30 550 G
Jaarverslag en slotwet BTW-compensatiefonds 2005

nr. 2
RAPPORT BIJ HET JAARVERSLAG 2005 VAN HET BTW-COMPENSATIEFONDS (G)

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

’s-Gravenhage, 17 mei 2006

Hierbij bieden wij u aan het op 9 mei 2006 door ons vastgestelde «Rapport bij het Jaarverslag 2005 van het BTW-compensatiefonds (G)».

Algemene Rekenkamer

drs. Saskia J. Stuiveling,

president

Jhr. mr. W.M. de Brauw,

secretaris

Inhoud

Samenvatting5
   
1Inleiding7
1.1Rapport bij het jaarverslag7
1.2Het BTW-compensatiefonds7
1.3Opzet van het onderzoek7
1.4Leeswijzer7
   
2Jaarverslag9
2.1Financiële informatie en saldibalans9
2.1.1Oordeel financiële informatie9
2.1.2Oordeel saldibalans en toelichting10
2.2Informatie over de bedrijfsvoering11
2.2.1Oordeel informatie over de bedrijfsvoering11
2.3Informatie over beleid11
2.3.1Oordeel informatie over beleid11
   
3Bedrijfsvoering12
3.1Onvolkomenheid12
3.2Ontwikkeling bedrijfsvoering13
   
4Reactie minister en nawoord Algemene Rekenkamer14
4.1Reactie minister14
4.2Nawoord Algemene Rekenkamer14
   
Bijlage 1Overzicht begrote en verantwoorde bedragen 200515
   
Bijlage 2Overzicht fouten en onzekerheden 200516

SAMENVATTING

De Algemene Rekenkamer heeft onderzocht of het Jaarverslag 2005 van begrotingsfonds G, het BTW-compensatiefonds, voldoet aan de eisen die de Comptabiliteitswet 2001 (CW 2001) stelt. Daarnaast hebben wij de bedrijfsvoering en de beleidsinformatie van het ministerie onderzocht. In dit rapport zijn de oordelen en de belangrijkste resultaten van het onderzoek opgenomen. De volgende passages vatten deze resultaten kort samen.

Financiële informatie

De uitgaven van het fonds in 2005 bedragen circa € 1 871,0 miljoen.

Het onderzoek naar de financiële informatie in het Jaarverslag 2005 van begrotingsfonds G, het BTW-compensatiefonds, heeft de volgende resultaten opgeleverd.

De financiële informatie in het jaarverslag voldoet aan de eisen die de CW 2001 stelt, met uitzondering van een bedrag van € 157 miljoen waarover naar het oordeel van de Algemene Rekenkamer onzekerheid is over de rechtmatigheid. Deze onzekerheid overschrijdt de tolerantiegrenzen. De minister geeft in het Jaarverslag 2005 van het BTW-compensatiefonds aan dat op basis van de uitkomsten van de controles die zijn verricht gedurende de periode 2003 tot en met 2005 de correctiepercentages uitkomen op 8,4% (2003 en 2004) respectievelijk 3,9% (2005). Hoewel wij de analyse van de minister delen dat het risico in latere jaren waarschijnlijk lager zal liggen, hebben we uit voorzichtigheid het maximale percentage gekozen voor de bepaling van de onzekerheid (8,4% van € 1 871 miljoen) ad € 157 miljoen. In 2004 werd nog een bedrag van € 1 350 miljoen als onzeker aangemerkt. In 2005 is dit bedrag aanzienlijk lager, aangezien de minimumuitkering geen rechtmatigheidsrisico’s bevat en er door de controles van de Belastingdienst een scherper beeld van de risico’s is ontstaan.

We hebben de volgende opmerkingen over de beheersing rond het BTW-compensatiefonds:

• de planning en control heeft niet goed gewerkt in 2005. In september 2005 kwam het Ministerie van Financiën er achter dat het aan de Tweede Kamer beloofde aantal te controleren ontvangers van btw-compensatie niet zou worden gehaald;

• de kwaliteit van de controles is wisselend geweest en er waren nog geen maatregelen getroffen om de kwaliteit te waarborgen;

• de controleresultaten zijn niet nauwgezet geregistreerd.

