30 560 IXB
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2006 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

nr. 3
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 15 juni 2006

De vaste commissie voor Financiën1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Tichelaar

De waarnemend griffier van de commissie,

Vente

1

Welk deel van de ophoging van het apparaatbudget van de Belastingdienst met € 87 mln. wordt ingezet voor het in dienst nemen van meer toezichthouders? Hoeveel extra FTE kan hiermee in 2006 worden gerealiseerd? Welke concrete uitgaven gaan schuil achter de tegenvaller van € 12 mln. vanwege «hogere uitvoeringskosten fiscale wetsvoorstellen»?

Het versterken van het toezicht bestaat uit twee bewegingen. Ten eerste wordt in de tweede helft van 2006 begonnen met de werving en selectie van enkele honderden nieuwe medewerkers. Deze nieuwe medewerkers worden ingezet voor starterstoezicht, assistentie van zwaarder toezichtspersoneel, feitenverificatie en acties met andere handhavingsdiensten. De kosten voor 2006 hangen af van het moment waarop de nieuwe medewerkers daadwerkelijk in dienst (kunnen) treden. Geschat wordt dat het in 2006 om een bedrag van rond de € 5 mln gaat.

Een tweede beweging betreft het opheffen van de vacaturestop met ingang van april 2006. Hierdoor stromen er in 2006 ongeveer 600 nieuwe medewerkers in binnen het toezichtsproces. Het opheffen van de vacaturestop betreft echter geen uitbreiding van de formatie maar het opvullen van bestaande vacatures of vacatures die in de loop van het 2006 als gevolg van reguliere uitstroom zijn ontstaan of gaan ontstaan. Omdat de Belastingdienst personeel wil inzetten in het toezichtsproces, zal er wel een verschuiving plaatsvinden door ook de ontstane vacatures in de administratieve- en facilitaire processen gericht in te vullen met toezichtsmedewerkers. Het opheffen van de vacaturestop kost in 2006 naar schatting € 15 mln.

De mutatie van € 12 mln. vanwege uitvoeringskosten fiscale wetsvoorstellen is bestemd voor het dekken van de kosten die de Belastingdienst moet maken om extra taken uit te kunnen voeren of om bestaande automatiseringssystemen aan te passen. Het betreffen extra taken of systeemaanpassingen als gevolg van nieuwe of gewijzigde wetgeving, zoals fiscale wijzigingen met betrekking tot auto van de zaak, gebundelde aangifte loonbelasting, fiscale behandeling VUT/prepensioen en éénmalige extra kosten voor de kinderkorting. De mutatie van € 12 mln. is dan ook geen tegenvaller op de begroting van de Belastingdienst maar dient ter dekking van taakuitbreidingen bij de Belastingdienst.

2

Kan nader toegelicht worden waarom lopende automatiseringsprojecten (SUB en Toeslagen) in 2006 € 25 mln. meer blijken te kosten dan aanvankelijk was geraamd? Hoeveel is € 25 mln. als percentage van het totale automatiseringsbudget voor deze projecten?

De mutatie ad € 25 mln kan voor een bedrag van € 20 mln worden toegerekend aan het project Toeslagen en voor € 5 mln aan het project SUB.

Voor het project Toeslagen was oorspronkelijk een totaalbedrag van € 55 mln geraamd voor initiële (automatiserings)uitgaven. Op het automatiseringsbudget is zowel in 2004 als 2005 geld overgehouden (in totaal € 25 mln). Dit komt omdat er in de oorspronkelijke raming van uit werd gegaan dat het systeem in 2005 volledig operationeel zou zijn. Omdat later met de bouw van bepaalde platforms kon worden begonnen krijgt het project een niet geplande doorloop in 2006. Hierdoor schuift een deel (€ 20 mln) van de in 2004 en 2005 geplande uitgaven door naar 2006. Ook schuift een deel van de uitgaven door naar 2007.

Voor het project SUB bedroeg de oorspronkelijke raming voor automatisering voor de jaren 2003 tot en met 2007 een totaalbedrag van € 129 mln. Op deze raming vindt volgens de huidige inzichten een overschrijding plaats van € 28 mln. Dit wordt veroorzaakt door verschuivingen in de planning waardoor het projectteam langer in stand moet blijven. Andere oorzaken zijn de tussentijds noodzakelijk gebleken wijzigingen in de rekensystematiek als gevolg van overleg met marktpartijen en een grotere complexiteit waar het gaat om wederzijdse afstemming van de administraties van UWV en Belastingdienst. De overschrijding slaat voor€ 5 mln neer in 2006.

De mutatie van € 25 mln betreft dus een combinatie van een verhoging van de kosten (SUB) en (in het geval van Toeslagen) een schuif vanuit voorgaande jaren. Het bedrag van € 25 mln als percentage van de totale oorspronkelijke initiële budgetten voor de gezamenlijke projecten SUB en Toeslagen (€ 184 mln) is 14%.

