht op de verbetering van de (reproductieve) gezondheidszorg. Tevens is de verplichtingenstand aangepast ten behoeve van de verplichtingen die dit jaar zullen worden aangegaan onder het nieuwe Medefinancieringsstelstel (MFS). De ramingen voor de verplichtingen voor PSO en TMF zijn naar beneden bijgesteld.

Uitgaven

5.2 Kennisontwikkeling

De meerjarige neerwaartse bijstelling van dit subartikel wordt veroorzaakt door een verlaging van de bijdrage aan het internationale onderwijsprogramma van EUR 1 mln. vanaf 2007.

5.3 Gender

De uitgaven voor gender stijgen enigszins in 2006 t/m 2008 vanwege de start van enkele programma’s in partnerlanden, o.a. in Burkina Faso, Ghana en Oeganda.

5.4 HIV-Aids

De uitgaven voor HIV/Aids worden – naast de intensivering van EUR 8 mln. als gevolg van het amendement Huizinga/Heringa – geïntensiveerd met ca. 7 mln. in 2006 oplopend tot ruim EUR 19 mln. in 2008. Deze intensivering is o.a. een gevolg van het besluit tot een structurele jaarlijkse bijdrage van EUR 5 mln aan het Commodity Fund van UNFPA, en een nieuw meerjarig fonds voor de opzet van een verzekeringsstelsel. Voorts zullen zoals toegezegd de uitgestelde betalingen uit 2005 in 2006 worden gerealiseerd. Naast de verhogingen is er een neerwaartse mutatie doordat de ramingen voor de uitgaven via het TMF naar beneden zijn bijgesteld in 2006 en 2007.

5.5 Reproductieve gezondheidszorg

Op een aantal posten vindt meerjarig een aanzienlijke intensivering plaats van activiteiten en programma’s gericht op de verbetering van de (reproductieve) gezondheidszorg. Tegelijkertijd worden de ramingen in het kader van TMF iets aangepast. Dit leidt tot een stijging van de uitgaven in 2007 en een daling in 2008 en verder.

5.6 Participatie Civil Society

Een deel van de gereserveerde middelen voor de invulling van het amendement Karimi/Van Baalen inzake mediapluriformiteit in Iran kon niet worden uitgegeven in 2005 vanwege beheerstechnische redenen. Deze middelen worden doorgeschoven naar 2006 (EUR 5,2 mln.) en 2007 (EUR 5,0 mln.). De subsidie voor het PSO-programma zal vanaf 2007 neerwaarts worden bijgesteld. De uitgaven voor het TMF-programma cultuur en communicatie worden verhoogd in 2007 en 2008 vanwege herziene ramingen van de ontvangende organisaties. Tenslotte zijn er enkele kleine aanpassingen op de ramingen van het MFP-programma in 2006.

Beleidsartikel 6 Beter beschermd en verbeterd milieu

Beleidsartikel 6  Beter beschermd milieu en verbeterd milieuBedragen in EUR 1000Stand ontwerpbegroting 2006Mutaties via NvW en amen-dementenMutaties 1e suppletore begrotingStand 1e suppletore begrotingMutaties 1e sup-pletore begrotingMutaties 1e sup-pletore begrotingMutaties 1e sup-pletore begrtotingMutaties 1e suppletore begroting
 (1)(2)(3)(4)=(1+2+3)2007200820092010
Verplichtingen300 2770278 223578 500– 4 446– 99 225– 112 864– 112 864
         
Uitgaven:        
Programma-uitgaven totaal340 326012 962353 28811 53524 099– 8 366– 8 366
6.1 Milieu en water253 651 – 8 594245 057– 12 9156 199– 23 516– 23 516
6.2 Water en stedelijke ontwikkeling86 675 21 556108 23124 45017 90015 15015 150

Verplichtingen

Voor de AEV prioriteiten milieu en water zullen aanzienlijke meerjarige verplichtingen worden aangegaan om de realisatie van de doelstelling van 0,1% BNP te continueren, o.a. voor het behoud van het tropisch regenwoud, ondersteuning van biodiversiteit in ontwikkelingslanden, en versterking van het beheer van stroomgebieden van rivieren. Voor de outputdoelstelling drinkwater en sanitaire voorzieningen worden ook omvangrijke meerjarige verplichtingen aangegaan met o.a. UNICEF. De ambassades intensiveren ook hun programma’s voor drinkwater en sanitaire voorzieningen alsmede duurzame energie, o.a. in Bangladesh, Bolivia, Colombia en Egypte. Dit zal leiden tot een toename van de verplichtingenstand met EUR 278,2 mln.

Uitgaven

6.1 Milieu en Water

De uitgaven voor milieu en water dalen per saldo. Om de outputdoelstelling energie te realiseren wordt in de komende jaren aanzienlijk geïnvesteerd in energie, o.a. via mondiale partnerschappen en de ambassades. De uitgaven van het particuliere kanaal via het TMF worden verlaagd in 2006 en verhoogd in 2007 en 2008 o.a. vanwege aangepaste liquiditeitsbehoefte bij ontvangende organisaties. In 2006 zal een start worden gemaakt met uitgaven aan Internationale NGO’s via het nieuwe meerjarige subsidiekader SALIN. De ambassades zullen minder uitgaven aan milieu (ca. EUR 8 mln.) als gevolg van vertraging in programma’s en de heroriëntatie richting de outputdoelstelling Drinkwater en Sanitaire voorzieningen (artikel 6.2). De uitgaven aan het GEF dalen in 2006 met EUR 7 mln. aangezien een betaling versneld is uitgevoerd in 2005.

6.2 Water en Stedelijke Ontwikkeling

De uitgaven voor water en stedelijke ontwikkeling stijgen aanzienlijk in de komende jaren, vooral om uitvoering te geven aan de outputdoelstelling drinkwater en sanitaire voorzieningen. In 2015 wil Nederland duurzame aansluiting voor 50 miljoen mensen hebben gerealiseerd. Om dit te bereiken intensiveren de ambassades hun inspanningen aanzienlijk. Tevens worden omvangrijke meerjarige programma’s afgesloten met o.a. UNICEF (EUR 20 mln.). De uitgaven van het particuliere kanaal via het TMF worden verlaagd in 2006 en verhoogd in 2007 en 2008 o.a. vanwege aangepaste liquiditeitsbehoefte bij ontvangende organisaties. Verder wordt in 2006 ook geïnvesteerd in waterbeheerprogramma’s in de Amazone- en Congobekken.

Beleidsartikel 7 Welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland en regulering van personenverkeer

Beleidsartikel 7  Welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland en regulering van personenverkeerBedragen in EUR 1000Stand ontwerpbegroting 2006Mutaties via NvW en amen-dementenMutaties 1e sup-pletore begrotingStand 1e suppletore begrotingMutaties 1e sup-pletore begrotingMutaties 1e sup-pletore begrotingMutaties 1e sup-pletore begrtotingMutaties 1e suppletore begroting
 (1)(2)(3)(4)=(1+2+3)2007200820092010
Verplichtingen122 8790– 22 347100 532– 17 096– 12 450– 12 885– 13 231
         
Uitgaven:        
Programma-uitgaven totaal122 8790– 22 347100 532– 17 096– 6 495– 12 930– 13 276
7.1 Consulaire dienstverlening11 502 2 60914 1115 9386 518303303
7.2 Vreemdelingenbeleid111 377 – 24 95686 421– 23 034– 13 013– 13 233– 13 579
         
Ontvangsten27 001 – 5 63021 371– 958– 1 958– 1 958– 1 958
7.10 Consulaire dienstverlening27 001 – 5 63021 371– 958– 1 958– 1 958– 1 958

Verplichtingen

De verplichtingenmutaties hangen grotendeels samen met de uitgavenmutaties.