Op basis van bovenstaande bevindingen komt de Algemene Rekenkamer tot de conclusie dat het M&O-beleid in 2005 ontoereikend is geweest. De ontoereikendheden resulteren in onzekerheid over de rechtmatigheid zoals bedoeld in de CW 2001. De onzekerheid is berekend op € 157 miljoen.

Het Ministerie van Financiën heeft echter begin 2006 maatregelen getroffen om bovenstaande gebreken op te lossen. Deze zullen we volgend jaar onderzoeken.

Bedrijfsvoering

Over de bedrijfsvoering geeft de Algemene Rekenkamer voor het BTW-compensatiefonds geen afzonderlijk oordeel. Omdat de bedrijfsvoering van het BTW-compensatiefonds de verantwoordelijkheid is van het Ministerie van Financiën, zijn de oordelen hierover opgenomen in het Rapport bij het Jaarverslag 2005 van het Ministerie van Financiën (IXB). We hebben in het Rapport bij het Jaarverslag 2005 van het Ministerie van Financiën (IXB) aangegeven dat er sprake is van ontoereikend beleid om misbruik en oneigenlijk gebruik te voorkomen. De reden hiervoor is dat de te controleren aantallen en de kwaliteit van de controles in 2005 niet voldoende zijn aangestuurd.

Ook hebben we in het Rapport bij het Jaarverslag 2005 van het Ministerie van Financiën (IXB) aangegeven dat de onderzochte onderdelen van het financieel beheer en de daartoe bijgehouden administraties in 2005 van het begrotingsfonds hebben voldaan aan de gestelde eisen, met uitzondering van de administratie van de controleresultaten.

Beleidsinformatie

De Algemene Rekenkamer heeft de beleidsinformatie in het Jaarverslag 2005 onderzocht en concludeert dat de informatie over het gevoerde beleid van het BTW-compensatiefonds op deugdelijke wijze tot stand is gekomen en voldoet aan de verslaggevingseisen.

Reactie minister en nawoord Algemene Rekenkamer

De minister van Financiën stelt met tevredenheid vast dat er niet langer een verschil van inzicht bestaat over de wijze van controle van het BTW-compensatiefonds. De conclusie van de Algemene Rekenkamer over de ontoereikendheid van het M&O-beleid te herzien, vanwege de bevindingen in 2005.

De Algemene Rekenkamer is verheugd dat de minister het standpunt onderschrijft dat het M&O-beleid het leidend criterium is voor het rechtmatigheidsoordeel. De voornemens van de minister ter verdere verbetering van de beheersing van het BTW-compensatiefonds geven vertrouwen voor 2006.

In de reactie van de minister ziet de Algemene Rekenkamer echter geen aanleiding om haar oordeel te herzien, omdat dit oordeel betrekking heeft op 20051.

1 INLEIDING

1.1 Rapport bij het jaarverslag

De Algemene Rekenkamer heeft onderzocht of het Jaarverslag 2005 van begrotingsfonds G, het BTW-compensatiefonds, voldoet aan de eisen die de Comptabiliteitswet 2001 (CW 2001) stelt. Daarnaast hebben wij de bedrijfsvoering van het BTW-compensatiefonds onderzocht en het financieel beheer en materieelbeheer beoordeeld. Omdat de bedrijfsvoering van het BTW-compensatiefonds de verantwoordelijkheid is van het Ministerie van Financiën zijn de oordelen opgenomen in het rapport bij het Jaarverslag van het Ministerie van Financiën (IXB). In dit rapport vindt u de oordelen over de volgende onderdelen van het Jaarverslag 2005 van het BTW-compensatiefonds:

– de financiële informatie en saldibalans;

– de informatie over de bedrijfsvoering;

– de informatie over beleid.

