nr. 10
NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 5, tweede lid, komen de onderdelen a en b te luiden:
a. de geurbelasting op het geurgevoelige object dat binnen de in
het eerste lid genoemde afstand is gelegen, en het aantal dieren van één
of meer diercategorieën, niet toenemen, of
b. de in artikel 4 bedoelde afstand tussen de veehouderij en het
geurgevoelig object dat binnen de in het eerste lid genoemde afstand is gelegen,
niet afneemt en het aantal dieren van één of meer diercategorieën
waarvoor geen geuremissiefactor is vastgesteld niet toeneemt.
B
In artikel 6, tweede lid, wordt «andere waarde of afstand»
vervangen door: andere waarde of afstand als bedoeld in artikel 3 of 4.
C
Artikel 8 wordt vervangen door:
Artikel 8
1. Bij het bepalen van de andere waarde of afstand, bedoeld in artikel
6, betrekt de gemeenteraad in elk geval:
a. de huidige en de te verwachten geursituatie vanwege de veehouderijen
in het gebied;
b. het belang van een geïntegreerde aanpak van de verontreiniging,
en
c. de noodzaak van een even hoog niveau van de bescherming van het
milieu.
2. Bij het bepalen van de andere waarde of afstand betrekt de gemeenteraad
tevens:
a. de gewenste ruimtelijke inrichting van het gebied, of
b. de afwijkende relatie tussen geurbelasting en geurhinder.
Toelichting
A
De wijziging betreft een verduidelijking.
B
Met de wijziging wordt tot specifieker tot uitdrukking gebracht ten aanzien
van welke waarde of afstand bij gemeentelijke verordening een andere invulling
kan worden gegeven. De gemeentelijke bevoegdheid geldt dus niet ten aanzien
van de normstelling in artikel 5.
C
Met de wijziging wordt tot uitdrukking gebracht wat steeds bedoeld is
te regelen met de onderhavige bepaling. De in het eerste lid, onderdelen a,
b en c gelden cumulatief: alledrie de onderdelen moeten bij de besluitvorming
worden betrokken. Ten aanzien van de in het tweede lid, onderdelen a en b,
genoemde aspecten geldt dat ten minste één van de twee aspecten
bij diezelfde besluitvorming moet worden betrokken.
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer,
P. L. B. A. van Geel