Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | 30468 nr. 3 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | 30468 nr. 3 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 juli 2006
Zoals toegezegd bij het wetgevingsoverleg Jaarverslag VROM over 2005 op 14 juni jl., (kamerstuk 30 550 XI, nr. 11) wil ik u, mede namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), informeren over het standpunt van het kabinet over de aangenomen motie van de leden Snijder-Hazelhoff en Atsma, Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 XIV, nr. 44 betreffende de Besteding van de zogenaamde Koopmansmiddelen.
In de brief «Groeien in Concurrentie» van 17 december 2004 (Kamerstukken II 2004–2005, 29 939, nr. 1) heeft de minister van LNV u, mede namens mij, geinformeerd over de nadere invulling van de besteding van de in totaal € 122 miljoen Koopmansmiddelen:
1. Versnelde afronding van klassieke landinrichtingsprojecten: € 30 miljoen (LNV)
2. Kavelruil: € 20 miljoen (LNV)
3. Landschapsbehoud in (milieu)probleemgebieden: € 50 miljoen (LNV 11 mln.; VROM 39 mln.))
4. Projecten t.b.v. melkveehouderij en milieu: € 12 miljoen (LNV 7 mln.; VROM 5 mln.)
5. Kennisontwikkeling en -verspreiding in de melkveehouderij: € 10 miljoen (LNV 5 mln.; VROM 5 mln.)
Het LNV-aandeel hierin is in totaal € 73 miljoen en het VROM-aandeel in totaal € 49 miljoen.
In een vervolgbrief van 16 september 2005 (Kamerstukken II, 2004–2005, 29 939, nr. 2) heeft de minister van LNV, mede namens mij, de focus gericht op het derde onderdeel «Landschapsbehoud in (milieu)probleemgebieden» (totaal € 50 miljoen, waarvan € 11 miljoen van LNV en € 39 miljoen van VROM). Het kabinet wilde met dit onderdeel inzetten op het creëren van een stand-still van het milieuprobleem in kwetsbare gebieden door zoveel mogelijk te voorkomen dat extensieve melkveehouders meegaan in het proces van intensivering door vooral productiegroei per hectare. Tegelijkertijd zou dit bijdragen aan landschapsbehoud.
Uw Kamer heeft bij het vaststellen van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2006 de motie van de leden Snijder-Hazelhoff en Atsma aangenomen, die als volgt luidt: «overwegende dat de extensivering en structuurverbetering van de melkveehouderij daarmee onvoldoende tot zijn recht komt, spreekt (de Kamer) uit dat € 50 mln. ingezet moet worden voor (huis)kavelvergroting, vrijwillige kavelruil en structuurverbetering van melkveebedrijven in het gehele land».
De motie, een aantal nieuwe feiten in het mestdossier die verband houden met de implementatie van de Nitraatrichtlijn in Nederland alsmede het recente Advies van de Taskforce Verdroging hebben ons doen besluiten om het voornemen op dit onderdeel te heroverwegen.
De Europese Commissie heeft Nederland in het kader van de Nitraatrichtlijn tot 2009 een derogatie voor graasdierbedrijven verleend onder voorwaarde dat er een goede monitoring wordt uitgevoerd. Gelet op de verplichtingen voortvloeiend uit het derde Actieprogramma en de daarop aanvullende derogatiebepalingen bedragen de kosten van het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid voor de periode 2006–2009 in totaal € 23,4 miljoen. Over de economische voordelen van de derogatie voor de melkveehouderij hebben wij meerdere keren met uw Kamer gesproken.
Voorts heeft deze begrotingspost een bijdrage van in totaal € 4 miljoen moeten leveren aan de invulling van de VROM-taakstelling van € 18 miljoen.
De Taskforce Verdroging geeft in haar advies aan dat met een planmatige, programmatische aanpak en doelgerichte inzet van de verschillende instrumenten (technische maatregelen, schaderegelingen, ruil-/compensatiegronden, minnelijke verwerving, onteigening) verdrogingsbestrijding kan slagen. Het kabinet wil de resterende € 11,6 miljoen van VROM (39 – (23,4 + 4) = 11,6) bestemmen voor vrijwillige kavelruil van grondgebonden melkveebedrijven als bijdrage aan het oplossen van de verdrogingsproblemen. Op die wijze gaat structuurverbetering van de melkveehouderij hand in hand met vermindering van milieubelasting. In het kader van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) hebben de provincies in hun provinciale bod van 1 juni ’06 voor Verdrogingsbestrijding meer geld van het rijk gevraagd dan het rijk in het MJP2 in het vooruitzicht heeft gesteld. Het rijk kan met deze middelen haar bod voor het onderdeel Verdrogingsbestrijding in het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) met 11,6 miljoen verhogen .
Zoals in het voorgaande is aangegeven, staat van de € 50 miljoen, waarover de motie spreekt, € 11 miljoen op de begroting van het ministerie van LNV. Deze middelen zullen worden ingezet voor vernieuwende projecten in de melkveehouderij. De melkveehouderij in Nederland staat immers voor belangrijke opgaven, waarbij de bedrijfsvoering voortdurend aangepast zal moeten worden. Innovaties zullen nodig zijn om bijvoorbeeld veranderingen op de wereldmarkt op te kunnen vangen en om te blijven voldoen aan maatschappelijke wensen en eisen. Ook het mestbeleid en in latere jaren de Kaderrichtlijn Water zullen aanpassingen van de sector vragen. Om de uitdagingen en de gewenste innovaties voor de komende jaren in beeld te brengen is de melkveehouderijsector zelf bezig om een innovatie-agenda op te stellen. Onder andere hieruit zullen gewenste transities in de melkveehouderij naar voren komen, waarbij pilots en experimenten uitgevoerd zullen moeten worden voor de verdere vormgeving. Zo zal er bijvoorbeeld veel aandacht moeten zijn voor nieuwe bedrijfssystemen voor een moderne, economisch duurzame melkveehouderij, geïntegreerd in een maatschappelijk gewenst landschap.
Vernieuwende projecten en innovatietrajecten zullen met de extra € 11 miljoen worden gesteund, waarbij het streven erop gericht is om de concrete projecten en initiatieven waar mogelijk uit de sector zelf naar voren te laten komen. Hiertoe zullen deze middelen worden toegevoegd aan het onderdeel «projecten t.b.v. melkveehouderij en milieu» binnen de Koopmansgelden.
Het vorenstaande levert het volgende totaaloverzicht van de thans in totaal € 118 miljoen beschikbare Koopmansmiddelen voor de periode 2006 t/m 2010:
1. Versnelde afronding van klassieke landinrichtingsprojecten: € 30 miljoen (LNV)
2. Kavelruil: € 31,6 miljoen (LNV 20 mln.; VROM 11,6 mln voor verdrogingsbestrijding)
3. Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid: € 23,4 miljoen (VROM)
4. Projecten t.b.v. melkveehouderij en milieu: € 23 miljoen (LNV 18 mln.; VROM 5 mln.)
5. Kennisontwikkeling en -verspreiding in de melkveehouderij: € 10 miljoen (LNV 5 mln.; VROM 5 mln.)
Over de aanpassing van de meerjarige budgetten zal uw Kamer bij de behandeling van de begrotingen van LNV en van VROM voor het jaar 2007 worden geïnformeerd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30468-3.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.