30 535
Toekomstagenda Milieu

nr. 11
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER EN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 november 2007

Hierbij doen wij u het evaluatierapport toekomen van de Milieu-investeringsaftrek (MIA), de Willekeurige aftrek milieu-investeringen (Vamil) en Groen Beleggen over de periode 2000 tot en met 2004.1 Dit rapport geeft gevolg aan de periodieke evaluatieverplichting van de belastinguitgaven op grond van de Regeling Prestatiegegevens en Evaluatieonderzoek. Het rapport is een integratie van onderliggende deelrapporten opgesteld onder begeleiding van de ambtelijke begeleidingscommissie.

De milieuproblemen zullen voor een belangrijk deel opgelost moeten worden door innovatie. De drie fiscale regelingen hebben als doelstelling milieutechnologie die ontwikkeld is daadwerkelijk toe te passen door marktintroductie en marktverbreding te bevorderen. Groen Beleggen richt zich op hoogwaardige innovaties, natuur en duurzame energie. De Vamil richt zich op nog niet gangbare milieurelevante technologie. De MIA doelstellingen sluiten aan op die van de Vamil doch zijn iets breder.

De conclusies van de evaluatie geven aan dat de bestedingen geschieden conform de doelstellingen van de regelingen. Voorts kunnen de regelingen effectief de marktintroductie van hoogwaardige milieutechnologie bevorderen en doen ze dit op een efficiënte wijze. Hierbij spelen diverse systeemspecifieke kenmerken van de regelingen een rol. Uit de betrokkenheid en respons van de bancaire sector en de burger blijkt dat er vooral dankzij de fiscale regeling een breed draagvlak voor Groen Beleggen is. De regelingen worden effectief en efficiënt uitgevoerd. Er zijn diverse aanbevelingen uit de evaluatie naar voren gekomen om de regelingen verder te optimaliseren.

Het evaluatierapport geeft een inzicht in de belangrijkste feiten en de werking van de drie instrumenten. In de samenvatting van het evaluatierapport zijn de hoofdlijnen weergegeven. De belangrijkste conclusies zijn:

• Uit de realisatieanalyses blijkt dat, gelet op de aard, omvang en impact van de projecten en de doelgroepen die hierbij betrokken waren, de bestedingen overeenstemmen met de doelstellingen van de regelingen.

• Uit de analyses blijkt dat de regelingen (met uitzondering van bijvoorbeeld technologie met zeer hoge meerkosten en bij structureel verliesgevende bedrijven) de marktintroductie van technologie bevorderen, innovatiestuwing veroorzaken en dat op een efficiënte wijze doen. Diverse economische aspecten (zoals laag steunniveau) en vooral ook systeemtechnische aspecten spelen hierbij een belangrijke rol.

• De regelingen zijn gericht op de juiste processen en technieken. Het betreft milieukundig, technologisch en innovatief hoogwaardige technieken en processen. De regelingen bevorderen de marktintroductie daarvan en veroorzaken innovatiestuwing. Diverse economische en ook systeemtechnische aspecten spelen hierbij een belangrijke rol.

• De doelstellingen van Groen Beleggen inzake betrokkenheid van de bancaire sector, beschikbaarheid van kapitaal en de betrokkenheid van de burger worden gerealiseerd. De respons van banken en burgers heeft een omvang die de verwachtingen overstijgt. Uit deze respons blijkt dat er een breed maatschappelijk draagvlak voor Groen Beleggen is. Het fiscale voordeel is een noodzakelijke drijvende kracht achter de regeling en wordt verdeeld onder de projecteigenaar, de spaarder en bank. De verdeling ervan wordt in een marktevenwichtsysteem bepaald.

• De uitvoering van de regelingen MIA, Vamil en Groen Beleggen is effectief en efficiënt. De kosten die met de uitvoering gepaard gaan zijn laag. Er zijn geen argumenten om de taakverdelingen en de procedures aanmerkelijk aan te passen. Wel zouden op details aanpassingen tot verhoging van kwaliteit, effectiviteit en efficiëntie kunnen leiden.

Uit de analyses volgen aanbevelingen die kunnen bijdragen aan een verdere optimalisering van de regelingen. De aanbevelingen hebben betrekking op inhoudelijke verbeteringen van de regelingen zelf, de onderlinge afstemming van de regelingen en de uitvoering van de regeling.

De inhoudelijke aanbevelingen worden ter harte genomen en de mogelijkheden daartoe zullen worden uitgewerkt in een ambtelijke werkgroep. Het betreft de aanbevelingen om goede ervaringen bij succesvolle technieken beter te benutten, waar mogelijk meer gebruik te maken van prestatienormen en integrale systemen op de Technologielijst, tijdig het beleid bij winkeldochters te bezien, waar mogelijk ook gebruik te maken van een sturende inzet van de instrumenten en gebruik te maken van open categorieën bij Groen Beleggen. In de werkgroep kan ook aandacht worden besteed aan de aanbeveling om de instrumenten beter onderling op elkaar af te stemmen, zowel inhoudelijk als procedureel. Waar het relatief eenvoudig is zullen bij de publicatie van de technologielijsten reeds dit jaar aanpassingen geschieden. De overige aanpassingen zullen mogelijk in de loop van 2008 worden doorgevoerd.

Vervolgens zijn er aanbevelingen op het gebied van communicatie door de betrokken partijen in de uitvoering. Aan hen zal gevraagd om te werken aan een verdere verbetering van de informatievoorziening over de wijzigingen in de technologielijst, niet alleen aan gebruikers, maar ook aan producenten van technieken, de informatie over de waarde van de technologielijst aan niet-gebruikers, en de informatie aan andere partijen dan de directe gebruiker, zoals brancheorganisaties en dergelijke.

De aanbeveling om onderzoek te doen naar de mogelijkheid tot modernisering en aanpassing van de gebruikte systemen in de uitvoering rond meldingen gegevensuitwisseling tussen IRWA, SenterNovem en Belastingdienst wordt overgenomen. Het structurele overleg tussen deze partijen zal verbeterd worden en verzocht zal worden de berekeningswijze van de budgetsystematiek te uniformeren.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer

De staatssecretaris van Financiën,

J. C. de Jager


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven