30 550 XIV
Jaarverslag en slotwet ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 2005

nr. 8
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 2 juni 2006

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit1 heeft de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de volgende vragen ter beantwoording voorgelegd over her rapport van de Algemene Rekenkamer bij het Jaarverslag 2005 van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Kamerstuk 30 550 XIV, nr. 2).

De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 29 mei 2006.

De vragen en antwoorden zijn hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Schreijer-Pierik

De waarnemend griffier van de commissie,

Van Leiden

1

Moeten de leningen van het ministerie op de kapitaalmarkt, waar de Algemene Rekenkamer (ARK) op wijst, worden opgeteld bij de staatsschuld, ook al worden de leningen via een stichting aangegaan? Zou de aflossing van € 1 mld. vermeden kunnen worden door gebruik te maken van andere financiële constructies?

De leningen die de particuliere natuurbeschermingsorganisaties sinds 2004 aangaan via een stichting (i.c. het Nationaal Groenfonds) tellen mee in de berekening van de staatsschuld. De genoemde leningen van de stichting maken onderdeel uit van het geïntegreerd middelenbeheer.

De aflossing van 1 miljard tot en met 2048 kan alleen vermeden worden door de huidige leenconstructie niet voort te zetten, maar de financiering van de grondaankopen voor Particuliere Natuurbeschermingsorganisaties rechtstreeks uit de LNV-begroting te financieren. Dit vereist een structurele verhoging van de LNV-begroting.

2

Hoe gaat u de autorisatie van langdurige verplichtingen aanpassen om gesignaleerde problemen aan te pakken?

Jaarlijks worden de budgetten voor rente en aflossing voor leningen in het kader van de grondverwerving door Particuliere Natuurbeschermingsorganisaties ter autorisatie aan u voorgelegd. Daarnaast worden in de begroting, in de tabel budgettaire gevolgen van beleid, de garantieverplichtingen in het kader van deze leningen aan u voorgelegd ter autorisatie. Ik zal in de toekomst deze garantieverplichtingen in de begroting nader toelichten. Bovendien wordt in het departementale jaarverslag jaarlijks een overzicht opgenomen van de garantie-verplichtingen. Hierin is naast de initiële omvang van de garantie-verplichting ook de looptijd en de restverplichting opgenomen.

3, 6, 7 en 8

Wat gaat u doen met de aanbeveling van de ARK om nader onderzoek te doen naar de toepasbaarheid van de middelen uit de comptabiliteitswet om budgetten voor langere tijd voor bepaalde doelen te reserveren? Hoe lang zou het duren om dit te onderzoeken? Is de ARK een aangewezen instantie om dit onderzoek te verrichten?

Waarom doet u geen toezegging op de opmerking van het ARK wat betreft opzet van verantwoording en controle van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG), aangezien het hier immers een groot bedrag betreft en een belangrijke verantwoordelijkheid van het ministerie van LNV, namelijk onderhoud van het landelijk gebied? Een dergelijk budget zou toch goed inzichtelijk moeten zijn? Waarom doet u op dit punt geen toezegging?

Waarom kiest u niet voor het instellen van een begrotingsfonds in plaats van het ILG, zoals de ARK noemt als optie om middelen te ontschotten? Bent u bereid hiernaar onderzoek te laten doen?

Hoe kan het budget voor het ILG beter worden weergegeven, rekening houdend met de opmerkingen van de ARK?

