30 501 Regels voor het gunnen van overheidsopdrachten door aanbestedende diensten en opdrachten door speciale-sectorbedrijven (Aanbestedingswet)

Nr. 32 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 januari 2011

Hierbij doe ik u de rapportage toekomen over de bevindingen van de aanbestedingsambassadeur mevrouw professor H.E. (Riek) Bakker over de afgelopen 6 maanden.1

Aanstelling aanbestedingsambassadeur

Tijdens de behandeling van de begroting van Economische Zaken voor het jaar 2010 (Handelingen 2009–2010, nr. 18, pag. 1377) heeft het lid Smeets (PvdA) verzocht een aanbestedingsambassadeur aan te stellen die de lokale overheden kan begeleiden bij aanbestedingen. Bij brief van 27 mei 2010 (30 501, nr. 31) bent u geïnformeerd dat mevrouw professor H.E. Bakker bereid is gevonden om deze functie te vervullen.

Mevrouw Bakker is gevraagd het belang van goed aanbesteden actief bij overheidsbestuurders onder de aandacht te brengen. Daarnaast is zij gevraagd oplossingen voor knelpunten aan te dragen aan overheden en ondernemers in de vorm van best practices uit binnen- en buitenland of in de vorm van elders opgebouwde expertise. Met deze brief geef ik uitvoering aan de toezegging uw Kamer te rapporteren over de eerste zes maanden van haar werkzaamheden als aanbestedingsambassadeur.

Rapportage bevindingen aanbestedingsambassadeur

Mevrouw Bakker heeft in de afgelopen periode gesprekken gevoerd met bestuurders en medewerkers van overheden, private partijen, inkooporganisaties en specialisten op het gebied van aanbesteden. Ook zijn er vanuit de diverse «vakwerelden» contacten met mevrouw Bakker gelegd. Op basis van deze ervaringen is zij ervan overtuigd dat de aanbestedingsambassadeur een rol vervult in de behoefte van betrokkenen die met aanbesteden te maken hebben.

Daarnaast is uit deze gesprekken voor haar naar voren gekomen dat heldere wet- en regelgeving een belangrijke bijdrage zal leveren aan het oplossen van knelpunten. Het wetsvoorstel voor een nieuwe Aanbestedingswet is volgens mevrouw Bakker daarvoor een goede basis. Ook de invoering van de uniforme eigen verklaring en de gedragsverklaring aanbesteden ziet zij als een positieve ontwikkeling. Deze zullen volgens mevrouw Bakker de ongemakken voor overheden en ondernemers aanzienlijk kunnen verminderen.

Tegelijkertijd doet mevrouw Bakker ook diverse aanbevelingen om het wetsvoorstel te verbeteren. In het kader van de door mij aangekondigde nota van wijziging op het wetsvoorstel voor een nieuwe Aanbestedingswet, zal ik bezien welke van deze elementen hierin kunnen worden meegenomen.

Mevrouw Bakker stelt voor een «Commissie van Hulp en Bijstand» in het leven te roepen die vraagbaak is en adviezen geeft die zijn gericht op het ontwikkelen van een goede aanbestedingspraktijk. Deze commissie kan volgens mevrouw Bakker bijvoorbeeld worden toegevoegd aan het expertisecentrum PIANOo en worden uitgerust met mensen van zowel overheidszijde als ondernemerszijde.

Thans wordt een evaluatie uitgevoerd naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het expertisecentrum PIANOo. Na afronding van deze evaluatie zal ik mij bezinnen op de toekomst van PIANOo. Hierbij zal ook het voorstel van mevrouw Bakker worden betrokken.

Mevrouw Bakker stelt dat het interessant zou zijn om binnen de regels van aanbesteding te bezien of er naast nationale/Europese aanbesteding ook sprake kan zijn van regionale aanbesteding. Zij zou hier als aanbestedingsambassadeur samen met de regio Limburg onderzoek naar willen doen.

Het is de taak van de aanbestedingsambassadeur oplossingen aan te dragen voor knelpunten en het belang van goed aanbesteden actief bij overheidsbestuurders onder de aandacht te brengen, uitgaande van de juiste toepassing van de regelgeving. Zij zal in de komende periode vanuit deze optiek onderzoeken op het gebied van regionale aanbestedingen in de regio Limburg en andere regio’s gaan volgen.

Tot slot stelt mevrouw Bakker dat onderzocht moet worden of de aanbestedingsregels voor specifieke groepen, bijvoorbeeld de landschapsarchitecten en stedenbouwkundigen, anders kunnen. Onderzocht zou moeten worden of per aanbesteding minder gegadigden gevraagd kunnen worden mee te doen, zodat niet te veel bureaus grote inspanningen hoeven te leveren tegen aanzienlijke kosten. Daarnaast zou volgens mevrouw Bakker kunnen worden nagegaan of potentiële opdrachtgevers bereid zijn een vergoeding te geven voor bewezen diensten tijdens het offertetraject.

In het kader van het wetsvoorstel voor een nieuwe Aanbestedingswet kunnen deze suggesties worden betrokken bij de vormgeving van de Gids proportionaliteit. Daarnaast geef ik deze suggesties graag mee aan de Regiegroep Europees Aanbesteden Architectendiensten. Zoals gemeld in de brief van de minister van Volkhuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer – mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Economische Zaken – van 30 juli 2010 (31 535, nr. 8) is besloten om de Regiegroep Europees Aanbesteden Architectendiensten te continueren. De Regiegroep staat onder voorzitterschap van de Rijksbouwmeester. Zij is daarmee een belangrijke adviseur voor overleg over procedures en beleid betreffende Europese aanbestedingen van architectendiensten in brede zin.

Rol aanbestedingsambassadeur

Mevrouw Bakker heeft in de afgelopen periode een goede start gemaakt met de invulling van de functie van aanbestedingsambassadeur. Ik ben van mening dat de aanbestedingsambassadeur een nuttige rol vervult in de behoefte van betrokkenen die met aanbesteden te maken hebben. Dit is de reden waarom ik heb besloten de overeenkomst met mevrouw Bakker met 6 maanden te verlengen. In die periode zal zij zich verder inzetten op het onder de aandacht brengen van het belang van goed aanbesteden en het aandragen van oplossingen voor knelpunten. Na afloop van die periode zal ik aan uw Kamer opnieuw rapporteren over haar werkzaamheden als aanbestedingsambassadeur.

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M. J. M. Verhagen


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Naar boven