30 560 B
Wijziging van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2006 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

nr. 3
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 19 juni 2006

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen.

De door de regering gegeven antwoorden zijn hierbij afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Noorman-den Uyl

Adjunct-griffier van de commissie,

Hendrickx

1

Waarom is het budget «kosten financiële verhoudingswet» niet tot volledige besteding gekomen? Is de verwachting dat de niet gedane uitgaven wel in 2006 gedaan zullen kunnen worden?

Uit het budget «kosten uitvoering financiële verhoudingswet» worden onder meer diverse onderzoeken betaald, bijvoorbeeld naar de werking van de verdeelsystematiek van het gemeentefonds, de evaluatie van het BTW-compensatiefonds, het onderzoek naar de kosten voor Openbare Orde en veiligheid etc. Ook het onderzoek ten behoeve van de scan van het jaarlijkse Periodiek Onderhoudsrapport (POR) wordt hieruit gefinancierd. Omdat het tijdsverloop van die onderzoeken soms anders is dan waar bij de planning vanuit is gegaan, is ook het verloop van de uitputting van het budget anders. De bestedingen zullen naar verwachting plaatsvinden in 2006.

2

Hoeveel geld is er in totaal beschikbaar gesteld voor het oplossen van de pijnpuntenlijst van de VNG? Hoeveel is dat exact per punt van die pijnpuntenlijst? Waarop is de hoogte van het bedrag voor openbare orde en veiligheid gebaseerd als het onderzoek nog loopt?

Het «afkaarten» van de VNG pijnpuntenlijst was onderdeel van een bestuurlijk afspraken-pakket. Belangrijke onderdelen van dat pakket waren een extra uitname in verband met het BTW-compensatiefonds en een extra toevoeging voor Openbare Orde en Veiligheid (voor de periode 2007 t/m 2009). Voor één punt van de VNG-pijnpuntenlijst, het leerlingenvervoer, is afzonderlijk 15 miljoen euro toegekend. De rest van de pijnpuntenlijst is vervallen in het kader van het algehele akkoord.

3

Wat is de aanleiding om het professionaliseringsfonds burgemeesters voort te zetten en daarvoor € 450 000,= beschikbaar te stellen? Waarom is dit ten laste gebracht van het gemeentefonds en niet van de begroting van BZK? Leveren de burgemeesters ook een eigen bijdrage aan het fonds?

De algemene doelstelling van het professionaliseringsfonds is om scholings- en opleidingsfaciliteiten aan te bieden aan burgmeesters om de voor het ambt benodigde kwaliteiten te onderhouden en te versterken.

Het fonds is inmiddels een onmisbare schakel in de professionalisering van burgemeesters. De behoefte aan professionalisering zal ook in de aanloop naar een andere aanstellingswijze voor burgemeesters niet verminderen. Met het Nederlands Genootschap van Burgemeesters is dan ook de afspraak gemaakt dat het professionaliseringsfonds in 2006 en 2007 zal worden gecontinueerd.

Op jaarbasis bedraagt de voeding van het fonds € 750 000,–, waarvan € 300 000,– ten laste komt van de begroting van BZK. Het resterende deel ter hoogte van € 450 000 dragen de burgemeesters zelf bij door de secundaire loonruimte 2002 en een deel van 2003 beschikbaar te stellen. Deze bijdrage vindt plaats door middel van uitname uit het Gemeentefonds.

4

Is bekend in hoeverre de gelden van de bijzondere bijstand ook daadwerkelijk uitgegeven worden aan bijzondere bijstand? Is er bij gemeenten sprake van onderuitputting van de bijzondere bijstand? In hoeverre hebben gemeenten wel mogelijkheden om de extra gelden uit te keren nu het uitkeren van categorale bijstand niet mogelijk is? In hoeverre zijn de gelden inzetbaar voor het doel, namelijk compensatie voor de hoge energiekosten?

De beheerders van het gemeentefonds volgen niet hoeveel de gemeenten daadwerkelijk uitgeven aan bijzondere bijstand. De verantwoordelijkheid van de fondsbeheerders heeft betrekking op de omvang en verdeling van het gemeentefonds. In dat kader worden de uitgaven op de gemeentefondsclusters (in dit geval gaat het om het cluster Werk en Inkomen, waarin de bijzondere bijstand en de uitvoeringskosten zitten) op macroniveau gevolgd, in het jaarlijks Periodiek Onderhoudsrapport, kortweg POR. Doel daarvan is om te monitoren of de verdeelsystematiek van het gemeentefonds nog goed aansluit bij de gemeentelijke uitgaven.