Bij de vormgeving van het ILG heeft het Investeringsbudget Stedelijke vernieuwing (ISV) model gestaan. Ook bij het ISV is gekozen voor een systematiek waarin na 5 jaar door provincies en gemeenten verantwoording wordt afgelegd over de gerealiseerde prestaties en middelen. Bij ILG is gekozen voor een periode van 7 jaar om aansluiting te verkrijgen met het Europese Plattelandsfonds. Gezien de opmerking van de Algemene Rekenkamer dat een meerjarige verantwoording van specifieke uitkeringen op gespannen voet staat met de jaarlijkse verantwoordingsplicht volgens de Comptabiliteitswet 2001 is de regering voornemens om de Comptabiliteitswet aan te passen om meerjarige verantwoording over specifieke uitkeringen mogelijk te maken. De door mij voorgestane controle- en verantwoordingsstructuur voor het ILG is opgenomen in het wetsvoorstel Inrichting Landelijk Gebied en zal in de bestuursovereenkomsten met de provincies verder uitgewerkt worden. Hierbij sluit ik volledig aan bij het principe van single audit en single information, zodat op een doelmatige wijze door de provincies kan worden gerapporteerd en verantwoord. Jaarlijks ontvang ik in dat kader voortgangsrapportages van de provincies die ik u zal toezenden. In 2010 vind een mid-term review plaats op basis waarvan de ILG-afspraken kunnen worden herijkt. Na afloop van de ILG-periode na 2013 zullen de provincies zich verantwoorden over de gerealiseerde prestaties en de besteding van de middelen. Ter borging van de financiële stromen gedurende de ILG-periode worden de ILG-middelen op een rekening bij het Nationaal Groenfonds gestort – binnen het geïntegreerd middelenbeheer – waaruit de provincies de middelen uitsluitend kunnen aanwenden voor investeringen in het landelijk gebied. Vanzelfsprekend draag ik er zorg voor dat in de LNV-begroting 2007 een helder onderscheid wordt aangebracht tussen de Rijksbudgetten die onderdeel vormen van het ILG en de andere Rijksbudgetten. Via een overzichtsconstructie bij de LNV-begroting 2007 zal ik bovendien inzicht geven in de totale omvang van het ILG-budget. Ik ben van mening dat hiermee het inzicht in het ILG-budget en de controle- en verantwoordingsstructuur voldoende is geborgd.

4

Welke voorziening zult u treffen om de al langer bestaande problematiek met de openstaande voorschotten op te lossen? Welke voorzieningen zult u hiervoor treffen?

Zoals toegezegd in mijn reactie richting de Algemene Rekenkamer geef ik extra aandacht aan het afwikkelen van oude voorschotten. Met de betrokken directies zijn concrete afspraken gemaakt over het inlopen van achterstanden en het afwikkelen van oude voorschotten. Uitgangspunt hierbij is dat de betreffende achterstanden in 2006 worden ingelopen. Periodiek wordt de voortgang bewaakt waardoor eventuele knelpunten tijdig kunnen worden opgevangen. Randvoorwaarde is evenwel een zorgvuldige en rechtmatige afwikkeling.

5

Welke maatregelen zult u uitvoeren om het financiële beheer van Dienst Landelijk Gebied te verbeteren?

Naar aanleiding van constateringen van de Departementale Auditdienst is door DLG in 2005 een omvangrijk pakket maatregelen getroffen. De belangrijkste maatregelen betreffen afzonderlijke controles op de afsluiting van landinrichtingsprojecten, verbeteringen in de administratieve organisatie en de ondersteunende systemen voor grondverwerving en landinrichting, inzet van additionele interne auditcapaciteit en een bewustwordings- en opleidingsprogramma. De verbeteracties zijn inmiddels voortvarend ter hand genomen en de verwachting bestaat dat de gesignaleerde knelpunten eind 2006 zullen zijn opgelost. Daarnaast kan nog worden opgemerkt dat met de reorganisatie van DLG, die per maart 2005 is doorgevoerd, een verdere professionalering van de financiële functie wordt nagestreefd. Zo is de financiële administratie gebundeld in een landelijk opererend en centraal aangestuurd Shared Service Center. Ik zal er op toezien dat deze en andere maatregelen worden uitgevoerd, zodat de noodzakelijke verbeteringen hun beslag krijgen.

9

Bent u van plan de aanbeveling van de ARK om doelmatiger liquiditeitsbeheer toe te passen van plan uit te voeren? Zo neen, waarom niet?

Mijn voornemen is om met de komst van het ILG per 2007 de bevoorschotting van de provincies door LNV per kwartaal te laten plaatsvinden. De gespreide bevoorschotting over het jaar, die hierdoor ontstaat, draagt bij aan een meer doelmatig liquiditeitsbeheer.

10

Zijn er nog meer bedragen buiten de jaarrekening gevallen, dan de € 32 mln. aan uitgaven en € 15 mln. aan ontvangsten die volgens de ARK niet verantwoord zijn in de jaarrekening.? Kunt u alsnog verantwoording geven van deze bedragen? Zal dit in de toekomst niet meer voorkomen?

