30 550 F
Jaarverslag en slotwet Diergezondheidsfonds 2005

nr. 1
JAARVERSLAG VAN HET DIERGEZONDHEIDSFONDS (F)

Aangeboden 17 mei 2006

Inhoudsopgave blz.

A.Algemeen4
1.Voorwoord4
2.Verzoek tot Dechargeverlening5
3.Leeswijzer9
   
B.Beleidsverslag10
4.Beleidsprioriteiten10
5.Beleidsartikelen14
   
C.Jaarrekening22
6.Verantwoordingsstaat22
7.Saldibalans24
   
Bijlage 1.Lijst met gebruikte afkortingen27

A. ALGEMEEN

1. Voorwoord

Hierbij bied ik u het jaarverslag 2005 aan van het Diergezondheidsfonds.

In het jaar 2005 was voornamelijk sprake van het financieel afwikkelen van de MKZ en AI crises uit eerdere jaren. Dit betrof met name door Nederland geclaimde vergoedingen voor de bestrijdingsmaatregelen. Vanaf de zomer noopte het oprukken van het H5N1-virus tot bijzondere beschermingsmaatregelen.

Voor het Diergezondheidsfonds had deze dreiging nauwelijks gevolgen. Dat geldt niet voor de betrokken pluimveebedrijven en ook niet voor allen die op enigerlei wijze betrokken zijn bij de gevolgen van de dreiging van AI.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman

2. Verzoek tot Dechargeverlening

Verzoek tot dechargeverlening van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan de Voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Onder verwijzing naar de artikelen 63 en 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit decharge te verlenen over het in het jaar 2005 gevoerde financiële beheer met betrekking tot de uitvoering van de begroting van het Diergezondheidsfonds.

Ten behoeve van de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening is door de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 82 van de Comptabiliteitswet 2001 een rapport opgesteld van haar bevindingen en haar oordeel met betrekking tot:

a. het gevoerde financieel en materieel beheer;

b. de ten behoeve van dat beheer bijgehouden administraties;

c. de financiële informatie in het jaarverslag;

d. de saldibalans;

e. de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid;

f. de in het jaarverslag opgenomen informatie over het gevoerde beleid van het Diergezondheidsfonds.

Dit rapport wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden.

Bij het besluit tot dechargeverlening dienen, naast het onderhavige jaarverslag en het hierboven genoemde rapport van de Algemene Rekenkamer, de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken te worden betrokken:

a. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2005; dit jaarverslag wordt separaat aangeboden;

b. de slotwet van het Diergezondheidsfonds over het jaar 2005; de slotwet is als afzonderlijk kamerstuk gepubliceerd. Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen;

c. het rapport van de Algemene Rekenkamer over het jaar 2005 met betrekking tot de onderzoeken, bedoeld in artikel 83 van de Comptabiliteitswet 2001. Dit rapport, dat betrekking heeft op het onderzoek van de centrale administratie van ’s Rijks schatkist en van het Financieel jaarverslag van het Rijk, wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aangeboden;

d. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer met betrekking tot de in het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2005 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk over 2005 alsmede met betrekking tot de Saldibalans van het Rijk over 2005 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 83, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001.

Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

3. Leeswijzer

Het jaarverslag Diergezondheidsfonds bestaat uit een algemeen deel, het beleidsverslag over 2005 en de jaarrekening.

Als bijlage is een lijst van afkortingen opgenomen.

B. BELEIDSVERSLAG

4. Beleidsprioriteiten

1. Algemeen

Het Diergezondheidsfonds (DGF) is het financiële instrument van de overheid ten behoeve van de ontvangsten en uitgaven voor de bewaking en bestrijding van dierziekten die door of in opdracht van de overheid worden uitgevoerd op grond van de daartoe in nationale wet- en regelgeving opgenomen verplichtingen. Het beleid dat aan de basis ligt van de inzet van dit instrument, is weergegeven in het beleidsartikel 6 «Voedselveiligheid, voedselkwaliteit en diergezondheid» van de begroting van LNV. In de begroting voor 2005 van het DGF is dat beleid nader uitgewerkt en zijn de te realiseren streefwaarden aangegeven. De verantwoording sluit hierbij aan.

Nederland is in 2005 gespaard gebleven van een uitbraak van een besmettelijke dierziekte en daarmede het Diergezondheidsfonds van de financiële consequenties. Als gevolg daarvan kon meer tijd en aandacht worden besteed aan de verwerking en evaluatie van voorgaande crisissen. Wel is de dreiging, en dan met name voor Aviaire Influenza (AI), in 2005 sterk toegenomen, waardoor uitbreiding van de preventieve maatregelen noodzakelijk werd.

