nr. 4
NADER RAPPORT1
Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 1 maart 2006, aangeboden
aan de Koningin door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mede
namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 28 december
2005, no. 05.004843, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies
inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 2 februari 2006, no. W05.05.0587/III, bied ik U
hierbij mede namens mijn ambtgenoot van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
aan.
Het voorstel geeft de Raad van State geen aanleiding tot het maken van
inhoudelijke opmerkingen.
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om enkele onjuiste verwijzingen
te corrigeren in het voorstel van wet houdende wijziging van onder meer de
Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, en de Wet op het
voortgezet onderwijs in verband met de vraagfinanciering voor schoolbegeleiding
en de bekostiging van het onderwijs aan zieke leerlingen (Kamerstukken II,
2004/05, 29 875, nrs. 1–3). Tevens is van de gelegenheid gebruik
gemaakt om de wijzigingen die de Wet op de beroepen in het onderwijs en enkele
andere wetten aanbrengen in artikel 3 van de Wet op de expertisecentra, beter
op elkaar af te stemmen en om een leemte in het overgangsrecht in te vullen
ten aanzien van de zij-instroom.
Ik moge U, mede namens mijn ambtgenoot van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde
memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M. J. A. van der Hoeven