nr. 10
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING
EN MILIEUBEHEER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 mei 2006
Bij brief van 28 april 2006 heeft de vaste commissie voor Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer mij verzocht uw Kamer te informeren over
de planning ten aanzien van de nog uit te werken regelgeving onder het wetsvoorstel
luchtkwaliteitseisen (wijziging van de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen);
Kamerstukken II 2005/2006, 30 489, nrs. 1–2), alsmede over het
verzoek tot voorlichting aan de Raad van State over het Nationaal Samenwerkingsprogramma
Luchtkwaliteit (NSL).
Daarnaast maak ik uit het verslag van de vaste commissie voor Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over het wetsvoorstel van 2 mei
jl. (kamerstuk 30 489, nr. 7) op dat nader inzicht in elementen als gebiedsafbakening
binnen het NSL, de wijze van salderen en de afbakening van het begrip «in
betekenende mate» van groot belang worden geacht voor het beoordelen
van het wetsvoorstel.
Thans wordt op mijn departement de nota naar aanleiding van het verslag
voorbereid. Ik streef er naar u die in de week van 29 mei as. toe te
sturen (kamerstuk 30 489, nr. 8). Bij brief van 1 mei 2006 heb ik
de Raad van State verzocht om voorlichting uit te brengen over de voorgestelde
opzet en systematiek van het NSL. In de beschrijving van de opzet en systematiek
van het NSL1 zoals die aan de Raad is voorgelegd,
is de voorgenomen uitwerking op de belangrijke punten gebiedsafbakening, wijze
van salderen en het begrip in betekenende mate beschreven. Een afschrift van
het verzoek om voorlichting doe ik u hierbij toekomen. Ik verwacht de voorlichting
van de Raad begin juni te ontvangen. Zodra deze voorlichting binnen is, zal
ik die aan de Kamer doen toekomen. Ik hoop dat met genoemde stukken de Kamer
over voldoende inzicht beschikt om de behandeling van het wetsvoorstel voor
het zomerreces te kunnen afronden.
Verder wordt thans op basis van de inhoudelijke uitgangspunten zoals vermeld
in de notitie over de opzet van het NSL1, onderliggende
regelgeving uitgewerkt (met name de AMvB in betekende mate en de ministeriële regeling gebiedsafbakening). Ik verwacht dat de betreffende ontwerpregelgeving
tijdens het zomerreces naar uw Kamer gezonden zal kunnen worden.
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer,
P. L. B. A. van Geel