1.2 Het BTW-compensatiefonds

Gemeenten, provincies en kaderwetgebieden kunnen een bijdrage ontvangen uit het BTW-compensatiefonds voor de btw die zij betalen voor niet-ondernemersactiviteiten. De doelstelling van het BTW-compensatiefonds is dat de afweging om uit te besteden niet wordt beïnvloed door de verplichting om daarover btw te moeten betalen.

De minister van Financiën beheert het BTW-compensatiefonds. De Belastingdienst voert de controle uit op de aanvragen en de betalingen.

De uitgaven van het BTW-compensatiefonds in 2005 bedragen circa € 1 871,0 miljoen.

1.3 Opzet van het onderzoek

De Algemene Rekenkamer heeft op basis van de risicoanalyse 2005 een programma opgesteld voor het jaarlijkse rechtmatigheidsonderzoek van het BTW-compensatiefonds. De Algemene Rekenkamer heeft daarbij aandacht besteed aan de rechtmatigheid van de verantwoorde uitgaven en de toereikendheid van het beleid om misbruik en oneigenlijk gebruik te bestrijden.

De Algemene Rekenkamer heeft zoals ieder jaar reviews uitgevoerd op de controles door de departementale auditdienst. Dit doet zij om vast te stellen of zij bij haar oordeelsvorming gebruik kan maken van de werkzaamheden van de auditdienst.

1.4 Leeswijzer

Dit Rapport bij het Jaarverslag 2005 van begrotingsfonds G, het BTW-compensatiefonds, omvat, behalve een samenvatting en een inleiding, drie hoofdstukken.

Omdat het BTW-compensatiefonds onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Financiën valt, is er geen afzonderlijke Audit-Actielijst 2006 (AAL 2006) opgenomen in dit rapport. Onvolkomenheden in het beheer van het BTW-compensatiefonds worden toegerekend aan het Ministerie van Financiën. De AAL 2005 is opgenomen in het Rapport bij het Jaarverslag 2004 van het Ministerie van Financiën (IXB).

Hoofdstuk 2 beschrijft het oordeel van de Algemene Rekenkamer over het jaarverslag en de saldibalans van het BTW-compensatiefonds.

Hoofdstuk 3 is gewijd aan de bedrijfsvoering van het ministerie met betrekking tot het BTW-compensatiefonds. Hoofdstuk 4 omvat de reactie van de minister van Financiën en nawoord van de Algemene Rekenkamer.

Dit rapport telt verder twee bijlagen. In bijlage 1 en 2 staan overzichten die de resultaten van het rechtmatigheidsonderzoek schematisch weergeven.

In bijlage 1 staan de begrote en verantwoorde bedragen en in bijlage 2 staan alle fouten en onzekerheden op een rij.

2 JAARVERSLAG

De Algemene Rekenkamer heeft het Jaarverslag 2005 van begrotingsfonds G, het BTW-compensatiefonds, beoordeeld. Wij hebben onderzocht of het ministerie het geld volgens de regels heeft uitgegeven en in het jaarverslag daarover goed verantwoording aflegt. Waar dit niet het geval is, spreken wij respectievelijk van een onrechtmatigheid of van een ondeugdelijke weergave.

In dit hoofdstuk staat het oordeel van de Algemene Rekenkamer over het jaarverslag als geheel. Dit oordeel is opgebouwd uit deeloordelen over de volgende onderdelen van het jaarverslag:

– financiële informatie en saldibalans;

– informatie over bedrijfsvoering;

– informatie over beleid.

Deze deeloordelen komen aan de orde in de volgende paragrafen.

Oordeel jaarverslag

De financiële informatie in het jaarverslag voldoet aan de eisen die de CW 2001 stelt, met uitzondering van een bedrag van € 157 miljoen waarover onzekerheid bestaat over de rechtmatigheid en dat de tolerantiegrens voor de verantwoordingsstaat als geheel overschrijdt.

