nr. 5
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 september 2008
In het algemeen overleg met de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat
op 3 juni 2008 over Zand- en Grensmaas (18 106, nr. 189) heb ik
u toegezegd u nader te informeren over de stand van zaken met betrekking tot
de overdracht van de haven van Maasbracht aan de gemeente Maasgouw. Aangezien
deze kwestie geen onderdeel is van het dossier Zand- en Grensmaas, informeer
ik u over de Haven Maasbracht door middel van deze separate brief.
De gemeente Maasbracht – thans de gemeente Maasgouw – heeft
in 2004 kenbaar gemaakt de haven van Maasbracht voor nieuwe doeleinden te
willen gebruiken (o.a. voor een scheepvaartmuseum). Daarbij is een eventuele
overdracht van de haven van Rijkswaterstaat aan de gemeente ter sprake gekomen.
Destijds is aangegeven dat er geen principiële bezwaren tegen de overdracht
van de haven bestaan.
Rijkswaterstaat heeft een inventarisatie naar de onderhoudstoestand van
de haven uitgevoerd. Na afronding van dit onderzoek heeft de gemeente aangegeven
dat overdracht pas interessant zou zijn, als het havengebied als totaal zou
kunnen worden ontwikkeld.
In 2007 is in opdracht van de gemeente Maasgouw een visie opgesteld over
de gewenste ontwikkeling van de haven. De gemeenteraad van Maasgouw heeft
inmiddels ingestemd met die visie en de gemeente heeft een aannemer de opdracht
gegeven de technische toestand van de haven in kaart te brengen teneinde een
eigen, onafhankelijk getoetst beeld te verkrijgen. Naar verwachting zal het
onderzoek in het najaar van 2008 worden afgerond.
Mijnerzijds is de overdracht van de haven nog steeds bespreekbaar, maar
niet noodzakelijk. Indien de gemeente Maasgouw het overleg over de eventuele
overdracht van de haven Maasbracht wil voortzetten, dan is Rijkswaterstaat
hiertoe uiteraard bereid.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben ingelicht.
De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
J. C. Huizinga-Heringa