30 474
Regeling voor de toelating, het op de markt brengen en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden)

nr. 11
AMENDEMENT VAN DE LEDEN OPLAAT EN MASTWIJK

Ontvangen 14 september 2006

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Aan artikel 20 wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. In afwijking van het verbod, bedoeld in het eerste lid, is het gebruik van een gewasbeschermingsmiddel bij het machinaal coaten van zaaizaad, bedoeld in artikel 74, eerste lid, onderdeel c, toegestaan.

II

Artikel 74 wordt als volgt gewijzigd:

A. Aan het eerste lid, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

c. het machinaal coaten van zaaizaad dat bestemd is voor export naar de onder a en b genoemde landen.

B. Er wordt een vijfde lid toegevoegd, luidende:

5. Het tweede en derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op een in Nederland gevestigde gebruiker dat een middel als bedoeld in het eerste lid aanbrengt op zaaizaad dat niet bestemd is voor de Nederlandse markt, voor zover de gebruiker het zaaizaad op een met een importeur vergelijkbare wijze binnen het Nederlandse grondgebied levert voor opslag als bedoeld in het derde lid.

Toelichting

Het amendement poogt de positie van de sector veredeling in Nederland veilig te stellen. Deze sector loopt wereldwijd gezien voorop in de ontwikkeling van nieuwe soorten en rassen en is – als het gaat om de export van zaaizaad van groot belang voor de exportpositie van ons land. Daarbij hoort dat in Nederland geproduceerd zaaizaad aan de hoogste eisen behoort te voldoen als het gaat om kiemkracht, productie, maar ook voor wat betreft resistentie tegen ziekten en plagen.

Oplaat

Mastwijk