2.1 Financiële informatie en saldibalans

Met «financiële informatie» wordt bedoeld alle verplichtingen, uitgaven, ontvangsten in de verantwoordingsstaat van het ministerie en de toelichting daarbij.

De «saldibalans» is een overzicht van de posten die aan het eind van het jaar nog openstaan en die naar het volgende jaar moeten worden meegenomen.

De CW 2001 stelt de volgende eisen aan de financiële informatie en de saldibalans:

– rechtmatig tot stand gekomen;

– op deugdelijke wijze weergegeven;

– overeenkomstig de verslaggevingseisen opgesteld.

2.1.1 Oordeel financiële informatie

De financiële informatie in het jaarverslag voldoet aan de eisen die de CW 2001 stelt, met uitzondering van een bedrag van € 157 miljoen waarover onzekerheid bestaat over de rechtmatigheid en dat de tolerantiegrens voor de verantwoordingsstaat als geheel overschrijdt. De minister geeft in het Jaarverslag 2005 van het BTW-compensatiefonds aan dat op basis van de uitkomsten van de controles die zijn verricht gedurende de periode 2003 tot en met 2005 de correctiepercentages uitkomen op 8,4% (2003 en 2004) respectievelijk 3,9% (2005). Hoewel de Algemene Rekenkamer de analyse van de minister deelt dat het risico in latere jaren waarschijnlijk lager zal liggen, heeft zij uit voorzichtigheid het maximale percentage gekozen voor de bepaling van de onzekerheid (8,4% van € 1 871 miljoen) van € 157 miljoen.

Door deze onzekerheid hebben de Tweede Kamer en de ontvangers van btw-compensatie geen scherp inzicht in de hoogte van de uitgave waarop recht bestaat na controle van de aanvraag door de Belastingdienst. De uitkomsten van de controles geven aanleiding te veronderstellen dat een belangrijk bedrag zal worden teruggevorderd van gemeenten.

2.1.1.1 Verantwoordingsstaat ministerie en toelichting

Onderstaand overzicht laat de totaalbedragen zien waaruit de verantwoordingsstaat 2005 is opgebouwd en de fouten, onzekerheden en onvolledigheden die de Algemene Rekenkamer heeft geconstateerd.

Over 2005 was er geen sprake van beheerste processen, rond de aantallen en kwaliteit van de controles. Daardoor is er naar het oordeel van de Algemene Rekenkamer sprake van ontoereikend controlebeleid, wat resulteert in onzekerheid over de rechtmatigheid.

Overzicht 1 Bedragen van de verantwoordingsstaat 2005, BTW-compensatiefonds (x € miljoen)

 Uitgaven Ontvangsten
Totaalbedragen verantwoordingsstaat1 871,01 871,0
Belangrijke fouten en onzekerheden1157,00
Totaalbedrag fouten en onzekerheden157,00

1 Dit is het totaal van fouten (onjuistheden en onvolledigheden) en onzekerheden die de tolerantiegrenzen op één of meer artikelen overschrijden.

In bijlage 2 worden de belangrijke fouten en onzekerheden nader toegelicht. Het totaal aan onzekerheden voor de uitgaven overschrijdt de tolerantiegrens voor de verantwoordingsstaat als geheel. De tolerantiegrens voor fouten en onzekerheden bedraagt 1% respectievelijk 3% van de totale verantwoordingsstaat.

Het bedrag aan uitgaven bevat in totaal € 28,9 miljoen overschrijdingen (zie bijlage 1). Indien de Staten-Generaal niet akkoord gaan met de desbetreffende slotwet-mutaties, zal de Algemene Rekenkamer het positieve oordeel over de financiële informatie in het jaarverslag mogelijk moeten herzien.

2.1.2 Oordeel saldibalans en toelichting

De saldibalans 2005 van het BTW-compensatiefonds en de toelichting daarop voldoen aan de eisen die de CW 2001 stelt.

Onderstaand overzicht laat de totaalbedragen zien waaruit de saldibalans 2005 is opgebouwd. De Algemene Rekenkamer heeft geen fouten, onzekerheden en onvolledigheden geconstateerd.

