30 550 XI
Jaarverslag en slotwet ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer 2005

nr. 8
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 13 juni 2006

De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer1 heeft over het rapport van de Algemene Rekenkamer over het jaarverslag 2005 van het Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (kamerstuk 30 550 XI, nr. 2) een aantal vragen ter beantwoording aan de regering voorgelegd.

De regering heeft deze vragen beantwoord bij brief van 2 juni 2006 (kamerstuk 30 550 XI, nr. 7).

De antwoorden op de vragen 2, 13 en 14 heeft de regering aan de Kamer gezonden bij brief van 12 juni 2006.

Deze vragen en antwoorden zijn hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Buijs

De griffier van de commissie,

Van der Leeden

2

Hoeveel mensen staan in Nederland bloot aan te slechte luchtkwaliteit? Kunt u in de volgende begroting concrete doel-cijfers opnemen betreffende het aantal slachtoffers dat voorkómen wordt met beleid?

Het aantal mensen dat in Nederland is blootgesteld aan een overschrijding van de jaargemiddelde en de daggemiddelde PM-10 normen tezamen ligt tussen de 0,5 en de 1 miljoen. Hoewel deze berekeningen verfijnder zijn dan die op basis waarvan het MNP de landelijke overschrijdingskaarten heeft opgesteld, is er nog sprake van een ruime marge. Om een preciezer beeld van het aantal blootgestelden te kunnen maken zijn gedetaileerdere berekeningen nodig, die gebaseerd zijn op lokaal beschikbare informatie over de emissies van met name het verkeer.

In het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit zal worden aangegeven met de inzet van welke maatregelen en in welk tempo de normoverschrijdingen zullen worden opgeheven. Dit programma zal eind dit jaar gereed zijn. Op dit programma gebaseerde doelcijfers kunnen dus niet eerder dan in de begroting over 2008 worden opgenomen.

13

Hoeveel leveren de extra middelen voor de aanpak luchtkwaliteit op in termen van aantallen mensen die minder aan slechte luchtkwaliteit zijn blootgesteld?

Zoals in het antwoord op vraag 02 is aangegeven wordt in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit zichtbaar gemaakt met de inzet van welke maatregelen zo snel als redelijkerwijs mogelijk is aan de normen zal worden voldaan. De maatregelen die met de extra middelen gefinancierd zullen gaan worden, zullen van dat maatregelenpakket een belangrijk deel uitmaken. De genoemde aantallen blootgestelden boven de normen van 0,5 tot 1 miljoen mensen zullen dan onder de normen zijn gebracht.

Het is op dit moment niet mogelijk precieser aan te geven hoeveel reductie het gevolg is van de 400 mln aan maatregelen waartoe het kabinet vorig jaar heeft besloten. Dat zal wel kunnen wanneer in het kader van het NSL duidelijk is hoe met name de inzet van de lokale maatregelen vorm heeft gekregen.

14

Hoeveel minder mensen (meer mensen) worden blootgesteld aan slechte luchtkwaliteit door de aanpassing van de regelgeving waarbij gesaldeerd wordt? Hoe verhoudt zich dit tot het doel?

Bij de saldering op basis van het Besluit luchtkwaliteit 2005 gaat het om compenserende maatregelen die op dezelfde locatie of in de directe nabijheid van het uit te voeren project tot verbeteringen van de luchtkwaliteit leiden. Hoewel dat niet in alle situaties behoeft op te gaan, betekent dit in zijn algemeenheid dat er ook een vermindering van het aantal blootgestelden zal plaatsvinden. Praktijkvoorbeelden wijzen dat ook uit. Meestal gaat het hierbij niet om grote aantallen.

Landelijke totaalcijfers hiervan zijn niet bekend. Duidelijk is dat de aantallen waar het hier om gaat wegvallen in de marge van de eerder genoemde vermindering als gevolg van de uitvoering van het NSL.


XNoot
1

 Samenstelling:

Leden: Hofstra (VVD), Buijs (CDA), voorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), Van Gent (GL), Snijder-Hazelhoff (VVD), Depla (PvdA), Van Oerle-van der Horst (CDA), Van As (LPF), Van Bochove (CDA), Duyvendak (GL), Huizinga-Heringa (CU), Koopmans (CDA), Gerkens (SP), Spies (CDA), Van Lith (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Fierens (PvdA), ondervoorzitter, Timmer (PvdA), De Krom (VVD), Verdaas (PvdA), Kruijsen (PvdA), Samsom (PvdA), Hermans (LPF), Veenendaal (VVD), Lenards (VVD), Krähe (PvdA) en Vacature (algemeen).

Plv. leden: Dezentjé Hamming (VVD), Mastwijk (CDA), Ormel (CDA), Halsema (GL), Örgü (VVD), Dubbelboer (PvdA), Hessels (CDA), Van den Brink (LPF), Knops (CDA), Vendrik (GL), Van der Staaij (SGP), Vietsch (CDA), Vergeer (SP), Sterk (CDA), Haverkamp (CDA), Koşer Kaya (D66), Vacature (SP), Boelhouwer (PvdA), Verbeet (PvdA), Balemans (VVD), Waalkens (PvdA), Van Heteren (PvdA), Roefs (PvdA), Varela (LPF), Oplaat (VVD), Van der Sande (VVD) en Crone (PvdA).

Naar boven