De financiële afwikkeling van de MKZ en de AI uitbraak uit respectievelijk 2001 en 2003, kon nog niet definitief worden afgerond vanwege procedures over schadeloosstellingen aan veehouders en over de kosten die toeleverende bedrijven bij LNV in rekening hebben gebracht voor de bestrijding.

De DGF-uitgaven in 2005 bedragen in totaal € 18,4 miljoen. Tegenover deze uitgaven staan ontvangsten tot een totaal van € 22,8 miljoen. De belangrijkste uitgaven en ontvangsten geven het volgende beeld:

Uitgaven (bedragen x € 1 000)
Bewaking5 597
Verdenking en bestrijding12 155
Overig607
Totaal18 359
Ontvangsten (bedragen x € 1 000)
Ontvangsten van productschappen10 152
Ontvangsten uit LNV-begroting (incl. voorfinanciering EU)8 650
Overig3 993
Totaal22 795

2. Afwikkeling AI uitbraak 2003

De afwikkeling van de AI bestrijding 2003 in 2005 heeft vooral betrekking gehad op:

– schadeloosstellingen voor de bij de bestrijding overgenomen dieren en eieren;

– de in rekening gebracht kosten door bedrijven die zijn ingezet bij de bestrijding;

– het onderzoek door de diensten van de EU op de door Nederland ingediende declaratie voor vergoeding.

Uitgangspunt voor de toekenning van de schadeloosstellingen is dat de getroffen (vee)houders gecompenseerd worden met een vergoeding die overeenkomt met de waarde van de overgenomen dieren en of eieren. Een belangrijke referentie voor het bepalen van de waarde is de marktprijs.

Een dierziekte komt onverwacht zodat de gedwongen afvoer van dieren, eieren, etc. bij de bestrijding niet gelijk loopt met de normaal geplande afvoer/verkoop waarvoor of waarbij marktprijzen be- of ontstaan. Bij een bestrijding betreft de afvoer in veel gevallen dieren die nog niet slachtrijp zijn (vleesvee), of nog niet economisch afgeschreven zijn (fok- en legdieren). Voor eieren en producten is de waardebepaling in meer of mindere mate ook afhankelijk van de productiefase. Voor veel categorieën van dieren en of producten die tijdens een bestrijding worden overgenomen voor onderzoek en of vernietiging, ontbreekt derhalve een marktprijs.

Bij de AI bestrijding is dit opgelost door het berekenen van de waarden met behulp van marktprijzen voor «opstartdieren» aangevuld met kostprijsgegevens van het productieproces. Op deze wijze werden tabellen met waarden voor dieren naar leeftijd opgesteld die als richtsnoer en ondersteuning aan de taxateurs ter beschikking werden gesteld ten behoeve van de waardebepaling. Dergelijke waardetabellen zijn per definitie generiek en per bedrijf zijn afwijkingen mogelijk. Omtrent de toepassing van deze waardetabellen zijn veel misverstanden ontstaan met als gevolg vertraging en een groot aantal hertaxaties.

Bij een aantal bedrijven die zijn ingehuurd bij de AI bestrijding, heeft LNV niet ingestemd met de door deze bedrijven in rekening gebrachte kosten voor de geleverde prestaties en of faciliteiten. Een en ander heeft tot gevolg gehad dat de deelbetalingen in voorschot lang hebben opengestaan en dat langdurige onderhandelingen hebben moeten plaatsvinden alvorens tot overeenstemming te komen over de definitieve vergoeding. Enkele van deze procedures zijn ultimo 2005 nog niet voltooid.

Met betrekking tot de door Nederland gevraagde vergoeding van de EU voor de toegekende schadeloosstellingen aan (vee)houders en voor de uitvoeringskosten van de bestrijding, hebben de diensten van de EU in 2004 en 2005 onderzoeken ingesteld. Deze onderzoeken hebben ultimo 2005 nog niet tot een definitief standpunt van de EU geleid over de door Nederland ingediende declaraties en de daarop toe te kennen vergoedingen. De EU heeft wel in principe het systeem van waardetabellen geaccepteerd dat Nederland heeft toegepast voor de vergoeding aan de (vee)houders.

In 2005 is van de EU de formele goedkeuring ontvangen voor de éénmalige compensatie van de vermeerderaars voor de geleden economische schade als gevolg van de afvoerbeperkingen ten tijde van de AI bestrijding.

3. Afwikkeling MKZ bestrijding 2001

In 2005 is de afrekening met de productschappen over het aandeel van het bedrijfsleven in de kosten van de MKZ-bestrijding afgerond. Aan deze afrekening zijn de volgende gegevens ontleend.