Overzicht 2 Saldibalans per 31 december 2005, BTW-compensatiefonds (x € miljoen)

Totaalsaldo (debet + credit)4 097
Beoordeeld totaal saldibalans debet + credit1177

1 Uitgaven en ontvangsten ten laste van de begroting en tegenrekeningen (€ 3 920 miljoen) tellen niet mee voor het beoordeelde totaal.

In bijlage 2 worden de belangrijke fouten en onzekerheden nader toegelicht. Het totaalbedrag aan fouten en onzekerheden in de posten van de saldibalans valt binnen de tolerantiegrenzen voor de saldibalans als geheel. De tolerantiegrens voor fouten en onzekerheden bedraagt 1% respectievelijk 3% van het beoordeelde totaal van de saldibalans in zijn geheel. Voor de Rekening Courant Rijkshoofdboekhouding en de liquide middelen geldt een tolerantiegrens van 0%.

Het totaal aan openstaande voorschotten dat is afgerekend, bedraagt € 145 miljoen. We stellen vast dat deze afrekeningen aan de eisen voldoen. Voor dit bedrag gelden dezelfde onzekerheden als voor de uitgaven.

2.2 Informatie over de bedrijfsvoering

Informatie over de bedrijfsvoering is voor het eerst opgenomen in de bedrijfsvoeringsparagraaf in het Jaarverslag 2005 van het BTW-compensatiefonds (begrotingfonds G). Deze paragraaf bevat een beschrijving van de wijze van controle en een bedrijfsvoeringsmededeling. In de bedrijfsvoeringsmededeling wordt aandacht geschonken aan een aantal verbeteringen die in 2006 plaats zullen vinden: het verankeren van het aantal te controleren gemeenten in prestatiecontracten en de bestuurlijke informatievoorziening.

2.2.1 Oordeel informatie over de bedrijfsvoering

De informatie over de bedrijfsvoering in het Jaarverslag 2005 van het BTW-compensatiefonds (begrotingfonds G) is op deugdelijke wijze tot stand gekomen en voldoet aan de verslaggevingseisen.

2.3 Informatie over beleid

Bij het beoordelen van de beleidsinformatie in het jaarverslag kijkt de Algemene Rekenkamer naar de wijze waarop de informatie over het beleid tot stand komt en naar de mate waarin deze voldoet aan de verslaggevingseisen.

2.3.1 Oordeel informatie over beleid

De informatie over het gevoerde beleid in het Jaarverslag 2005 van het BTW-compensatiefonds is op deugdelijke wijze tot stand gekomen. De beleidsinformatie voldoet ook aan de verslaggevingseisen.

3 BEDRIJFSVOERING

Dit hoofdstuk beschrijft de bevindingen van de Algemene Rekenkamer over de bedrijfsvoering van het ministerie.

Bedrijfsvoering is de sturing en beheersing van de primaire en ondersteunende processen en is gericht op het realiseren van taken en doelen van de organisatie. Onder de bedrijfsvoering vallen:

– het financieel beheer en materieelbeheer en de daartoe bijgehouden administraties;

– de controle door de departementale auditdienst;

– de totstandkoming van de financiële informatie, bedrijfsvoeringsinformatie en beleidsinformatie in het jaarverslag.

Dit hoofdstuk geeft eerst (§ 3.1) een beschrijving van de onvolkomenheid die de Algemene Rekenkamer heeft aangetroffen in de bedrijfsvoering. Tot slot (§ 3.2) wordt ingegaan op de ontwikkeling van de bedrijfsvoering

3.1 Onvolkomenheid

Controlebeleid BTW-compensatiefonds kan beter

De Algemene Rekenkamer heeft ten aanzien van de beheersing rond het BTW-compensatiefonds vastgesteld dat:

• de planning en control niet goed heeft gewerkt in 2005. In september 2005 ontdekte het Ministerie van Financiën dat het aantal controles van btw-compensatie dat aan de Tweede Kamer beloofd was, niet zou worden gehaald;

• de kwaliteit van de controles wisselend was en er nog geen maatregelen waren getroffen om de kwaliteit te waarborgen;

• de registratie van de controleresultaten niet nauwgezet was.

