nr. 11
AMENDEMENT VAN HET LID DE ROON
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In de beweegreden wordt de zinsnede «te vervangen door bepalingen
omtrent een voorwaardelijke invrijheidstelling» vervangen door: te laten
vervallen.
II
Artikel I, onderdeel A, komt te luiden:
A
De artikelen 15 tot en met 15d vervallen.
III
Artikel II vervalt
IV
Artikel IV vervalt
V
Artikel V komt te luiden:
ARTIKEL V
Onder weglating van de aanduiding «1» voor het eerste lid,
vervalt het tweede lid van artikel 69 van de Uitvoeringswet Internationaal
Strafhof.
VI
Artikel VI vervalt
VII
Artikel VII komt te luiden:
ARTIKEL VII
Deze wet treedt in werking met ingang van de twintigste dag na de datum
van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Toelichting
De huidige wettelijke regeling van de vervroegde invrijheidstelling geeft
een geheel verkeerd signaal. Het automatisme waarmee tot gevangenisstraf veroordeelden
op vrije voeten komen,nadat zij tweederde deel van hun vrijheidsstraf hebben
uitgezeten, heeft geen enkele zin. Misdadigers moeten de hen opgelegde straf
ten volle ondergaan.
Ook andere straffen worden niet «kwijtgescholden» nadat daarvan
een deel is ondergaan.
Ook het door de regering voorgestelde systeem van de voorwaardelijke invrijheidstelling,
geeft een verkeerd signaal. Er is geen enkele reden om «goed gedrag»
van een gedetineerde te belonen. Goed gedrag moet de van zelf sprekende norm
zijn. Dat is het minimum dat van gedetineerden verwacht mag worden. Slecht
gedrag tijdens de detentie moet bestraft worden.
Indien dit amendement wordt aangenomen komt het opschrift te luiden: Wijziging
van het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met het vervallen
van de vervroegde invrijheidstelling.
De Roon