Uitgaven MKZ bestrijding (x € 1 000 000)
Aard  
– Uitgaven 276,6
– Financiering  
• PVV42,4 
• PZ75,9 
• EU90,3 
• Rijk68,0 

4. BSE maatregelen

Ook in 2005 is het verplichte monitoringsprogramma uitgevoerd, waarbij alle slachtrunderen vanaf de leeftijd van 30 maanden en de zieke en verdachte dieren vanaf een leeftijd van 24 maanden worden getest op BSE. In 2005 werden 522 378 runderen getest op BSE.

Het aantal vastgestelde gevallen van BSE in 2005 bedroeg vier, waarvan één door de EU officieel is aangemerkt als een «Belgisch geval». Voor Nederland zijn er aldus in 2005 drie positieve gevallen van BSE bevestigd. De annual incidence rate (aantal besmette dieren per miljoen runderen ouder dan 24 maanden) voor Nederland ligt hiermee voor het jaar 2005 op 1,761. Dit is een verbetering ten opzichte van voorgaande jaren. In 2004 lag dit cijfer op 3,40, in 2003 op 10,86 en in 2002 op 13,19. De verwachting van een daling van het aantal positieve runderen lijkt hiermee te worden gestaafd.

5. Aanpassing convenant

Na een lang voorbereidingstraject is op 2 februari 2005 het gewijzigde convenant financiering bestrijding besmettelijke dierziekten LNV – PVV – PPE – PZ, door de convenantpartners ondertekend. Op de totstandkoming is in het voorgaande jaarverslag uitgebreid ingegaan. Bovendien heeft de Vaste Commissie Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van de Tweede Kamer hierover met de minister van gedachten gewisseld.

Voor de volledigheid zijn onderstaand de door het bedrijfsleven gegarandeerde uitgangsmaxima voor de periode van 2005 tot en met 2009 weergegeven.

bedragen x € 1 000
Sectormaxima 2005/2009**
Rundveehouderij85 000
Varkenshouderij125 000
– AVP en SVD46 000
– Overige dierziekten79 000
Schapen/geitenhouderij5 600
– Scrapie2 269
– Overige dierziekten3 331
Pluimveehouderij30 000
– NCD2 000
– Overige dierziekten28 000*
Totaal245 600

* Van dit bedrag komt maximaal € 10 mln voor rekening van LNV indien de uitgaven meer dan € 18 mln bedragen.

** De plafondbedragen worden met ingang van het kalenderjaar 2006 jaarlijks aangepast aan de hand van de omvang van de betrokken veestapel en het consumentenprijsindexcijfer alle huishoudens.

6. Waakvlamcontracten/crisisfaciliteit

Naast draaiboeken zijn ook bepaalde dienstverleningen, faciliteiten van bijvoorbeeld bedrijven essentieel om op een uitbraak snel en adequaat te kunnen reageren. In dit verband zijn in 2005 «stand-by» contracten met een aantal bedrijven gesloten voor de levering of beschikbaarstelling van producten en of faciliteiten die onmiddellijk bij een uitbraak van een besmettelijke dierziekte beschikbaar moeten zijn. Deze maken onderdeel uit van de voorzieningen die worden getroffen in voorbereiding op een uitbraak.

De toerekenbare kosten van de beschikbaarheid van de crisisfaciliteit voor laboratoriumonderzoek bij de Gezondheidsdienst voor Dieren ten dienste van de bestrijding, zijn ten laste van het Diergezondheidsfonds gebracht. De financiering van deze kosten worden door LNV en de productschappen in gelijke mate gedragen. Deze kosten zijn overigens geen onderdeel van de financieringsafspraak zoals neergelegd in het convenant financiering bestrijding besmettelijke dierziekten LNV – PVV – PPE – PZ.

5. Beleidsartikelen

01 Bewaking en bestrijding van dierziekten en voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen

Algemene doelstelling

Nederland is door de EU officieel vrij verklaard van bepaalde dierziekten. Om deze status te handhaven worden monitorings- c.q. bewakingsprogramma’s uitgevoerd. Daarnaast ondersteunen deze bewakingsonderzoeken de preventie voor de betreffende dierziekten. De uitgaven en ontvangsten (uit de gedeeltelijke doorbelasting aan de productschappen) van deze verplichte bewakingsprogramma’s worden in het DGF verantwoord (operationele doelstelling 0111)Indien zich desondanks uitbraken van besmettelijke dierziekten voordoen is het beleid erop gericht deze – binnen de kaders van de EU-regelgeving- zo effectief mogelijk te bestrijden. Het bestrijdingsbeleid is er in de eerste plaats op gericht om de risico’s op de verspreiding van besmettelijke dierziekten zoveel mogelijk te beperken. Essentiële voorwaarde hiertoe is het tijdig signaleren van symptomen van besmettingen door onderzoek te doen naar verdachte gevallen. De uitgaven en ontvangsten die samenhangen met de bestrijding van besmettelijke dierziekten worden in het DGF verantwoord (operationele doelstelling 0112).