Op basis van bovenstaande bevindingen was er geen sprake van beheerste processen over 2005.

De Algemene Rekenkamer komt tot de conclusie dat er in 2005 sprake is geweest van ontoereikend beleid voor misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O-beleid). Het Ministerie van Financiën heeft begin 2006 maatregelen getroffen om bovengenoemde gebreken op te lossen. Het ontoereikend M&O-beleid leidt tot onzekerheid over de rechtmatigheid. De Algemene Rekenkamer heeft overigens geen opmerkingen bij de opzet van het beleid. Zij is het bijvoorbeeld eens met de keuze van het ministerie om extra controleaandacht te schenken aan het aanvangsjaar 2003 van het BTW-compensatiefonds.

Vorig jaar was er sprake van een verschil van inzicht tussen het Ministerie van Financiën en de Algemene Rekenkamer over de verantwoording en controle van het BTW-compensatiefonds. Inmiddels bestaat er duidelijkheid dat de criteria voor de controle van het BTW-compensatiefonds gebaseerd dienen te zijn op een adequaat ingericht en werkend M&O-beleid. Dat betekent dat de volgende criteria van toepassing zijn:

• als het M&O-beleid niet resulteert in materiële onzekerheid, kan er sprake zijn van een goedkeurend oordeel;

• materiële onzekerheid moet toereikend toegelicht zijn;

• als er sprake is van materiële onzekerheid, mag dat niet te wijten zijn aan het controlebeleid.

De Algemene Rekenkamer is van mening dat in het jaarverslag het voorgenomen beleid, het gerealiseerde beleid en de consequenties voor de rechtmatigheid uiteengezet moet worden. Het ministerie heeft aan al deze criteria voldaan. De Algemene Rekenkamer kan haar oordeel dan baseren op de naleving van het overeengekomen beleid en op de transparantie van de realisatie van het beleid in het jaarverslag.

De minister van Financiën heeft in het Jaarverslag 2005 van het BTW-compensatiefonds zijn controlebeleid uiteengezet. Volgens dit beleid wordt meer dan 50% van de gemeenten voor wat betreft het startjaar gecontroleerd. De minister heeft het gerealiseerde controlebeleid over 2005 zowel kwantitatief als kwalitatief toegelicht. Er is ook een toelichting opgenomen waaruit is op te maken wat de risico’s voor de rechtmatigheid zijn. De minister geeft in het Jaarverslag 2005 van het BTW-compensatiefonds aan dat op basis van de verrichte controles het correctiepercentage waarschijnlijk ligt tussen de 3,9% en 8,4% van de uitgaven over 2005. Hoewel de Algemene Rekenkamer de analyse van de minister deelt dat het risico in latere jaren waarschijnlijk lager zal liggen, heeft zij uit voorzichtigheid het maximale percentage gekozen voor de bepaling van de onzekerheid (8,4% van € 1 871 miljoen) van € 157 miljoen. De Algemene Rekenkamer benadrukt dat de inschatting dat de daadwerkelijke correcties tussen voornoemd percentages liggen gebaseerd is op thans bekende informatie en derhalve naar zijn aard onzeker is. In 2004 werd nog een aanzienlijk bedrag van € 1 350 miljoen als onzeker aangemerkt. In 2005 is dit bedrag lager, aangezien de minimumuitkering geen rechtmatigheidsrisico’s bevat en er door de controles van de Belastingdienst een scherper beeld van de risico’s is ontstaan.

Over 2005 was er geen sprake van beheerste processen. Daardoor is er naar het oordeel van de Algemene Rekenkamer sprake van ontoereikend controlebeleid, wat resulteert in onzekerheid over de rechtmatigheid van de uitgaven.

