30 492
Wijziging van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (voorwaardelijke machtiging en dwangbehandeling)

nr. 13
AMENDEMENT VAN HET LID VENDRIK

Ontvangen 30 januari 2007

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Na artikel I, onderdeel K, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ka

Na artikel 40 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 40a

De patiënt ten aanzien van wie een beslissing wordt genomen waartegen op grond van artikel 41, eerste lid, een klacht kan worden ingediend, wordt door de zorg van de geneesheer-directeur schriftelijk geïnformeerd over de gronden waarop de beslissing berust, over de mogelijkheid de patiëntenvertrouwenspersoon in te schakelen en over de mogelijkheid gebruik te maken van de artikelen 41 tot en met 41b.

Toelichting

Dit amendement bepaalt dat ingeval van een (op grond van artikel 41) klachtwaardige beslissing over een patiënt, deze wordt geïnformeerd over de gronden waarop de beslissing berust en de mogelijkheid van inschakeling van een vertrouwenspersoon en/of de klachtcommissie.

Voorgestelde regeling correspondeert met aanbeveling 14 van de begeleidingscommissie van de tweede Bopz-evaluatie. Helaas is deze aanbeveling – ondanks eerdere toezegging in het kabinetsstandpunt op die tweede evaluatie – tot op heden niet uitgevoerd. Nu er een verruiming van de grond voor dwangbehandeling wordt voorgesteld is een goede informatieverstrekking over de klachtenprocedure eens te meer van groot belang.

Het is voorstelbaar dat de klachtencommissie (mede vanwege de schorsingsbevoegdheid van artikel 41, lid 4) een aangezegde dwangbehandeling op rechtmatigheid beoordeelt alvorens het tot dwangtoepassing komt. De patiënt moet dan uiteraard wel weet hebben van de klachtprocedure.

Vendrik

Naar boven