30 517
Evaluatie van hoofdstuk 13 van de Telecommunicatiewet

nr. 11
MOTIE VAN DE LEDEN HEERTS EN VAN TOORENBURG

Voorgesteld 9 juni 2009

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening, dat een verdachte vertrouwelijk met zijn/haar advocaat moet kunnen communiceren;

constaterende, dat de regering, in overleg met het College van PG’s en de advocatuur, advocaten de mogelijkheid wil geven vijf geheimhoudernummers op te geven waarvan de telefoontaps niet zullen worden uitgelezen;

overwegende, dat de mogelijkheid bestaat dat advocaten van deze regeling misbruik maken door verdachten de apparatuur waarmee de gesprekken op die geheimhoudernummers worden gevoerd, ter beschikking te stellen;

van oordeel, dat bij gebleken misbruik sprake is van een «doodzonde», waartegen in elk geval, naast een eventueel strafrechtelijke aanpak, door de beroepsgroep zelf zeer streng zou moeten worden opgetreden;

verzoekt de regering in overleg te treden met de Nederlandse Orde van Advocaten om te komen tot stevige tuchtrechtelijke sancties, waaronder ook wordt verstaan het uit het ambt zetten van de advocaat die op dergelijke wijze de geprivilegieerde communicatie heeft misbruikt,

en gaat over tot de orde van de dag.

Heerts

Van Toorenburg

Naar boven