De Auditdienst van het Ministerie van Financiën heeft aangetoond dat de minimumuitname geen rechtmatigheidsrisico’s bevat. De minimumuitname is een bedrag waar elke ontvanger recht op heeft. Deze uitname bedraagt in 2005 € 1,10 miljard van de totale uitgave.

3.2 Ontwikkeling bedrijfsvoering

In 2004 heeft de Algemene Rekenkamer opmerkingen gemaakt over het controlebeleid rond het BTW-compensatiefonds. Een probleem was namelijk dat alleen grotere gemeenten werden gecontroleerd. Dit heeft de minister gewijzigd. Hoewel de Algemene Rekenkamer heeft geconstateerd dat in 2005 nog niet gesproken kan worden van beheerste processen, zijn er wel verbeteringen doorgevoerd in de administratie van het BTW-compensatiefonds en is er aanzienlijk meer transparantie in het jaarverslag. Begin 2006 zijn er nieuwe afspraken gemaakt die in opzet de benodigde verbetering rond het beheer waarborgen en de in 2005 geconstateerde problemen verhelpen.

4 REACTIE MINISTER EN NAWOORD ALGEMENE REKENKAMER

4.1 Reactie minister

De minister van Financiën stelt met tevredenheid vast dat er niet langer een verschil van inzicht bestaat over de wijze van controle van het BTW-compensatiefonds. De minister onderschrijft het standpunt van de Algemene Rekenkamer dat de criteria voor het rechtmatigheidsoordeel gebaseerd dienen te zijn op een adequaat ingericht en werkend M&O-beleid.

De conclusie van de Algemene Rekenkamer over de ontoereikendheid van het M&O-beleid deelt de minister niet.

Hij geeft aan dat de Belastingdienst in de eerste helft van 2005 een centrale applicatie heeft gebouwd, waarin de resultaten van de uitgevoerde controles worden vastgelegd. Hiermee kan onder andere op landelijk niveau bewaakt worden dat de geplande controles worden uitgevoerd. De vulling met de resultaten heeft eerst na de zomer kunnen plaatsvinden. Vanaf dat moment is er bijzondere zorg en aandacht geweest voor het realiseren van de voorgenomen planning.

Over 2005 heeft de Auditdienst Financiën vastgesteld dat de diepgang van de ingestelde controles en niet zozeer de kwaliteit wisselend is geweest. Dit laatste betrof slechts enkele gevallen. De controlerapporten inzake BTW-compensatie zijn over 2005 op reguliere wijze in de interne controle meegenomen. Wat in 2005 niet is gebeurd, is dat er verbijzonderd kwaliteitsborgingsonderzoek door vakspecialisten heeft plaatsgevonden voor het BTW-compensatiefonds. Dit zal in 2006 voor de over 2005 ingestelde controles voor het eerst gebeuren. De reden dat dit in 2006 van start gaat, is dat de focus over de eerste anderhalf jaar van de controle heeft gelegen op het ervaring opdoen en het verzamelen van stuurinformatie om in de jaren erna de onderzoeken goed te kunnen richten.

De minister vindt dat een beperkt aantal administratieve onzorgvuldigheden bij de registraties van controleresultaten geen afbreuk doet aan het geheel en dat de registratie goed bruikbaar is geweest voor de sturing van het proces. Hij gaat de bestuurlijke informatievoorziening in 2006 nog verder verbeteren.

Het M&O-beleid ten aanzien van het BTW-compensatiefonds is ondanks de kanttekeningen, in totaliteit bezien, naar de mening van de minister niet ontoereikend geweest.

