30 545
Uitvoering Wet Werk en Bijstand

nr. 75
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 juni 2009

Aanleiding

Met deze brief informeer ik u over de afspraken die ik met de VNG heb gemaakt ten aanzien van het proces van de budgetbekendmakingen en het principebesluit voor de verdeling van de budgetten in 2010. Tevens bied ik u het rapport «Onderzoek verdeling budgetten WWB inkomensdeel 2010» aan.1

Bestuurlijk proces

In mijn brief van 9 april jl. (Kamerstuk 30 545, nr. 72) heb ik u geïnformeerd over mijn voornemen om voorafgaand aan de budgetbekendmaking in september de uitkomsten van de budgetverdeling met de VNG te bespreken. In deze brief informeer ik u over de afspraken die ik hierover op 14 mei jl. met de VNG heb gemaakt.

De afspraak met de VNG behelst dat ik jaarlijks in het voorjaar, na overleg met de VNG, een principebesluit neem over de verdeling van de budgetten voor het volgende jaar. Deze verdeling wordt vastgelegd door wijziging van het Besluit WWB 2007. De afspraak met de VNG van 14 mei jl. betekent een bevestiging van de werkwijze die de afgelopen jaren reeds gehanteerd is. Nieuw is de afspraak om in september, wanneer de verdeling wordt vastgesteld op basis van de meest recente cijfers, de uitkomsten van de verdeling voor het volgende jaar te bespreken. In beginsel vindt daarbij geen wijziging in de eerder overeengekomen verdeling plaats. Bij zeer onverwachte en ongewenste uitkomsten zal bezien worden of aanpassingen in de verdeling nodig zijn. Mocht aanpassing onvermijdelijk zijn, dan gebeurt dat budgetneutraal.

Het onderhoud aan het verdeelmodel zal meer periodiek gaan plaatsvinden. Ik volg hiermee het advies van de onderzoekers naar aanleiding van de evaluatie van het verdeelmodel om het model niet jaarlijks aan te passen, maar het een periode constant te houden (zie Kamerstuk 29 674, nr. 22). In overleg met de VNG zal het eerstvolgende moment waarop onderhoud dient plaats te vinden worden bepaald. Over de uitkomsten zal ik u informeren. Totdat het moment van onderhoud is aangebroken, zal de jaarlijkse budgetverdeling plaatsvinden met toepassing van het thans geldende verdeelmodel. Onderdeel daarvan is de jaarlijkse herijking van de gewichten van het model.

Principebesluit verdeling 2010

Het principebesluit voor de budgetverdeling 2010 volgt uit het bijgevoegde onderzoek. Dit onderzoek behelst een technische exercitie, waarbij de gewichten van het model zijn herijkt. De noodzaak tot herijking van de gewichten vloeit voort uit de gewijzigde meetmethodiek van een aantal variabelen én het op 16 april jl. bij u ingediende wetsvoorstel «Bundeling uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten» (Kamerstukken 31 927). Het onderzoek heeft geleid tot een aantal modelvarianten die elkaar niet veel ontlopen. Deze zijn besproken in de klankbordgroep bij het onderzoek, waarin VNG, Divosa, individuele gemeenten, Rfv en een aantal departementen waren vertegenwoordigd. Het model dat ik in 2010 wil gebruiken is beschreven in de bijlage (het betreft variant 2 uit hoofdstuk 4 van het onderzoeksrapport). Tijdens het bestuurlijk overleg van 14 mei heeft de VNG aangegeven de keuze voor dit model te ondersteunen. Dit model wordt vastgelegd door wijziging van het Besluit WWB 2007.

