nr. 11
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 juni 2006
In het wetgevingsoverleg van 15 juni jl. over de financiële
verantwoording van mijn ministerie over 2005 informeerde mevrouw Snijder-Hazelhoff
naar de positie van particulieren, niet zijnde terreinbeherende instanties,
bij het doorleveren van Domeingronden met de bestemming «natuur»
(Kamerstuk 30 550-XIV, nr. 10, blz. 7). Zij wees hierbij op
signalen dat er vooral met grote terreinbeherende organisaties gesproken wordt
en dat particuliere belangstellenden niet in aanmerking komen. In het overleg
heb ik aangegeven dat dit niet de bedoeling is en heb ik toegezegd dit signaal
na te gaan. Met deze brief bericht ik uw Kamer over de stand van zaken.
Op 8 februari 2005 bent u door de staatssecretaris van Financiën
bij brief met nummer 29 997, nr. 1 geïnformeerd over het project
Herbestemming militaire terreinen. In dit project wordt voor overtollige militaire
terreinen met een «groene» vervolgbestemming een eindbeheerder
gezocht. De betreffende terreinen zijn door Domeinen overgedragen aan mijn
ministerie. De Dienst Landelijk Gebied (DLG) heeft van mijn ministerie de
opdracht gekregen de overdracht van de terreinen naar de eindbeheerder uit
te voeren.
In de opdracht aan DLG is expliciet de verplichting opgenomen om ter uitvoering
van het kabinetsbeleid te zoeken naar particuliere eindbeheerders naast de
reguliere terreinbeherende organisaties. Bij de inschatting van de uitvoerbaarheid
van het project is ook rekening gehouden met verkoop van terreinen aan derden.
Met verkoop aan particuliere grondeigenaren wordt niet alleen het maatschappelijk
draagvlak voor het natuurbeleid vergroot, maar worden tevens opbrengsten verkregen
die binnen het project worden ingezet om opstallen te verwijderen en een groene
eindbestemming te realiseren. Die groene eindbestemming dient wel een rijksdoelstelling
te zijn, zoals het realiseren van de Ecologische Hoofdstructuur.
Vanzelfsprekend kan er pas worden verkocht aan particulieren of worden
doorgeleverd aan terreinbeherende organisaties als eerst is geïnventariseerd
of er in het verleden bestuurlijk of juridisch bindende afspraken zijn gemaakt
over doorlevering van bepaalde terreinen.
Zo kan er sprake zijn van een terugkooprecht door een gemeente, of kan
zijn vastgelegd dat terreinen worden doorgeleverd aan terreinbeherende organisaties.
Ook is het mogelijk dat particulieren in het verleden hun eigendom aan het
ministerie van Defensie hebben afgestaan en dit nu terug willen kopen.
Een totaaloverzicht van deze rechten en afspraken wordt op korte termijn
afgerond. Het voorlopig beeld is dat voor een beperkt aantal terreinen bindende
afspraken is gemaakt. Voor de terreinen waarover geen toezeggingen zijn gedaan,
dingen particulieren en terreinbeherende organisaties gelijkwaardig mee. Daarbij
spreekt voor zich dat de partij waaraan wordt doorverkocht in staat is om
de vereiste kwaliteit van natuur en landschap te realiseren. Een ander belangrijk
criterium is de eenheid van beheer of eigendom.
Op 22 juni jl. heb ik overlegd met een delegatie van de Federatie
Particulier Grondbezit (FPG), onder meer over de overtollige militaire terreinen.
De Federatie heeft aangegeven zich zorgen te maken over de rol van particulieren
in het project. Ik heb daarop de werkwijze uiteengezet en benadrukt dat particulieren
onder duidelijke criteria een volwaardige kans krijgen om overtollige oefenterreinen
te verwerven.
Het signaal dat particulieren onvoldoende aan bod komen blijkt met name
voort te komen uit onduidelijkheid over het recente besluit van mijn ministerie
om twee terreinen door te leveren aan Staatsbosbeheer. Hierover waren in het
verleden bestuurlijke afspraken gemaakt. Toen de terreinen beschikbaar kwamen,
is besloten om deze snel door te leveren waardoor de indruk ontstond dat particulieren
geen rol speelden.
De FPG zal op korte termijn met DLG overleggen over de mogelijkheden voor
particulieren in het project. Positief is dat de Federatie aan mij heeft aangegeven
dat er onder particulieren brede belangstelling bestaat voor het aankopen
van militaire terreinen met een groene doelstelling. Ik heb de Federatie dan
ook gevraagd om DLG aan te geven om welke terreinen het hierbij gaat.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C. P. Veerman