4.2 Nawoord van de Algemene Rekenkamer

De Algemene Rekenkamer is ook verheugd dat er niet langer sprake is van een verschil van inzicht over de controle van het BTW-compensatiefonds. De voornemens van de minister ter verdere verbetering van de beheersing van het BTW-compensatiefonds geven vertrouwen voor 2006. In de reactie van de minister ziet de Algemene Rekenkamer echter geen aanleiding om haar oordeel te herzien, omdat dit oordeel betrekking heeft op 2005.1

BIJLAGE 1

TOTAALOVERZICHT BEGROTE EN VERANTWOORDE BEDRAGEN IN JAARVERSLAG 2005 VAN HET BTW-COMPENSATIEFONDS, BEGROTINGSFONDS G

 Uitgaven (x 1 000)Verplichtingen (x 1 000)
Begroting 2005 (stand bij 2e supp.)Verantwoording 2005  VerschilBegroting 2005 (stand bij 2e supp.)Verantwoording 2005verschil
abs (€)%abs (€)%
Artikelnummer.:        
1BTW-compensatiefonds1 842 1291 870 9842 8 8551,60000
Totaal 1 842 1291 870 98428 855     
Totaal overschrijdingen  28 855     

BIJLAGE 2

OVERZICHT FOUTEN EN ONZEKERHEDEN IN DE FINANCIËLE INFORMATIE IN HET JAARVERSLAG 2005 VAN HET BTW-COMPENSATIEFONDS, BEGROTINGSFONDS G

A: Uitgaven

Art.OmschrijvingTotaal verantwoord bedrag (mln €)Fout (mln €)Onzekerheid (mln €)Totaal F+O (mln €)Totaal F+O (%)Tolerantiegrens over-schreden?Onzekerheid over volledigheid (mln €)Toelichting
  (a)(b)(c)(b+c)(b+c)/a*100(ja/nee)  
1BTW-compensatiefonds1 871,0157,0157,08,4Ja0 
Totaal 1 871,0 157,0157,0    

B: Ontvangsten

Art.OmschrijvingTotaal verantwoord bedrag (mln €)Fout (mln €)Onzekerheid (mln €)Totaal F+O (mln €)Totaal F+O (%)Tolerantiegrens over-schreden?Onzekerheid over volledigheid (mln €)Toelichting
  (a)(b)(c)(b+c)(b+c)/a*100(ja/nee)  
1BTW-compensatiefonds1 871,00000Nee  
Totaal 1 871,0000    

C: Saldibalans

Debet/Credit Omschrijving BalanspostSaldo balanspost (mln €)Fout (mln €)Onzekerheid (mln €)Totaal F+O (%)Totaal F+O overschreden?TolerantiegrensOnzekerheid over volledigheid (mln €)Toelichting
  (a)(b)(c)(b+c)(b+c)/a*100(ja/nee)  
Debet10 voorschotten177,40000Nee  
Beoordeeld totaal 177,4000    

Bovenstaande tabellen geven een overzicht van de fouten en onzekerheden die de Algemene Rekenkamer heeft geconstateerd. Het betreffen fouten en onzekerheden in de rechtmatigheid en in de deugdelijke weergave in het jaarverslag.

De tolerantie op artikelniveau bedraagt voor fouten en onzekerheden bij elkaar opgeteld:

– voor artikelen < € 50 miljoen: 10% van het artikelbedrag (voor de saldibalans: per individuele post);

– voor artikelen € 50 miljoen en < € 0,5 miljard: € 5 miljoen (voor de saldibalans: per individuele post), en

– voor artikelen € 0,5 miljard: 1% van het artikelbedrag (voor de saldibalans: per individuele post).

De goedkeuringstolerantie in de totalen bedraagt 1% voor alle fouten en 3% voor alle onzekerheden (exclusief onzekerheid over volledigheid).

Tegen fouten en onzekerheden kan de Algemene Rekenkamer bezwaar maken op grond van artikel 88 CW 2001.


XNoot
1

Overigens hebben de controles die de Algemene Rekenkamer in 2005 heeft uitgevoerd, overwegend betrekking op het aanvangsjaar 2003.

XNoot
1

Overigens hebben de controles die de Algemene Rekenkamer in 2005 heeft uitgevoerd overwegend betrekking op het aanvangsjaar 2003.

Naar boven