3

Worden de uitkomsten van de evaluatie van de bekostiging van de AFM en de daaruit voortvloeiende alternatieve bekostigingswijze ook afzonderlijk per brief aan de Kamer voorgelegd, of impliceert het aannemen van de suppletore wet dat de Kamer ook instemt met een andere bekostigingswijze van de AFM? Kan worden toegelicht waarom het nieuw voorgestelde financieringsregiem leidt tot een verdubbeling van de overheidsbijdrage aan de AFM? Impliceert de toename van de overheidsbijdrage van € 12 mln. een even grote besparing bij de marktpartijen die anders deze kosten hadden gedragen?

In het rapport «Herziening Financiering Toezicht op de financiële marktsector» (Kamerstuk 28 122, nr. 16) is vastgelegd welke onderdelen van het toezicht door de Staat worden gefinancierd. De hoogte van de daartoe te verstrekken overheidsbijdrage werd evenwel berekend aan de hand van een vast percentage van alle kosten die de toezichthouder in enig jaar had gemaakt.

De afgelopen periode heeft de AFM meer aandacht moeten besteden aan handhavingsactiviteiten. Activiteiten waarvan in het rapport is aangegeven dat de Staat deze zou financieren. De omvang van de overheidsbijdrage was echter niet gekoppeld aan de ontwikkelingen bij de subsidiabel gestelde activiteiten. Het via de suppletore wet ingediende voorstel brengt deze koppeling alsnog tot stand. Tevens voorziet het voorstel in de financiering van een aantal activiteiten waarvan de AFM de kosten niet aan marktpartijen kan doorberekenen. Het betreft o.m. een deel van de kosten van het toezicht op emissies (zie Kamerstuk 30 013, nr. 8, pag. 12 en 13) en het toezicht op publicisten (vanwege het heterogene karakter van deze categorie van onder toezicht staande instellingen en personen).

Aangezien de Staat met de hogere overheidsbijdrage een eerdere toezegging nakomt, kan er niet gesproken worden over een even grote besparing bij marktpartijen. Wel neemt het aandeel in de financiering van de toezichtkosten van de AFM voor marktpartijen af.

Onlangs is een algehele evaluatie gestart van de «Regeling bekostiging financieel toezicht». Het is mijn intentie om de Kamer na afloop van die evaluatie uitgebreid te informeren.

4

Waarom kiest het kabinet voor de eigen term «deugdelijke weergave» in plaats van het gebruikelijke «getrouwe weergave» met een wijziging van artikel 58 Comptabiliteitswet 2001?

In de eerste suppletore begrotingswetten 2006 wordt geen wijziging van artikel 58, maar van artikel 66, vijfde en zesde lid, CW 2001 voorgesteld. Er is bewust voor gekozen om deze wijziging (via de suppletore begrotingswetten) te beperken tot de strikt noodzakelijke aanpassing van de CW 2001. We hebben daarom artikel 58 daarbij niet betrokken. We lopen met deze tijdelijke wijziging vooruit op een meer reguliere wijziging van de CW 2001, waarvan de indiening bij de Tweede Kamer in 2007 is voorzien. Alsdan zullen we overstappen naar de meer gebruikelijke term «getrouwe weergave».

5

Kan een overzicht gegeven worden van de verkochte deelnemingen in PinkRoccade, KPN, TNT en KLM waarin per verkocht aandelenpakket duidelijk wordt hoeveel dividend geraamd was (zowel de afgelopen vijf jaar als voor de komende vijf jaar), hoeveel dividend de afgelopen vijf jaar daadwerkelijk ontvangen is op het verkochte pakket en voor hoeveel de aandelen verkocht zijn?

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de dividendramingen en -realisaties, waarbij opgemerkt dient te worden dat verkopen hierbij van invloed zijn. Aangezien het beheer van de vier deelnemingen in de periode 2001–2002 niet bij het ministerie van Financiën lag, zijn deze jaren niet meegenomen in deze tabel.

De realisaties voor de jaren 2003, 2004 en 2005 zijn de realisaties op kasbasis, deze bedragen zijn in de betreffende jaren ontvangen door het ministerie van Financiën en kunnen betrekking hebben op het jaar ervoor.

Dividendraming Pink zijn de ramingen van voor de verkoop in 2005, de huidige raming is (vanzelfsprekend) nul. Ramingen voor de andere drie deelnemingen zijn de huidige ramingen.

