30 550 XI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar 2006

nr. 7
LIJST VAN EEN VRAAG EN ANTWOORD

Vastgesteld 6 juni 2006

De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer¹ heeft over het rapport van de Algemene Rekenkamer over het jaarverslag 2005 van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (kamerstuk 30 550 XI, nr. 2) de navolgende vraag ter beantwoording aan de regering voorgelegd.

De regering heeft deze vraag beantwoord bij brief van 2 juni 2006.

De vraag en het antwoord zijn hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Buijs

De griffier van de commissie,

Van der Leeden

1

Kunt u aangeven waarom er in het jaarverslag van het ministerie van Economische Zaken wel kwantitatieve informatie is opgenomen over de geleverde beleidsprestatie bij Joint Implementation projecten, terwijl dit voor het Clean Development Mechanism niet gedaan is, omdat het «van invloed zou kunnen zijn op de onderhandelingen».

Het is een bewuste keuze van mij geweest, waarover ik in het najaar 2005 aan het parlement verantwoording heb afgelegd in de Nota «Evaluatie klimaatbeleid 2005, op weg naar Kyoto». Overigens heeft in tegenstelling tot Joint Implementation het CDM sinds de inwerkingtreding van het Kyoto Protocol en de formele aanvaarding van de spelregels voor JI en CDM tijdens de eerste bijeenkomst van de Partijen bij het Kyoto Protocol in november 2005 een enorme vlucht genomen. Voor deze «zekere» emissiereducties werden hogere prijzen geboden dan aanvankelijk door of namens VROM met potentiële verkopers waren overeen gekomen. Vanwege concurrentie-overwegingen is toen besloten deze informatie niet openbaar te maken. Had ik een andere keuze gemaakt, dan was de potentiële schade voor Nederland (hogere uitgaven en meer achterstand in het realiseren van de doelstelling) groot geweest.

---

1 Samenstelling: Leden: Hofstra (VVD), Buijs (CDA), Voorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), Van Gent (GL), Snijder-Hazelhoff (VVD), Depla (PvdA), Van Oerle-van der Horst (CDA), Van As (LPF), Van Bochove (CDA), Duyvendak (GL), Huizinga-Heringa (CU), Koopmans (CDA), Gerkens (SP), Spies (CDA), Van Lith (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Fierens (PvdA), Ondervoorzitter, Timmer (PvdA), De Krom (VVD), Verdaas (PvdA), Kruijsen (PvdA), Samsom (PvdA), Hermans (LPF), Veenendaal (VVD), Lenards (VVD), Krähe (PvdA) en Vacature (algemeen).

Plv. leden: Dezentjé Hamming (VVD), Mastwijk (CDA), Ormel (CDA), Halsema (GL), Örgü (VVD), Dubbelboer (PvdA), Hessels (CDA), van den Brink (LPF), Knops (CDA), Vendrik (GL), Van der Staaij (SGP), Vietsch (CDA), Vergeer (SP), Sterk (CDA), Haverkamp (CDA), Koşer Kaya (D66), Vacature (SP), Boelhouwer (PvdA), Verbeet (PvdA), Balemans (VVD), Waalkens (PvdA), Van Heteren (PvdA), Roefs (PvdA), Varela (LPF), Oplaat (VVD), Van der Sande (VVD) en Crone (PvdA).