Afgezien van de uitgaven voor bewaking en bestrijding worden in het DGF ook de uitgaven en ontvangsten verantwoord voor welzijnsmaatregelen als gevolg van een uitbraak (operationele doelstelling 0113).Tenslotte wordt op operationele doelstelling 0114 de financiering van overige uitgaven verantwoord.

Bij de diverse (bovengenoemde) operationele doelstellingen wordt ingegaan op de realisatie 2005 in beleid en geld.

01.11 Bewaking van dierziekten

Ten laste van deze operationele doelstelling worden de uitgaven verantwoord die samenhangen met de uitvoering van een aantal bewakingsmaatregelen om de EU-erkenning «dierziektevrij» te behouden.

De bewakings- en monitoringsprogramma’s hebben ten doel de diergezondheidsstatus te bewaken en te monitoren en anderzijds te voldoen aan verplichtingen van de Europese Unie. Voor behoud van een door de EU erkende status, vrij te zijn van bepaalde dierziekten, moet een bewakingsprogramma worden uitgevoerd naar brucella bij schapen en geiten. De onderzoeken worden in opdracht van LNV door Gezonde Dieren (GD) uitgevoerd.

Het bewakingsonderzoek bij 20% van de rundveebedrijven naar brucellose kon in 2005 beëindigd worden aangezien voldaan was aan de EU verplichting om gedurende een periode van vijf jaar onderzoek uit te voeren. De uitgaven in 2005 betreffen de afbouwkosten van dit programma.

Voor het bewakingsonderzoek bij circa 3 300 bedrijven naar leukose is ook aan deze EU-verplichting van vijf jaar van onderzoek voldaan. In overleg met het bedrijfsleven wordt een alternatieve vorm van bewakingsonderzoek ingevuld dat gebaseerd is op OIE standaarden voor de vrij van leukose kwalificatie.

Voor de opsporing van BSE en Scrapie/TSE worden sinds 2002 gerichte bewakingsprogramma’s uitgevoerd bij de slacht en bij de destructor. Het aantal positief geteste schapen was in 2005 iets hoger dan in 2004. In 2005 werden er 19 860 schapen getest, waarvan 64 positief op scrapie waren, terwijl in 2004 in totaal 19 086 schapen getest werden, waarvan er 39 positief bleken. Pas vanaf 2006 mag als gevolg van de verplichte inzet van scrapieresistente rammen een geleidelijke daling van het aantal besmette dieren worden verwacht.

Begin 2005 stelde de EU een intensieve monitoring op BSE bij geiten verplicht. Deze uitgaven worden via de LNV-begroting verantwoord. Er werden geen besmettingen geconstateerd.

Daarnaast zijn afspraken gecontinueerd met het bedrijfsleven voor de bewaking op Klassieke varkenspest (KVP). Het eerste programma betreft het onderzoek naar KVP bij dode dieren die bij GD worden aangeboden om de doodsoorzaak vast te stellen. Het tweede programma betreft het onderzoek bij door jagers geschoten wilde varkens.

Streefwaarde

Het streven is erop gericht om voor een aantal dierziekten de EU-status «vrij van dierziekten» te handhaven (zoals bijvoorbeeld voor klassieke varkenspest en brucellose). Deze streefwaarde is voor 2005 gerealiseerd. Bij de hiertoe uitgevoerde bewakingsonderzoeken zijn geen besmettingen vastgesteld.

Daarnaast dienen de bewakingsprogramma’s ter ondersteuning van de melding van dierziekten voor het geval deze niet worden opgemerkt. Aan de Europese Commissie is gerapporteerd over de resultaten van deze onderzoeken. Kosten van bewakingsmaatregelen worden in het kader van het convenant gefinancierd door het bedrijfsleven en de overheid.

Financieel overzicht en prestatiegegevens

Onderstaand overzicht geeft inzicht in de realisatie.