JarenKPN ramingKPN realisatie TNT ramingTNT realisatie Pink raming Pink realisatie KLM ramingKLM realisatie
20030060 65171 8422 0822911 0431 058
2004159 000159 04960 65183 5372 0828191 0431 058
200596 000132 78760 65143 1832 0820455445
200658 000n.v.t. 26 138n.v.t.2 082n.v.t. 455n.v.t.
200758 000n.v.t.26 138n.v.t. 2 082n.v.t. 455n.v.t.
200858 000n.v.t. 26 138n.v.t.2 082n.v.t. 455n.v.t.
200958 000n.v.t.26 138n.v.t. 2 082n.v.t. 455n.v.t.
201058 000n.v.t. 26 138n.v.t.2 082n.v.t. 455n.v.t.
201158 000n.v.t.26 138n.v.t. 2 082n.v.t. 455n.v.t.

Bovenstaande gegevens zijn in euro, *1000

De tweede tabel geeft de verkoopopbrengsten voor deze vier deelnemingen weer over 2005.

DeelnemingOpbrengst
KPN€ 2,4 mld.
TNT€ 0,9 mld.
Pink€ 89,2 mlj.
KLM€ 11,6 mlj.

6

Op welke wijze in welke budgettaire nota manifesteert de gestegen winst DNB (van € 532 in 2004 naar € 1,82 mrd.) zich? Leidt de winststijging DNB in 2005, die onder andere door gestegen goudprijzen werd veroorzaakt, niet tot een bijstelling van de raming voor 2006?

In principe wordt de winstraming van DNB in elke budgettaire nota bijgesteld, op basis van de dan geldende meest actuele inzichten. Dit is een gevolg van het feit dat DNB meermalen per jaar een winstverwachting aan het ministerie van Financiën doet toekomen.

De winstuitkering voor 2006 is deels afhankelijk van de gerealiseerde winst in 2005, deels van de verwachte winst in 2006. De stijging van de winst over 2005 (exclusief de goudopbrengsten) t.o.v. 2004 was reeds verwerkt, getuige de hogere winstafdracht in 2005 (de realisatie) en in 2006 (de raming).

De opbrengsten voor DNB uit de verkoop van goud in 2005 hebben geen invloed op de winstafdracht aan Financiën, deze winstopbrengst is in zijn geheel toegevoegd aan de algemene reserve van de DNB, conform de afspraken die hierover tussen de Staat en DNB bestaan.

Op basis van een nieuwe winstverwachting van DNB, zal de raming mogelijk weer worden aangepast bij NJN.

7

A. Kan worden toegelicht om welke schades het gaat die bij elkaar leiden tot een uitgavenmeevaller van € 44 mln. bij de EKV?

B. Op grond van welke inzichten kan de raming neerwaarts worden bijgeteld? Op grond waarvan zijn de EKV-uitgaven voor de jaren 2007, 2008 en, 2009 en 2010 ook met tientallen miljoenen neerwaarts bijgesteld?

C. Waarom is de ontvangstenmeevaller bij de EKV van € 61 mln. niet inhoudelijk toegelicht?

D. Om welke «grote overeenkomst» gaat het?

E. Welk deel van de meevaller van € 61 mln. is toe te schrijven aan de gewijzigde verwachting van het aantal af te sluiten verzekeringen?

F. Betekent meer premie-inkomsten ook niet dat het volume van mogelijke schade-uitkeringen ook groter wordt? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe is het verlagen van de uitgavenraming te rijmen met een stijgend beroep op de EKV-faciliteit?

A. Nee; per jaar worden geen specifieke schade-zaken geraamd maar wordt op basis van ervaringen een inschatting gemaakt van totale schades uit hoofde van lopende verzekeringen. Het afgelopen jaar hebben zich minder schades voorgedaan dan in voorgaande jaren. De verklaring hiervan zou deels kunnen liggen in de goed presterende wereldeconomie, waardoor in landen waarop verzekeringen zijn afgesloten relatief weinig betalingsproblemen hebben gekend.

B. Schade-uitkeringen onder de exportkredietverzekering zijn doorgaans volatiel en daardoor zijn de onzekerheden ook groot. Op basis van realisaties in het verleden en vooruitzichten voor wat betreft de wereldeconomie is de raming neerwaarts bijgesteld.

C. Deze meevaller komt voort uit het feit dat een zeer grote transactie is afgerond in het begin van 2006. Tevens zullen naar verwachting nog 1 à 2 orders rondkomen dit jaar. Gezien het specifieke karakter / risicoprofiel van deze verzekeringen, zijn er zeer grote premiebedragen mee gemoeid.

D. Het gaat om een grote order in de scheepsbouwsector.

E. De meevaller komt niet voort uit het aantal af te sluiten verzekeringen, maar uit verwachtingen over 1 à 2 grote specifieke transacties.

F. Een hoger volume aan premie-inkomsten komt inderdaad voort uit het aannemen van meer risico waaruit mogelijkerwijs meer schades voort zou kunnen vloeien. Maar aangezien de premie-inkomsten niet structureel worden verhoogd, verwachten wij geen lange termijn effect op de schade-uitkeringen.

