30 550 I
Jaarverslag en slotwet Huis der Koningin 2005

nr. 6
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 6 juni 2006

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1 heeft over het jaarverslag 2005 van het Huis der Koninging (kamerstuk 30 550 I, nr. 1) en het rapport bij het jaarverslag 2005 (kamerstuk 30 550 I, nr. 2) de navolgende vragen ter beantwoording aan de regering voorgelegd.

Deze vragen, alsmede de daarop op 2 juni 2006 gegeven antwoorden, zijn hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Noorman-den Uyl

De griffier van de commissie,

De Gier

1

Waardoor is de overschrijding van € 60 000 aan verplichtingen en uitgaven te verklaren, zoals de Rekenkamer in haar rapportage op bladzijde 8 aangeeft? Op welke wijze wordt deze overschrijding in het jaarverslag verantwoord?

De overschrijding van de begroting vloeit rechtstreeks voor uit de «Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis». In deze wet wordt de hoogte van de jaarlijkse uitkering aan de leden van het Koninklijk Huis geregeld. Onderdeel daarvan is dat de uitkering de ontwikkeling volgt van het ambtelijk inkomen van een ambtenaar, de consumenten-prijsindex voor alle huishoudens en het netto ambtelijk inkomen van de vice-president van de Raad van State. De overschrijding wordt – zoals in de slotwet zelf ook is toegelicht – enerzijds veroorzaakt door een nabetaling over 2004 en 2005 die het gevolg is van een salarismaatregel die in het kader van de CAO bij de Rijksoverheid is getroffen en anderzijds door een hogere ontwikkeling van de prijsindex dan waarmee in de begroting rekening is gehouden.

De toelichting in het jaarverslag beperkt zich – zoals afgesproken – tot mutaties van majeure betekenis. Derhalve is een expliciete toelichting op dit onderdeel achterwege gelaten.

2

Wat moet worden verstaan onder «voornamelijk»? Wat verklaart het verschil tussen het uiteindelijk niet uitgekeerde bedrag van € 577 000 aan leden van het Koninklijk Huis en de – met het oog op het overlijden van ZKH Prins Bernhard – te verwachten besparing van 635 000 euro?

Met «voornamelijk» wordt bedoeld dat verreweg het grootste deel van het verschil tussen begroting en realisatie wordt veroorzaakt door de niet betaalde uitkering i.v.m. het overlijden van Prins Bernhard. Het gaat hierbij om ca. € 635 000,00. Het kleinere deel houdt verband met de CAO-afspraken zoals vermeld in het antwoord onder vraag 1.

3

Wat is de reden dat voor zowel Prinses Juliana als voor Prins Bernhard inkomensbestanddelen op de verantwoordingsstaat voorkomen? Wat is de reden dat dit voor Prinses Juliana niet werd begroot, maar wel feitelijk werd uitgekeerd?

Op het moment dat de begroting 2005 werd opgesteld (medio 2004) kon niet worden voorzien dat in mei 2005 CAO-afspraken tot stand zouden komen die een terugwerkende kracht zouden hebben tot en met 2004. Om die reden zijn voor Prinses Juliana geen uigaven begroot. Zie tevens de toelichting in het antwoord op vraag 1.

4

Hoe zijn de drastisch hoger uitgevallen uitgaven (bijna 5 miljoen euro) voor het onderhoud en instandhouden van Paleizen te verklaren? Houdt dit verband met het uitstellen van de beslissing een nieuw bestemming te geven aan Paleis Soestdijk?

Aangezien dit onderwerp de minister van VROM regardeert, heb ik deze verzocht u separaat hierover te informeren.


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Kalsbeek (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), voorzitter, Van Beek (VVD), ondervoorzitter, Van der Staaij (SGP), Luchtenveld (VVD), Wilders (Groep Wilders), De Pater-van der Meer (CDA), Duyvendak (GL), Spies (CDA), Eerdmans (LPF), Sterk (CDA), Van der Ham (D66), Algra (CDA), Haverkamp (CDA), Van Fessem (CDA), Smilde (CDA), Straub (PvdA), Nawijn (Groep Nawijn), Boelhouwer (PvdA), Dubbelboer (PvdA), Van Schijndel (VVD), Irrgang (SP), Meijer (PvdA), Özütok (GL), Vacature (PvdA), Vacature (PvdA) en Vacature (SP).

Plv. leden: De Vries (PvdA), Fierens (PvdA), Weekers (VVD), Slob (CU), De Vries (VVD), Szabó (VVD), Rambocus (CDA), Van Gent (GL), Çörüz (CDA), Van As (LPF), Van Haersma Buma (CDA), Koşer Kaya (D66), Eski (CDA), Knops (CDA), Van Bochove (CDA), Van Hijum (CDA), Hamer (PvdA), Hermans (LPF), Leerdam (PvdA), Wolfsen (PvdA), Van der Sande (VVD), Kant (SP), Balemans (VVD), Halsema (GL), Dijsselbloem (PvdA), Vacature (PvdA) en De Wit (SP).

Naar boven