Bedragen x € 1 000
 Realisatie 2005Begroting 2005
 BedrijvenDierenUitgavenBedrijvenDierenUitgaven
Brucellose bij runderen  465   
Leukose (rund)*3 244 1 2743 300 700
KVP 4 526135  200
BSE (runderkadavers) 47 8082 152  2 600
TSE 19 860801 20 5001 000
Brucella (schaap/geit)1 902 7701 850 700
       
Totaal  5 597  5 200

Bron: DR (BSE en TSE) en Verslag GD (overig)

* Incl. 4e kwartaal 2004

01.12 Bestrijding van dierziekten

Op deze operationele doelstelling worden de uitgaven verantwoord die gemaakt worden indien een verdenking of een uitbraak van een wettelijk te bestrijden dierziekte zich voordoet. Het gaat dan om de uitgaven voor het onderzoek naar de verdenkingen en de bestrijdingsmaatregelen.

Naast de verdenkingen die kunnen ontstaan op basis van de uitkomsten van de bewakingsmonitoringsonderzoeken, zijn het opmerken van klinische verschijnselen een andere belangrijke bron: als dieren verschijnselen vertonen die kunnen duiden op een aangifteplichtige dierziekte, moeten veehouders dat melden. Vervolgens wordt op het betreffende bedrijf een onderzoek ingesteld door een team van specialisten waarbij zo nodig ook monsters worden genomen. Op basis van dat onderzoek en de laboratoriumuitslag blijkt dat er lang niet altijd sprake is van een door of met behulp van de overheid te bestrijden dierziekte. Toch is dit melden en onderzoeken van essentieel belang om een eventuele besmetting zo vroeg mogelijk te signaleren.

In het geval een rund in de periode van 100 dagen na inseminatie tot 21 dagen voor de normale afkalfdatum haar vrucht verliest (abortus) is er sprake van een verdenking van brucellose. Een dergelijke abortus is het enige vroegtijdige klinische signaal dat een rund besmet kan zijn met brucellose. Bij een dergelijke abortus volgt nader onderzoek om definitief vast te stellen of er sprake is van een besmetting met brucellose of dat een andere oorzaak de abortus heeft veroorzaakt. De onderzoeken in 2005 hebben geen besmetting met brucellose aangetoond.

Op deze operationele doelstelling zijn ook de uitgaven verantwoord ten behoeve van de afwikkeling van de bestrijding van MKZ en AI. Het gaat hier onder andere om gegrond verklaarde bezwaarschriften, het definitief afrekenen van door derden in rekening gebrachte kosten voor verrichte werkzaamheden en de afwikkeling van hertaxaties en tegemoetkoming in de schade betaald aan broederijen.

Sedert de uitbraak van Aviaire influenza (AI) in 2003 is een systeem in werking getreden om eerder een eventuele besmetting te detecteren. Naast het (verplicht) melden van ziekteverschijnselen moeten ook afwijkingen in het «gebruikelijke« patroon van het aantal dode dieren en afwijkingen in de voedselopname door de dieren worden gemeld.

Streefwaarde

Een dierziekte moet zo snel en effectief mogelijk worden bestreden. Deze streefwaarde is voor 2005 gerealiseerd. Naar aanleiding van 355 meldingen van dierziekten zijn onderzoeken uitgevoerd. In het onderstaande overzicht is het aantal meldingen/onderzoekingen weergegeven alsmede de resultaten daarvan

Financieel overzicht en prestatiegegevens

Onderstaand overzicht geeft inzicht in de realisatie.

Bedragen x € 1 000
 Realisatie 2005Begroting 2005
 BedrijvenDierenUitgavenBedrijvenDierenUitgaven
Brucellose (verwerpersonderzoek) 12 082503 7 500700
BSE     1 100
– verdenking  250   
– bestrijding33829 750 
TSE     2000
– verdenking1 819     
– bestrijding204 10564550  
Overige verdenkingenZie onderstaand overzicht 775300 1 500
Overige bestrijding  6 091  nnb
Waakvlamcontracten/crisisfaciliteit  2 042   
       
Totaal  12 155  pm

Bron: Verslag GD (Brucellose) en DR (overig)

Het jaar 2005 was het tweede jaar waarin de communautiare scrapie-bestrijdingsverplichtingen van kracht waren. In totaal werden 20 (2004: 17) schapenhouderijen besmet verklaard. Van die bedrijven zijn in 2005 in totaal 4105 scrapie gevoelige dieren geruimd. (2004: 1696). Het grote verschil met 2004 komt op conto van één uitzonderlijk groot bedrijf (2200 gevoelige dieren).