Tot slot heb ik met de VNG gesproken over het gebruik van zo actueel mogelijke uitgavencijfers [zie ook de brief van mijn voorganger van 5 oktober 2007 (Kamerstuk 30 545, nr. 36)]. Wij onderschrijven beiden het belang hiervan. Gemeenten leveren deze cijfers jaarlijks voor 15 juli aan via de bijlage bij de gemeenterekening, op basis van de systematiek van single information & single audit (sisa). Het valt niet geheel uit te sluiten dat ten tijde van de feitelijke budgetverdeling een enkele gemeente haar verantwoordingsinformatie nog niet heeft ingediend. Voor dit probleem dient een passende oplossing getroffen te worden, waarbij de uitgaven t-2 zo goed mogelijk worden benaderd. Voor 2010 kies ik voor een oplossing waarbij in voorkomende gevallen de uitgaven t-2 worden benaderd door de uitgaven t-3, rekeninghoudend met de landelijke ontwikkeling van de gemiddelde prijs en de ontwikkeling van het gemeentelijke bijstandsvolume. De VNG deelt het uitgangspunt dat te laat aanleveren niet lonend mag zijn. Ik heb besloten in het uitzonderlijke geval dat een gemeente te laat levert een correctie van 5% toe te passen. Voor de budgetverdeling vanaf 2011 wordt, mede in het licht van het recent ingevoerde beginsel sisa tussen medeoverheden, in samenwerking met de departementen van BZK, OCW en WWI en de VNG een structurele oplossing gezocht om te kunnen blijven voldoen aan de t-2 eis.

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. Klijnsma

BIJLAGE

Toelichting uitkomsten onderzoek

Het onderzoek betreft een technische exercitie, waarbij de gewichten van het model zijn herijkt. Dit was nodig vanwege de gewijzigde meetmethodiek van een aantal variabelen. Ook is uit eerder onderzoek gebleken dat herijking van de gewichten de stabiliteit verbetert. Bij de herijking is rekening gehouden met de voorgenomen bundeling van het Inkomensdeel WWB met de budgetten van andere inkomensregelingen voor gemeenten (IOAW, IOAZ, Bbz 2004 en WWIK). De uitkomsten van het onderzoek worden hieronder beschreven.

– Het onderzoek heeft een model opgeleverd dat ik in 2010 wil gebruiken. De gevolgen van de aanpassing van het model, in termen van herverdeeleffecten en budgetwijzigingen, wijken niet sterk af van wat we gewend zijn bij de jaarlijkse herschatting van het model.

– Bij de herschatting van de gewichten van het model is zoveel mogelijk uitgegaan van de meest actuele beschikbare data. Vanwege een wijziging in 2006 in de meetmethodiek van de banencijfers van het CBS is het voor het verdeelkenmerk banengroei niet mogelijk de meest recente cijfers (2004–2007) te gebruiken. Daarom wordt gekozen voor de meest recente cijfers vóór de trendbreuk (2002–2005). Gebruik van een driejaarsgemiddelde met cijfers na de trendbreuk is op z’n vroegst mogelijk voor het model in 2012.

– Bij de herschatting van de gewichten van het model is rekening gehouden met de voorgenomen bundeling van het Inkomensdeel WWB met de andere inkomensregelingen voor gemeenten. Het model van mijn keuze is geschat op het totaal van de uitgaven aan deze regelingen. Na bundeling zullen de IOAW, de IOAZ en de kosten levensonderhoud van het Bbz 2004 met het verdeelmodel worden verdeeld. De herverdeeleffecten van het model veranderen hier nauwelijks door.

– In het onderzoek is ook aandacht besteed aan de eenmalige dempingsregel waarmee budgetdalingen van 2008 op 2009 zijn beperkt tot maximaal 10 procent. Uit het onderzoek blijkt dat het overslaan van een uitgavenjaar bij de budgetverdeling de belangrijkste veroorzaker is geweest van de grote budgetveranderingen van 2008 op 2009, waarvoor de eenmalige dempingsregel in het leven is geroepen.

– In het onderzoek zijn de voorlopige budgetten 2009 (incl. dempingsregel) vergeleken met een inschatting van de budgetten 2010 (excl. dempingsregel). De vergelijkingen leiden tot de verwachting dat een situatie als in 2009 met een groot aantal gemeenten met onvoorziene budgetwijzigingen zich niet weer zal voordoen.


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven