nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet bodembescherming
te wijzigen in verband met wijzigingen in het beleid op het gebied van bouwstoffen,
grond en baggerspecie;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet bodembescherming wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 6, eerste lid, artikel 7, eerste lid, en artikel 8, eerste
lid, wordt «Bij algemene maatregel van bestuur» telkens vervangen
door: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur.
B
Na artikel 12 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel 12a
1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen in het
belang van de bescherming van de bodem voor daarbij aangegeven categorieën
van bodem regels worden gesteld ten aanzien van het toepassen van grond en
baggerspecie op of in de bodem.
2. Bij de in het eerste lid bedoelde algemene maatregel van bestuur
kan worden bepaald dat een bij die maatregel aangewezen bestuursorgaan kan
besluiten dat de in het eerste lid bedoelde regels niet van toepassing zijn
in bij die maatregel te bepalen gevallen met een besluit dat voldoet aan bij
die maatregel te stellen eisen. Bij dat besluit stelt het aangewezen bestuursorgaan nieuwe eisen aan de kwaliteit, waaronder de samenstelling,
van grond of baggerspecie.
3. Tot de in het eerste lid bedoelde regels kunnen in elk geval behoren
regels ten aanzien van de kwaliteit, waaronder de samenstelling en emissie,
van grond of baggerspecie en de wijze van toetsing aan de kwaliteit en het
gebruik van de bodem waarop of waarin grond of baggerspecie wordt toegepast.
4. Bij de in het eerste lid bedoelde maatregel kan worden bepaald
in welke gevallen de in het tweede lid bedoelde afwijking moet voldoen aan
de krachtens artikel 36 en 37, eerste en zevende lid, van de Wet bodembescherming
gestelde regels.
5. Bij de in het eerste lid bedoelde maatregel kan worden bepaald
dat het aangewezen bestuursorgaan, bedoeld in het tweede lid, een kaart vaststelt
met gegevens over de kwaliteit van de bodem.
Artikel 12b
1. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat van
bij of krachtens de artikelen 6 tot en met 12a gestelde regels mag worden
afgeweken
a. voor zover die regels betrekking hebben op in die artikelen bedoelde
werkzaamheden waarbij bouwstoffen, grond of baggerspecie op of in de bodem
worden toegepast, en
b. door Onze Minister is vastgesteld dat anders dan door toepassing
van die regels ten minste eenzelfde mate van bescherming van de bodem is gewaarborgd
als is beoogd met die regels.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere
regels worden gesteld voor de toepassing van het eerste lid.
C
Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «6 tot en met 12» vervangen
door: 6 tot en met 12a.
2. In het eerste lid wordt «bij algemene maatregel van bestuur»
vervangen door: bij of krachtens algemene maatregel van bestuur.
3. In het eerste en tweede lid wordt «bij die maatregel»
telkens vervangen door: bij of krachtens die maatregel.
4. In het eerste lid, onderdeel d, wordt «daarbij aan te geven
gegevens » vervangen door: bij of krachtens die maatregel aan te geven
gegevens.
D
Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «6 tot en met 12» vervangen
door: 6 tot en met 12a.
2. In het eerste en tweede lid wordt «bij algemene maatregel
van bestuur» telkens vervangen door «bij of krachtens algemene
maatregel van bestuur» en «bij die maatregel» wordt telkens
vervangen door: bij of krachtens die maatregel.
E
In artikel 92, eerste en tweede lid, wordt «6 tot en met 12»
telkens vervangen door: 6 tot en met 12b.
F
In artikel 97 wordt «6 tot en met 11» vervangen door: 6 tot
en met 12b.
G
Artikel 99 wordt als volgt gewijzigd:
a. In het eerste lid wordt «6 tot en met 11» vervangen
door: 6 tot en met 12b.
b. In het tweede lid wordt «6 tot en met 12» telkens
vervangen door: 6 tot en met 12b.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,