Aard van de meldingAantal meldingenResultaat onderzoek 
  positiefnegatief
AI77077
AVB862
BSE133**9
Brucellose*75074
Brucella melitensis/ovis202
Dourine101
KVP13013
Leukose21021
Malleus (Kwade Droes)101
Miltvuur101
MKZ404
NCD808
Psittacose*411228
Rabies21021
Scrapie48435
SVD25025
Tuberculose624
Vesiculaire stomatitis000
Totaal36567296

Bron: VWA

* Er zijn nog 2 onderzoeken niet afgerond en zodoende niet in het resultaat meegenomen.

** Het aantal vastgestelde gevallen van BSE in 2005 bedroeg vier, maar de eerste is door de EU officieel beschouwd als een Belgisch geval en als zodanig vastgesteld. Voor Nederland zijn er aldus in 2005 drie positieve gevallen van BSE bevestigd.

Instrumenten

In 2005 zijn de volgende instrumenten ingezet:

– de verplichting voor de houders van dieren om een verdenking van een wettelijk te bestrijden dierziekte te melden;

– onderzoek op bedrijven waar mogelijk sprake is van aangifteplichtige dierziekten;

– screening van dieren op buurtbedrijven en andere relevante bedrijven;

– tracering van besmetting (van en naar);

– doden van besmette dieren;

– doden van dieren die een reëel gevaar zijn voor verspreiding van de besmetting;

– destructie van besmette dieren;

– schadeloosstellen van bedrijven voor gedode dieren.

De grondslag voor de inzet van bovenstaande instrumenten vormen EU-richtlijnen en verordeningen en de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren (GWWD)

– draaiboeken;

– crisisorganisatie.

01.13 Voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen

Bij uitbraken van wettelijk te bestrijden dierziekten treden – op basis van het draaiboek – diverse veterinaire maatregelen in werking. Een van de maatregelen is het instellen van een vervoersverbod waardoor in bepaalde gebieden het vervoer van bepaalde diercategorieën niet meer is toegestaan, dan wel aan stringente voorwaarden is gebonden. Als gevolg van het vervoersverbod kunnen in deze gebieden welzijns- en huisvestingsproblemen ontstaan. Ter vermindering van de meest urgente welzijnsproblemen kan worden besloten om dieren op te kopen.

De streefwaarde bij deze doelstelling is het beperken van de welzijnsproblematiek in geval van dierziektenuitbraken. In 2005 is dit instrument niet ingezet.

01.14 Overig

Op deze operationele doelstelling worden de uitgaven voor overige uitgaven verantwoord (in 2005 € 0,6 mln.). Dit betreft onder andere inhuur van adviesbureaus/programmeurs, huur van gebouwen en aanschaf van software/licenties.

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen DGF Bedragen x € 1 000
 (1)(2)(3)(4) = (1) + (2) + (3)(5)(6) = (5) – (4)
01 Bewaking en bestrijding van dierziekten en voorkomen en verminderen van welzijnsproblemenStand ontwerp-begrotingMutaties (+ of –) op grond van eerste suppletore begrotingMutaties (+ of –) op grondvan tweede suppletore begrotingTotaal geraamdRealisatieSlotwetmutaties (+ of –)(+ = tekortschietend t.o.v geraamd bedrag)
VERPLICHTINGEN5 2008 7075 68619 59318 359– 1 235
       
UITGAVEN5 2008 7075 68619 59318 359– 1 235
Beginsaldo    8 707 
Programma-uitgaven5 2008 7075 68619 59318 359– 1 235
U0111 Bewaking van dierziekten5 200 – 2474 9535 597644
U0112 Bestrijding van dierziektenp.m.8 7075 93314 64012 155– 2 486
U0113 Voorkomen en verminderen van welzijnsproblemenp.m.p.m.000 
U0114 Overigp.m.p.m.0607607 
       
ONTVANGSTEN5 200 5 68610 88622 79511 909
       
Eindsaldo    13 143 

Toelichting op de uitgaven en verplichtingen

In 2005 konden niet alle uitgaven in verband met de bestrijding van de AI uitbraak in 2003 afgehandeld worden.

Toelichting op de ontvangsten

De ontvangsten over 2005 waren hoger dan begroot vanwege een inhaalslag in de afrekening met de financiers van het DGF voor de jaren tot en met 2004. Het fonds is hierdoor aangezuiverd tot het oorspronkelijke niveau.

Evaluatie

Het Diergezondheidsfonds (DGF) is het financiële instrument van de overheid ten behoeve van de ontvangsten en uitgaven voor de bewaking en bestrijding van dierziekten die door of in opdracht van de overheid worden uitgevoerd op grond van de daartoe in nationale wet- en regelgeving opgenomen verplichtingen. Het beleid dat aan de basis ligt van de inzet van dit instrument, is weergegeven in het beleidsartikel 6 «Voedselveiligheid, voedselkwaliteit en diergezondheid» van de begroting van LNV.