Uitgaven

7.1 Consulaire dienstverlening

Vanwege vertraging in het NVIS-project en de aanschaf van het consulaire automatiseringsprogramma, zijn de uitgaven doorgeschoven naar latere jaren, voornamelijk 2006, 2007 en 2008. Ook worden de kosten voor NVIS hoger vanwege de implementatie van biometrie. Daarnaast worden er in 2006 extra kosten gemaakt voor consulaire bijstand in verband met het WK Voetbal en de Olympische Spelen in Berlijn. Ook nemen de kosten voor gedetineerdenbegeleiding structureel toe.

7.2 Vreemdelingenbeleid

De toerekening van eerstejaarsopvang van asielzoekers is lager dan geraamd. Dit heeft twee oorzaken. De instroom van asielzoekers is lager dan geraamd, en de opvangduur van eerstejaars asielzoekers blijkt korter dan geraamd.

Ontvangsten

7.10 Consulaire dienstverlening

Er wordt – na de start in maart – een lange aanloopperiode verwacht bij de inburgeringsexamens. Minder mensen zullen in 2006 examen doen dan verwacht waardoor minder ontvangsten worden gegenereerd. Daarnaast zijn de paspoortontvangsten naar een realistisch niveau naar beneden bijgesteld.

Beleidsartikel 8 Versterkt cultureel profiel en positieve beeldvorming in en buiten Nederland

Beleidsartikel 8  Versterkt cultureel profiel en positieve beeldvorming in en buiten NederlandBedragen in EUR 1000Stand ontwerpbegroting 2006Mutaties via NvW en amen-dementenMutaties 1e sup-pletore begrotingStand 1e suppletore begrotingMutaties 1e sup-pletore begrotingMutaties 1e sup-pletore begrotingMutaties 1e sup-pletore begrtotingMutaties 1e suppletore begroting
 (1)(2)(3)(4)=(1+2+3)2007200820092010
Verplichtingen137 34803 736141 084– 2 280– 2 2807 900– 2 220
         
Uitgaven:        
Programma-uitgaven totaal73 663013 17086 8334 5474 487– 303– 303
8.1 Nederlandse cultuur13 080 2 99116 071– 30– 303030
8.2 Cultureel erfgoed4 411 1 0505 461560   
8.3 Draagvlak Nederlands buitenlands beleid56 172 9 12965 3014 0174 517– 333– 333
8.4 Vestigingsklimaat internationale organisaties in Nederland   0    
         
Ontvangsten755 0755    
8.10 Doorberekening Defensie diversen755  755    

Verplichtingen

De verplichtingenmutaties hangen grotendeels samen met de uitgavenmutaties. Het verschil met de uitgavenmutaties zit in het feit dat de subsidieverplichting voor Clingendael nu eens per vier jaar wordt aangegaan (in 2009).

Uitgaven

8.1 Nederlandse cultuur

In 2006 zijn er overlopende kosten van 2005 in verband met vertraagde rapportages voor het HGIS-Cultuurprogramma. Ook zijn er in 2006 kosten in verband met de verbouwing van het college néerlandais.

8.2 Cultureel erfgoed

De verhoging van de uitgaven hangt samen met het Nationale geschenk aan Suriname.

8.3 Draagvlak Nederlands buitenlands beleid

De verhoging in 2006 heeft een aantal oorzaken, o.a de vertraagde bijdrage aan JCLEC en de verhoging van de uitgaven voor het stageprogramma Xplore, dat in 2008 afloopt. Meerjarig is er een verhoging omdat er extra geld wordt uitgetrokken voor Europese bewustwording (het Europafonds), het Rijnvaarthof en het Clingendael International Energy Programme.

