30 550 D
Jaarverslag en slotwet Fonds Economische Structuurversterking 2005

nr. 6
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 6 juni 2006

De vaste commissie voor Economische Zaken1, heeft over het Jaarverslag 2005 van het Fonds Economische Structuurversterking (nr. 1) de navolgende vragen ter beantwoording aan de regering voorgelegd.

Deze vragen, alsmede de daarop bij brief van 6 juni 2006 gegeven antwoorden, zijn hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

De Haan

De adjunct griffier van de commissie,

De Veth

1

Waarom is in het FES bij voorbaat een voordelig saldo van ruim 1 miljard euro begroot? Is er een gebrek aan projecten om mee te financieren vanuit het FES?

De fondsconstructie van het FES is onder meer gekozen om ontvangsten niet in hetzelfde jaar te hoeven uitgeven, maar over meerdere jaren te kunnen uitspreiden. Op die manier gaan FES-ontvangsten in enig jaar niet verloren wanneer de uitgaven in hetzelfde jaar lager zijn en wordt investeringsprojecten de benodigde tijd gegund voor voorbereiding en uitvoering.

Het voordelig begin- en eindsaldo is de boekhoudkundige voorziening waarmee een overschot aan ontvangsten boven uitgaven in enig jaar wordt doorgeschoven naar latere jaren om dan alsnog te worden uitgegeven. Er is, bezien over een meerjarige periode, derhalve geen gebrek aan projecten om te financieren vanuit het FES.

2

Vormen de EZ-ontvangsten uit EBN BV een onderdeel van de FES-voeding? Zo ja, voor welk percentage?

De EZ-ontvangsten uit EBN BV vormen inderdaad een onderdeel van de basis voor de voeding van het FES uit aardgasbaten. Van de totale aardgasbaten (niet-belastingmiddelen), waar genoemde ontvangsten deel van uitmaken, wordt 42,4% afgedragen aan het FES.

3

Kan de regering nader ingaan op de aardgasbaten welke door het Rijk worden terugontvangen van het bruto aankoopbedrag van het Transportbedrijf Gasunie? Wat wordt hieronder verstaan? Waarom worden deze baten uitgezonderd voor de berekening van de voeding FES?

De verwerking in de begroting van de aankoop van het transportnet met netto en bruto bedragen is toegelicht in de Voorjaarsnota 2005 (Kamerstukken II 2004/05, 30 105, nr. 1, pag. 11 en 36). Het bijbehorende bedrag van € 3,3 mld aan aardgasbaten behoort niet tot de grondslag voor de voeding van het Fes uit aardgasbaten omdat dit bedrag is opgenomen in het door het Rijk betaalde bruto bedrag en vervolgens dezelfde dag weer terugontvangen is.

4

Hoe verhoudt het bedrag van € 252 mln. als bijdrage aan het Infrastructuurfonds zich tot het bedrag van € 1,46 mld. dat vermeld staat op blz. 63 van het jaarverslag van het Infrastructuurfonds als bijdragen uit het FES? Waarom sluiten deze bedragen niet op elkaar aan?

Het genoemde bedrag van € 252 mln. maakt onderdeel uit van het bedrag van € 1,46 mld dat is vermeld in het Infrastructuurfonds. Het bedrag van € 252 mln. betreft de bijdrage aan de begroting van het Infrastructuurfonds in het kader van verkeer en vervoer en de Enveloppe Mobiliteit op uitgavenartikel 01.01 van het FES. Daarnaast zijn er FES-bijdragen aan het Infrastructuurfonds verantwoord op de uitgavenartikelen 01.04 (Overige bijdragen vanuit het fonds), 01.05 (Investeringsimpuls 2005), 01.08 (Investeringsimpuls 1998) en 01.09 (Investeringsimpuls 2001) van de Fes-begroting. De totale bijdrage van het FES aan het Infrastructuurfonds in 2005 is € 1,46 mld., conform het vermeldde bedrag in het jaarverslag van het Infrastructuurfonds.

5

Is bij een volgende verlaging van de Vpb opnieuw een verhoging van de FES-brug te verwachten en een daarbij behorende verhoging van het FES-voedingspercentage?

Omdat de Vpb-verlaging in 2005 tot gevolg had dat de voeding van het FES uit aardgasbaten onbedoeld toenam, is in eerste instantie de FESbrug verhoogd om de onbedoelde ontvangsten terug te sluizen naar de Rijksbegroting. Omdat vanwege de wijzigingen omtrent het gasgebouw echter een aanpassing van het voedingspercentage uit aardgasbaten noodzakelijk was, is vanwege de eenduidigheid besloten de onbedoelde ontvangsten van de Vpb-verlaging te corrigeren via een verlaging van het voedingspercentage in plaats van via een verhoging van de FES-brug. De verhoging van de FES-brug is derhalve teruggedraaid. Per saldo heeft deze correctie derhalve geen gevolgen voor het FES.