C. JAARREKENING

De jaarrekening bestaat uit de verantwoordingsstaat, de saldibalans met de daarbij behorende toelichting en de in het beleidsverslag opgenomen tabel Budgettaire gevolgen van beleid met de daarbij behorende toelichting.

6. Verantwoordingsstaat

6.1 De verantwoordingsstaat 2005 van het Diergezondheidsfonds

Bedragen in € 1 000
 (1)(2)(3) 
ArtOmschrijvingOorspronkelijke vastgestelde begrotingRealisatieVerschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting 
  VerplichtingenUitgavenOntvangstenVerplichtingenUitgavenOntvangstenVerplichtingenUitgavenOntvangsten
01Bewaking en bestrijding van dierziekten en voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen5 2005 2005 20018 35918 35922 79513 15913 15917 595
           
 Sub-totaal 5 2005 200 18 35922 795 13 15917 595
           
 Voordelig eindsaldo 2004     8 707  8 707
           
 Sub-totaal 5 2005 200 18 35931 502 13 15926 302
           
 Voordelig eindsaldo 2005    13 143  13 143 
           
 Totaal    31 50231 502 26 30226 302

Mij bekend,

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman

Financiële toelichting bij de verantwoordingsstaat

Bedragen x € 1 000
 (1)(2)(3)(4) = (1) + (2) + (3)(5)(6) = (5) – (4)
01 01 Bewaking en bestrijding van dierziekten en voorkomen en verminderen van welzijnsproblemenStand ontwerp-begrotingMutaties (+ of –) op grond van eerste suppletore begrotingMutaties (+ of –) op grondvan tweede suppletore begrotingTotaal geraamdRealisatieSlotwetmutaties (+ of –)(+ = tekortschietend t.o.v geraamd bedrag)
VERPLICHTINGEN5 2008 7075 68619 59318 359– 1 235
       
UITGAVEN5 2008 7075 68619 59318 359– 1 235
       
Programma-uitgaven5 2008 7075 68619 59318 359– 1 235
U0111 Bewaking van dierziekten5 200 – 2474 9535 597644
U0112 Bestrijding van dierziektenp.m.8 7075 93314 64012 155– 2 486
U0113 Voorkomen en verminderen van welzijnsproblemenp.m.p.m.000 
U0114 Overigp.m.p.m. 0607607  
       
ONTVANGSTEN5 200 5 68610 88622 79511 909
       
Eindsaldo    13 143 

Toelichting op de uitgaven en verplichtingen

In 2005 konden niet alle uitgaven in verband met de bestrijding van de AI-uitbraak in 2003 afgehandeld worden.

Toelichting op de ontvangsten

De ontvangsten over 2005 waren hoger dan begroot vanwege een inhaalslag in de afrekening met de financiers van het DGF voor de jaren tot en met 2004. Het fonds is hierdoor aangezuiverd tot het oorspronkelijke niveau.

Evaluatie

Het Diergezondheidsfonds (DGF) is het financiële instrument van de overheid ten behoeve van de ontvangsten en uitgaven voor de bewaking en bestrijding van dierziekten die door of in opdracht van de overheid worden uitgevoerd op grond van de daartoe in nationale wet- en regelgeving opgenomen verplichtingen. Het beleid dat aan de basis ligt van de inzet van dit instrument, is weergegeven in het beleidsartikel 6 «Voedselveiligheid, voedselkwaliteit en diergezondheid» van de begroting van LNV.

7. Saldibalans

Saldibalans per 31 december 2005

Bedragen in euro’s
1.Uitgaven ten laste van de begroting18 359 8292.Ontvangsten ten gunste van de begroting22 795 311
4.Rekening courant Rijkshoofdboekhouding17 731 2112a.Saldo uitg/middelen voorg. Dienstjaren8 706 222
   4a.RC BSE3 501 642
5.Uitgaven buiten begrotingsverband (=intra-comptabele vorderingen)135 6256.Ontvangstenbuiten begrotingsverband (=intra-comptabele schulden)1 223 490
8.Extra-comptabele vorderingen75 416 5878a.Tegenrekening extra-comptabele vorderingen75 416 587
10.Voorschotten37 759 08510a.Tegenrekening voorschotten37 759 085
11a.Garantieverplichtingen241 304 00011Tegenrekening garantieverplichtingen241 304 000
 Totaal390 706 337 Totaal390 706 337

De toelichting op de saldibalans (bedragen in euro’s)

De balansposten zijn bepaald en gewaardeerd overeenkomstig de geldende voorschriften van de Comptabiliteitswet. Als gevolg van afrondingen is er een gering verschil tussen de optelling aan creditzijde en de totaaltelling.