Alle bedragen zijn opgenomen in de jaarrekening. De Algemene Rekenkamer (ARK) constateert dat de € 32 mln. aan uitgaven en € 15 mln. aan ontvangsten ten onrechte buiten begrotingsverband zijn gebracht. Volgens de ARK mogen alleen de bedragen buiten begrotingsverband geboekt worden die met derden worden verrekend. Hierbij mag geen sprake zijn van een overheidstaak. Het begrip overheidstaak wordt aangehaald in de toelichting van de aanwijzingsregeling boekingen buiten begrotingsverband. In het verleden is aan het begrip overheidstaak niet de reikwijdte gegeven zoals dit nu voor het verslagjaar 2005 door de ARK naar voren wordt gebracht. Hierdoor zijn in voorgaande jaren de uitgaven van bijvoorbeeld Europese programma’s als FIOV en Oriëntatie (begin jaren 90) niet in de begroting opgenomen en buiten begrotingsverband verantwoord. Deze werkwijze is op een bestendige wijze voortgezet. Voor wat betreft de interpretatie van de reikwijdte van het begrip overheidstaak en van de toepassing van de «Aanwijzingsregeling boekingen buiten begrotingsverband 2004» zal LNV in samenwerking met het Ministerie van Financiën nader onderzoek verrichten.

11

Wat gaat u ondernemen om gehoor te geven aan het oordeel van de ARK, dat het subsidiebeheer bij het ministerie van LNV onvoldoende is?

Ten aanzien van het subsidiebeheer is gebleken dat in enkele gevallen benodigde documenten, zoals controleprotocollen en -memoranda niet volledig aanwezig zijn. Voor deze specifieke gevallen zal dit worden hersteld. Ten algemene geldt dat nieuwe regelgeving moet worden getoetst aan het Handboek Financiële Regelingen, dat zal worden voortgezet. Daarnaast zal het interne toezicht worden verbeterd door gebruik te maken van een monitor waarmee de naleving van de voorschriften per financiële regeling wordt vastgelegd. Hiermee wordt invulling gegeven aan de aanbeveling van de Algemene Rekenkamer.

12

De ARK constateert dat er nog € 368 mln. aan voorschotten openstaat. Kunt u bij de afrekening van 2006 aangeven wat er is weggewerkt en welk deel als oninbaar moet worden aangemerkt, en hierover de Kamer uitgebreid te informeren?

De voorwaarden voor rechtmatige afwikkeling van voorschotten zijn bepaald in de subsidieregeling en bepalen hierdoor de stand openstaande voorschotten. Ook het feit dat nog niet aan alle subsidie-voorwaarden is voldaan staat de subsidieafwikkeling in de weg. In dit soort gevallen beschikt de verantwoordelijke dienst of directie nog niet over alle informatie die een rechtmatige besteding van de subsidiebijdragen waarborgen. Door mij is vastgesteld dat de nodige acties om de informatie te verkrijgen lopende zijn. In die gevallen dat deze acties geen baat hebben vindt een uiterst zorgvuldige afweging plaats of de financiële afwikkeling plaats kan vinden of dat er een terugvordering moet worden ingesteld. Ik zal u bij de verantwoording 2006 informeren over de stand van zaken en welk bedrag als oninbaar moet worden aangemerkt.


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), ondervoorzitter, Buijs (CDA), Van Beek (VVD), Schreijer-Pierik (CDA), voorzitter, Atsma (CDA), Van Gent (GL), Oplaat (VVD), Mosterd (CDA), Waalkens (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Verbeet (PvdA), Van den Brink (LPF), Vergeer (SP), Tichelaar (PvdA), Ormel (CDA), Duyvendak (GL), Koopmans (CDA), Eerdmans (LPF), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Vacature (algemeen), Boelhouwer (PvdA), Douma (PvdA), Dubbelboer (PvdA), Kruijsen (PvdA), Lenards (VVD) en Vacature (VVD).

Plv. leden: Slob (CU), Spies (CDA), Dezentjé Hamming (VVD), Mastwijk (CDA), Ten Hoopen (CDA), Vendrik (GL), Hofstra (VVD), Vacature (CDA), Samsom (PvdA), De Krom (VVD), Krähe (PvdA), Herben (LPF), Vacature (SP), Van Heteren (PvdA), Van Lith (CDA), Özütok (GL), Van Bochove (CDA), Van As (LPF), Van der Laan (D66), Gerkens (SP), Jager (CDA), Timmer (PvdA), Depla (PvdA), Fierens (PvdA), Verdaas (PvdA), Örgü (VVD) en Veenendaal (VVD).

Naar boven