8

Kan een indicatie worden gegeven van de doorloop in latere jaren van de forse groei (87 miljoen) van de apparaatuitgaven voor de Belastingdienst.

De groei van de apparaatsuitgaven ad € 87 mln. van de Belastingdienst komt voort uit een aantal verschillende mutaties. De meeste hiervan hebben een incidenteel karakter. Alleen de mutatie voor de de drie vernieuwingstrajecten reductie van ICT-complexiteit, het realiseren van een Vooringevulde Aangifte en het versterken van het toezichtsproces, kent een meerjarige doorwerking. Deze trajecten zijn onderling met elkaar verbonden. Voor de drie ontwikkelingen is voor 2006 een bedrag van in totaal € 30 mln. beschikbaar. Bij de besteding van dit bedrag streeft de Belastingdienst naar een optimale mix waarbij een voldoende impuls wordt gegeven aan de drie ontwikkelingen. Daarom wordt de onderlinge verdeling van het beschikbare budget jaarlijks bezien. Dit op basis van de dan opgedane ervaringen en beschikbare inzichten over de drie ontwikkelingen. De meerjarige mutatie voor de drie trajecten betreft € 95 mln in 2007, € 120 mln in 2008, € 90 mln in 2009 en € 75 mln in 2010 en 2011.

9

Wat is de reden geweest om betalingen aan ontwikkelingsfondsen een jaar te vervroegen? Wat is de reden dat ook in volgende jaren (2007 t/m 2009) de raming voor uitgaven in het kader van deelneming multilaterale ontwikkelingsbanken en -fondsen te verlagen met respectievelijk 55, 10 en 19 miljoen euro?

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking heeft mij verzocht om nieuwe, vervroegde verzilveringsschema’s af te spreken met enkele ontwikkelingsfondsen (IDA, AfDF en AsDF). Hiermee werd beoogd het schema van de betalingen beter af te stemmen op de beschikbaarheid van middelen voor ontwikkelingssamenwerking, waarin in de loop van 2005 voor dat jaar ruimte was ontstaan, m.n. vanwege de revisie van het BNP en ontwikkelingen in de Club van Parijs. Het betrof betalingen die in het oude schema waren gepland voor de jaren 2006 en 2007. De aanpassingen voor 2008 en 2009 zijn technisch van aard en hebben onder meer te maken met het schuiven van een stelpost naar 2010.

10

Wat is de reden voor de versnelling in de taakstelling agrarische verkopen? Wordt in 2006 een betere opbrengst verwacht dan in 2007?

Erfpachters van niet-strategische altijddurende erfpachtgronden en grondbankgronden zijn door de Staat op basis van vrijwilligheid eenmalig in staat gesteld om de blote eigendom van de door hen gebruikte grond te verwerven. Aankoop diende plaats te vinden in de jaren 2004/2005. Als gevolg van de overweldigende belangstelling en vanwege de uit coulance verlengde reactietermijn op het koopaanbod (Kamerstukken II, 2005/06, 24 490, nr. 22) zal er naar verwachting in 2006 € 65 mln. extra aan verkoopontvangsten worden gerealiseerd, welke in mindering zijn gebracht op de taakstelling voor 2007 (de grond kan maar één keer worden verkocht). Uitstel van de verkopen aan erfpachters tot 2007 is omwille van redelijkheid en eerdere toezeggingen niet mogelijk.


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), Crone (PvdA), Bakker (D66), Hofstra (VVD), De Haan (CDA), Bussemaker (PvdA), Vendrik (GL), Halsema (GL), Kant (SP), Blok (VVD), Ten Hoopen (CDA), ondervoorzitter, Smits (PvdA), De Pater-van der Meer (CDA), Van As (LPF), Tichelaar (PvdA), voorzitter, Koopmans (CDA), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Varela (LPF), De Nerée tot Babberich (CDA), Fierens (PvdA), Aptroot (VVD), Smeets (PvdA), Heemskerk (PvdA), Dezentjé Hamming (VVD), Van Egerschot (VVD), Irrgang (SP) en Willemse-van der Ploeg (CDA).

Plv. leden: Rouvoet (CU), Koenders (PvdA), Dittrich (D66), Balemans (VVD), Kortenhorst (CDA), vacature PvdA, Duyvendak (GL), Van Gent (GL), vacature algemeen, De Krom (VVD), Atsma (CDA), Dijsselbloem (PvdA), Omtzigt (CDA), Eerdmans (LPF), Noorman-den Uyl (PvdA), Mosterd (CDA), De Vries (CDA), Hermans (LPF), Mastwijk (CDA), Stuurman (PvdA), Luchtenveld (VVD), Blom (PvdA), Douma (PvdA), De Vries (VVD), Van Beek (VVD), Gerkens (SP) en Rambocus (CDA).

Naar boven