30 522
Wijziging van de Wet bodembescherming en diverse andere wetten met het oog op nieuwe regels voor de toepassing van bouwstoffen, grond en baggerspecie

nr. 11
MOTIE VAN DE LEDEN DONNER EN NEPPÉRUS

Voorgesteld 14 februari 2007

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat de aardappel- en bietenverwerkende industrie wordt geconfronteerd met onnodig strenge normen voor het hergebruik van tarragrond, omdat de aanwezige olie wordt bestempeld als minerale olie en niet als een analyseresultaat van organisch materiaal net als bij baggerspecie;

constaterende, dat de regering bij brief van minister Pronk in 1998 heeft vastgesteld dat tarragrond voor 95% schoon verklaard kan worden;

constaterende, dat de inspanningen van de regering tot dusver hebben geleid tot de normering waarbij slechts 85% van de tarragrond schoon is;

constaterende, dat de onlangs aangescherpte toetsingsregels het behalen van de 95% niet makkelijker hebben gemaakt;

verzoekt de regering gelet op de geconstateerde punten zorg te dragen voor een bijstelling van de regelgeving die ertoe leidt dat conform eerdere toezeggingen van de regering tarragrond voor 95% schoon kan worden verklaard,

en gaat over tot de orde van de dag.

Donner

Neppérus

Naar boven