Wanneer zich in de toekomst een verdere Vpb-verlaging voordoet, is wederom sprake van een onbedoelde extra FES-voeding. In dat geval ligt het inderdaad voor de hand dit te corrigeren.

6

Is het verschil tussen de begrote en gerealiseerde ontvangsten (804 miljoen euro) in zijn geheel terug te voeren op hogere gasbaten?

Dat is inderdaad het geval.

7

Welke bestemming heeft het bedrag van € 4,2 mld van de niet-FES-gasbaten?

Het verschil van € 4,286 mld. heeft twee oorzaken. De grootste oorzaak betreft een bedrag van € 3,347 mld. dat in 2005 door het Rijk is terugontvangen van het bruto aankoopbedrag van het Transportbedrijf Gasunie. In het antwoord op vraag 3 vindt u hierop een nadere toelichting. Het restant van het verschil (€ 939 mln.) betreft het deel van de hogere reguliere aardgasbaten dat naar de algemene middelen vloeit (57,6% van de aardgasbaten).

8

Waarom wordt de rentevrijval als gevolg van vervreemdingen en veilingen uit voorgaande jaren niet nader gespecificeerd?

Deze rentevrijval wordt niet gespecificeerd omdat het om vervreemdingen en veilingen gaat die in voorgaande jaren zijn gerealiseerd en reeds in de begrotingen en/of verantwoordingen over die jaren zijn toegelicht.

9

Is het juist dat de rentevrijval afhankelijk is van het actuele rentetarief op staatsobligaties? Stijgt de rentevrijval als de rente op staatsobligaties stijgt? Of is de rentevrijval afhankelijk van bespaarde kosten als gevolg van het niet uitschrijven van nieuwe obligatieleningen?

De rentevrijval wordt meerjarig berekend op basis van het tarief op staatsobligaties dat geldt op het moment dat de ontvangst uit hoofde van een vervreemding of veiling binnenkomt op een rekening van het Rijk. Omdat de rentevrijval inderdaad het gevolg is van het niet hoeven uitschrijven van nieuwe obligatieleningen voor de omvang van de desbetreffende ontvangst, zal de meerjarig berekende rentevrijval daarna niet meer wijzigen als gevolg van het uitschrijven van nieuwe obligatieleningen.

10

Waar wordt het rekening-courantsaldo van € 2,5 mld. ondergebracht en hoeveel rente wordt hierop ontvangen en van wie?

Het rekening-courantsaldo wordt aangehouden bij de Rijkshoofdboekhouding van het Rijk (Ministerie van Financiën). Het positieve saldo ultimo 2005 betekent dat het FES in 2005 middelen niet heeft besteed waardoor deze in latere jaren beschikbaar zijn. Indien de middelen in 2005 wel waren uitgegeven, dan zou de Staatsschuld in 2005 met dit bedrag zijn toegenomen. Omdat de middelen niet zijn besteed, is over deze middelen een rentepercentage bespaard ter grootte van de rente op staatsobligaties.


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Crone (PvdA), Bakker (D66), Hofstra (VVD), De Haan (CDA), voorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), ondervoorzitter, Timmermans (PvdA), Vendrik (GL), Ten Hoopen (CDA), Weekers (VVD), Slob (CU), Van As (LPF), Van den Brink (LPF), Kortenhorst (CDA), Hessels (CDA), Van Velzen (SP), Algra (CDA), Aptroot (VVD), Blom (PvdA), Smeets (PvdA), Douma (PvdA), De Krom (VVD), Heemskerk (PvdA), Van Dam (PvdA), Dezentjé Hamming (VVD), Jonker (CDA), Jungbluth (GL) en Irrgang (SP).

Plv. leden: Tichelaar (PvdA), Dittrich (D66), Örgü (VVD), Van Hijum (CDA), De Nerée tot Babberich (CDA), Koenders (PvdA), Duyvendak (GL), Joldersma (CDA), Van Egerschot (VVD), Van der Vlies (SGP), Varela (LPF), Hermans (LPF), Verburg (CDA), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Vacature (algemeen), Atsma (CDA), Blok (VVD), Samsom (PvdA), Van Dijken (PvdA), Van Heteren (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Tjon-A-Ten (PvdA), Waalkens (PvdA), Szabó (VVD), Van Dijk (CDA), Van Gent (GL) en Gerkens (SP).

Naar boven