Niet-beleidsartikel 9 Geheim

Artikel 9 GeheimBedragen in EUR 1000Stand ontwerpbegroting 2006Mutaties via NvW en amen-dementenMutaties 1e sup-pletore begrotingTotaal mutatiesStand 1e suppletore begrotingMutaties 1e sup-pletore begrotingMutaties 1e sup-pletore begrotingMutaties 1e sup-pletore begrtotingMutaties 1e suppletore begroting
 (1)(2)(3)(4)=(1+2+3)(5)=(1+4)2007200820092010
Verplichtingenpm   pm    
          
Uitgavenpm   pm    
          
Ontvangsten0  00    

Niet-beleidsartikel 10 Nominaal en onvoorzien

Artikel 10 Nominaal en onvoorzienBedragen in EUR 1000Stand ontwerpbegroting 2006Mutaties via NvW en amen-dementenMutaties 1e sup-pletore begrotingTotaal mutatiesStand 1e suppletore begrotingMutaties 1e sup-pletore begrotingMutaties 1e sup-pletore begrotingMutaties 1e sup-pletore begrtotingMutaties 1e suppletore begroting
 (1)(2)(3)(4)=(1+2+3)(5)=(1+4)2007200820092010
Verplichtingen81 5860– 25 608– 25 60855 978– 20 42330 710– 18 9911 092
          
Uitgaven:81 5860– 25 608– 25 60855 978– 20 42330 710– 18 9911 092
          
Nominaal en onvoorzien81 5860– 25 608– 25 60855 978– 20 42330 710– 18 9911 092

Verplichtingen en uitgaven

Het artikel wordt verlaagd met EUR 25,6 miljoen. Dit betreft voornamelijk overboekingen naar artikelen op diverse begrotingen (zie uitsplitsing hierna) in verband met loon- en prijsontwikkeling (EUR 14,8 miljoen) en als compensatie voor tegenvallers en/of beleidsintensiveringen (EUR 36,9 miljoen). Hier staan enkele verhogingen tegenover (samen EUR 26,2 miljoen), zoals een positieve bijstelling op grond van een aanpassing in de raming voor de prijscomponent van het BBP en als gevolg van een lagere EU-toerekening.

BegrotingBedrag x EUR 1 mln
V, BZ1,149
VI, Justitie0,680
VII, BZK0,198
IXB, Financiën0,159
X, Defensie45,700
XII, VenW– 1,140
XIII, EZ0,976
XIV, LNV1,400
XVI, VWS2,636
Totaal51,758

Niet-beleidsartikel 11 Algemeen

Artikel 11 AlgemeenBedragen in EUR 1000Stand ontwerpbegroting 2006Mutaties via NvW en amen-dementenMutaties 1e sup-pletore begrotingTotaal mutatiesStand 1e suppletore begrotingMutaties 1e sup-pletore begrotingMutaties 1e sup-pletore begrotingMutaties 1e sup-pletore begrtotingMutaties 1e suppletore begroting
 (1)(2)(3)(4)=(1+2+3)(5)=(1+4)2007200820092010
Verplichtingen648 912025 27125 271674 18330 18031 78811 31416 599
          
Uitgaven:656 334022 17622 176678 51033 01725 94620 03021 100
Apparaatsuitgaven656 334022 17622 176678 51033 01725 94620 03021 100
          
Ontvangsten50 83300050 833    
Diverse ontvangsten50 833  050 833    
Koersverschillen00000    

Verplichtingen

De verhogingen van het verplichtingenbudget hangen samen met de verhoging van de uitgaven.

Uitgaven

Het artikel voor de apparaatsuitgaven wordt verhoogd vanwege diverse materiële kosten, beveiliging van departement en posten, loon- en prijsbijstelling. De extra kosten voor bewaking van het departement en de persoonsbeveiliging op de posten bedragen EUR 5 mln. Voor de stijgende werkgeverslasten (voornamelijk premiemutaties voor pensioen, FPU en WAO), inclusief lokaal personeel, wordt vanaf 2006 structureel ca. EUR 15 mln loonbijstelling toegevoegd. Daarnaast is sprake van een prijsbijstelling voor diverse materiele kosten op posten en departement van ca. EUR 2 mln.

Naar boven