Balanspost 1. Uitgaven ten laste van de begroting 2005 18 359 829

De op deze post verantwoorde uitgaven komen overeen met de uitgaven opgenomen in de verantwoordingsstaat, onderdeel uitgaven en verplichtingen, over het jaar 2005.

Balanspost 2. Ontvangsten ten gunste van de begroting 2005 22 795 311

De op deze post verantwoorde ontvangsten komen overeen met de ontvangsten opgenomen in de verantwoordingsstaat, onderdeel ontvangsten, over het jaar 2005 en het voordelig beginsaldo 2005.

Balanspost 4. Rekening-courant RIC 17 731 211

Deze post geeft de rekening-courant verhouding weer met de LNV-administratie m.b.t. het niet-declarabele gedeelte van de BSE-testen (BSE administratie) en geeft het tegoed weer dat het Diergezondheidsfonds heeft bij het ministerie van Financiën.

Balanspost 5. Uitgaven buiten begrotingsverband (=intracomptabele vorderingen) 135 625

Onder de uitgaven buiten begrotingsverband zijn met derden te verrekenen posten opgenomen in het kader van de dierziektenbestrijding. Deze posten worden in 2006 verrekend.

Balanspost 6. Ontvangsten buiten begrotingsverband 1 223 490

Onder de ontvangsten buiten begrotingsverband zijn met derden te verrekenen posten opgenomen in het kader van de bestrijding van dierziekten. Deze posten worden in 2006 verrekend.

Balanspost 8. Extra-comptabele vorderingen 75 416 587

Onder de extra-comptabele vorderingen zijn vorderingen op derden opgenomen.

Balanspost 10. Voorschotten 37 759 085

In de verklarende tabel wordt per operationele doelstelling toegelicht wat de openstaande voorschotten zijn. Het grootste gedeelte van de openstaande voorschotten is in 2005 afgerekend.

Toelichting

Bedragen in euro’s
Operationele doelstelling 
0111 Bewaking van dierziekten1 792 037
0112 Bestrijding van dierziekten35 967 048
0113 Voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen
0114 Overig
Totaal Voorschotten37 759 085

Afwikkeling voorschotten

Bedrag x € 1000
Openstaande voorschotten op 1-1-200570 821 750
Opgeboekte voorschotten2 244 734
Afgeboekte voorschotten35 307 400
Openstaande voorschotten op 31-12-200537 759 085

Balanspost 11. Garantieverplichtingen «nieuwe» convenant 241 304 000

Op deze post zijn de garantiestellingen van het bedrijfsleven opgenomen.

Toelichting

Bedragen in euro’s
Garantiestelling per 1-1-2005245 600 000
Onttrekkingen in 20054 296 000
Garantiestelling per 31-12-2005 (incl. liquide middelen)241 304 000

Garantieverplichtingen «oude» convenant (geen balanspost)

Op deze post zijn de garantiestellingen van het bedrijfsleven opgenomen.

Toelichting

Bedragen x in euro’s
Garantiestelling per 31-12-2000 (incl. liquide middelen en aanvullende garantie Scrapie ten bedrage van € 2,269 mln.)469 662 524
Onttrekkingen 2001 t/m 2004156 614 826
Onttrekkingen in 20055 220 400
Garantiestelling per 31-12-2004 (incl. liquide middelen)307 827 298

BIJLAGE 1

Lijst met gebruikte afkortingen

AIAviaire Influenza
AIDAlgemene Inspectiedienst
AVBAmerikaans vuilbroed
BSEBovine Spongiforme Encephalopathy
CIDCCentraal Instituut Dierziekte Controle
DGFDiergezondheidsfonds
DRDienst Regelingen
GDGezonde Dieren
GWWDGezondheids- en welzijnswet voor dieren
KVPKlassieke Varkenspest
LPAILaag-pathogeen Aviaire Influenza
MKZMond- en Klauwzeer
NCDNewcastle’s Disease (pseudo-vogelpest)
PPEProductschap voor Pluimvee en Eieren
PVVProductschap voor Vee en Vlees
PZProductschap Zuivel
RCCRegionaal crisiscentrum
VWA/RVVVoedsel en Waren Autoriteit/Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees
SVDSwine Vesicular Disease (Blaasjesziekte)
TSETransmissible Spongiforme Encephalopathies

XNoot
1

Nederland had in 2005 1,695 miljoen volwassen runderen (ouder dan 24 maanden), bron: CBS.

Naar boven