De inhoudelijke verantwoordelijkheid voor de uitgaven ligt bij de gemeenten zelf; de betreffende afwegingen worden op lokaal niveau gemaakt. Er is in dit verband dus ook geen sprake van een «budget», dat wel of niet wordt «uitgeput» of dat voor een bepaald doel bestemd zou zijn (dus ook niet voor compensatie van energiekosten). Het kabinet wilde wel iets extra’s doen voor mensen met een laag inkomen die – door een veelheid van factoren – geconfronteerd worden met bijzondere financiële problemen; daarom is eenmalig € 35 miljoen gestort in het gemeentefonds).

Gegevens omtrent daadwerkelijke gemeentelijke uitgaven zouden moeten worden afgeleid uit de gemeentelijke begrotingen of jaarrekeningen (c.q. de statistieken die het CBS hierover bijhoudt).

5

Waar is het bedrag van € 60,1 mln. voor integratie-uitkeringen nu concreet voor bestemd?

Integratie-uitkeringen zijn geldstromen die wel onderdeel zijn van het gemeentefonds (dus: vrij besteedbare middelen), maar die tijdelijk buiten de reguliere verdeelsystematiek worden gehouden, totdat een manier is gevonden om de geldstroom in die verdeelsystematiek te integreren. De looptijd kan elke mogelijke waarde hebben; de enige voorwaarde die de wet stelt, is dat er een einddatum moet worden bepaald.

Deze 60 miljoen betreft twee integratie-uitkeringen:

1. De integratie-uitkering Wet Uitkering Wegen (WUW). Deze integratie-uitkering is aangevangen in 1993 en loopt tot en met 20171 Met deze integratie-uitkering werden de gemeenten gecompenseerd voor het wegvallen van een voordien bestaande wettelijke bijdrage in de kosten van beheer van wegen en veren.

2. De integratie-uitkering precariobelasting bestaat sinds 1998. Het betreft een compensatie die aan het gemeentefonds is toegevoegd omdat de gemeenten met ingang van 1998 geen precariobelasting op omroepkabels meer mochten heffen.

6

Waarom is van de € 70 mln. koopkrachtreparatie wel de € 35 mln. voor de bijzondere bijstand opgenomen in tabel B3, maar niet de € 35 mln. voor extra kinderkorting voor gezinnen met een laag inkomen?

Van de € 70 miljoen koopkrachtreparatie is € 35 miljoen bestemd voor de bijzondere bijstand. Die middelen zitten in het gemeentefonds en dus is aan het gemeentefonds € 35 miljoen toegevoegd. Het andere deel van de reparatie, namelijk € 35 miljoen extra kinderkorting, is een belastingkorting voor gezinnen met een laag inkomen. De belastingopbrengsten zullen als gevolg hiervan € 35 miljoen lager liggen. Dat heeft dus niets met het gemeentefonds van doen en wordt dan ook niet in de gemeentefondsbegroting verwerkt.


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Kalsbeek (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), voorzitter, Van Beek (VVD), ondervoorzitter, Van der Staaij (SGP), Luchtenveld (VVD), Wilders (Groep Wilders), De Pater-van der Meer (CDA), Duyvendak (GL), Spies (CDA), Eerdmans (LPF), Sterk (CDA), Van der Ham (D66), Algra (CDA), Haverkamp (CDA), Van Fessem (CDA), Smilde (CDA), Straub (PvdA), Nawijn (Groep Nawijn), Boelhouwer (PvdA), Dubbelboer (PvdA), Van Schijndel (VVD), Irrgang (SP), Meijer (PvdA), Özütok (GL), Wagner (PvdA), Vacature (PvdA) en Vacature (SP)

Plv. leden: De Vries (PvdA), Fierens (PvdA), Weekers (VVD), Slob (CU), De Vries (VVD), Szabó (VVD), Rambocus (CDA), Van Gent (GL), Çörüz (CDA), Van As (LPF), Van Haersma Buma (CDA), Koşer Kaya (D66), Eski (CDA), Knops (CDA), Van Bochove (CDA), Van Hijum (CDA), Hamer (PvdA), Hermans (LPF), Leerdam (PvdA), Wolfsen (PvdA), Van der Sande (VVD), Kant (SP), Balemans (VVD), Halsema (GL), Dijsselbloem (PvdA), Vacature (PvdA) en De Wit (SP).

XNoot
1

Zie het Besluit Integratie-uitkering WUW-middelen Gemeentefonds. Staatsblad 1994, nr. 280.

Naar boven