nr. 10
DERDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 10 september 2007
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
Onder vernummering van artikel IV tot artikel V wordt een artikel ingevoegd,
luidende:
ARTIKEL IV
Indien het bij koninklijke boodschap van 20 september 2006 ingediende
voorstel van wet tot wijziging van de Wet veiligheidsonderzoeken ter verbetering
van de uitvoerbaarheid en ter verduidelijking van de toepassing van deze wet
(30 805) tot wet is verheven en in werking is getreden, en indien het
bij koninklijke boodschap van 17 oktober 2005 ingediende voorstel van
wet houdende regels inzake de verwerking van politiegegevens (Wet politiegegevens)
tot wet is verheven en in werking is getreden wordt de Wet veiligheidsonderzoeken
gewijzigd als volgt:
In artikel 7, tweede lid, onder a, in artikel 9, tweede lid, en in 13,
vierde lid, onder a, wordt «gegevens uit politieregisters als bedoeld
in de Wet politieregisters» telkens vervangen door: gegevens als bedoeld
in de Wet politiegegevens.
Toelichting
Deze nota van wijziging wordt uitgebracht mede namens de minister-president,
minister van Algemene Zaken, de minister van Defensie en de minister van Justitie.
Bij de totstandkoming van het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet veiligheidsonderzoeken
ter verbetering van de uitvoerbaarheid en ter verduidelijking van de toepassing
van deze wet (Kamerstuk nr. 30 805) is abusievelijk geen rekening gehouden
met de vervanging van de Wet politieregisters door de Wet politiegegevens
op grond van het wetsvoorstel houdende regels inzake de verwerking van politiegegevens
(Wet politiegegevens). Aangezien deze beide wetsvoorstellen inmiddels bij
de Eerste Kamer in behandeling resp. aanvaard zijn, wordt voorgesteld ter reparatie bijgaande bepaling op te nemen in het onderhavige wetsvoorstel
zodat de tekst van de Wet veiligheidsonderzoeken op termijn, dat wil zeggen
na inwerkingtreding van de wijziging van de Wet veiligheidsonderzoeken, van
de nieuwe Wet politiegegevens en van het onderhavige wetsvoorstel, wordt aangepast.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
G. ter Horst