30 487
Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de masteropleiding geneeskunde, klinisch onderzoeker

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de start van een masteropleiding geneeskunde, klinisch onderzoeker met ingang van het studiejaar 2006–2007 mogelijk te maken;

dat daartoe wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet studiefinanciering 2000 op enkele onderdelen noodzakelijk is;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

In de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek worden de volgende wijzigingen aangebracht:

A

Artikel 7.4a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het zevende lid wordt vernummerd tot achtste lid.

2. Na het zesde lid wordt een nieuw zevende lid ingevoegd, luidende:

7. De studielast van de masteropleidingen geneeskunde, klinisch onderzoeker bedraagt 240 studiepunten.

B

In de artikelen 7.13, tweede lid, onder g, en 7.51a, tweede lid, eerste volzin, wordt «artikel 7.4a, zevende lid» telkens vervangen door: artikel 7.4a, achtste lid.

ARTIKEL II

Artikel 5.6 van de Wet studiefinanciering 2000 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het zesde, zevende en achtste lid worden vernummerd tot zevende, achtste en negende lid.

2. Na het vijfde lid wordt een nieuw zesde lid ingevoegd, luidende:

6. De prestatiebeurs wordt gedurende 7 jaar verstrekt voor het geheel van een bacheloropleiding als bedoeld in artikel 7.4a, eerste lid, eerste volzin, van de WHW en een masteropleiding als bedoeld in artikel 7.4a, zevende lid, van de WHW.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 september 2006.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Naar boven