nr. 4
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT1
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 16 januari
2006 en het nader rapport d.d. 25 januari 2006, aangeboden aan de Koningin
door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het advies van de Raad
van State is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 7 december 2005, no. 05.004544, heeft Uwe
Majesteit, op voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bij
de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot
intrekking van diverse wetten en een besluit op het terrein van het Ministerie
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, met memorie van toelichting.
Met het wetsvoorstel wordt de intrekking beoogd van een groot aantal uitgewerkte
wetten en een besluit, respectievelijk de wijziging van uitgewerkte bepalingen
van regelgeving op het beleidsterrein van het Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid.
De Raad van State onderschrijft de strekking van het wetsvoorstel, maar
maakt opmerkingen over enkele bepalingen van de in het voorstel opgenomen
Wet overgangsregeling Ziektewet die mogelijk nog van toepassing kunnen zijn
en over een onterechte verwijzing in de bij het wetsvoorstel behorende memorie
van toelichting ten aanzien van de in te trekken Wet van 23 oktober 1993
tot wijziging van de Wet financiering Volksverzekeringen (Stb. 593).
Hij is van oordeel dat in verband daarmee enige aanpassing van het voorstel
en de toelichting wenselijk is.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 7 december
2005 nr. 05.004544, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies
inzake het bovengenoemde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 16 januari 2006, nr. W12.05.0535/IV, bied ik
U, mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, hierbij
aan.
Het voorstel heeft de Raad van State aanleiding gegeven enige voorstellen
tot aanpassingen van het voorstel en de toelichting te doen. Deze worden hieronder
behandeld.
1. In artikel IV, onderdeel c, van het wetsvoorstel wordt de Wet
overgangsregeling Ziektewet ingetrokken. Blijkens de toelichting op die bepaling
is de reden daarvoor dat deze wet in haar geheel is uitgewerkt. Naar de mening
van de Raad valt niet geheel uit te sluiten dat de artikelen 10, 16 en 17
van die wet, die overgangsrecht bevatten voor situaties waarin
op de Ziektewet gebaseerde rechten bestonden die dateren van voor de datum
van de inwerkingtreding van de Wet overgangsregeling Ziektewet, nog van toepassing
zijn.
In verband met het vorenstaande adviseert de Raad het wetsvoorstel zodanig
te wijzigen dat daarin wordt opgenomen dat de in geding zijnde wet niet wordt
ingetrokken maar gewijzigd, waarbij alle bepalingen vervallen behoudens de
drie evengenoemde.
1. Het wetsvoorstel is overeenkomstig het advies van de Raad van
State aangepast.
2. In artikel III, onderdeel u, wordt de Wet van 23 oktober
1993 tot wijziging van de Wet financiering Volksverzekeringen (Stb. 593) ingetrokken.
In de toelichting op deze bepaling wordt als reden daarvoor gegeven dat het
middelenbeheer is geïntegreerd in de Wet structuur uitvoeringsorganisatie
werk en inkomen, waardoor artikel II van de in te trekken wet niet langer
functioneel is.
Gebleken is dat deze verwijzing als redengeving niet juist is, en dat
de redengeving voor de intrekking is dat er geen gevallen meer zijn waarop
het overgangsrecht van artikel II van de in te trekken wet van toepassing
is.
De Raad adviseert de toelichting op artikel III, onderdeel u, in de bovenbedoelde
zin te wijzigen.
2. De memorie van toelichting is overeenkomstig het advies van de
Raad van State aangepast.
3. Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Raad naar de bij
het advies behorende bijlage.
De redactionele kanttekeningen van de Raad van State zijn overgenomen.
De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden
aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande rekening
zal zijn gehouden.
De Vice-President van de Raad van State,
H. D. Tjeenk Willink
Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en
de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
te zenden.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A. J. de Geus
Bijlage bij het advies van de Raad van State betreffende
no. W12.05.0535/IV met redactionele kanttekeningen die de Raad in overweging
geeft.
– In het opschrift na «Intrekking» invoegen: en wijziging.
– In artikel I, onderdeel c, na «Comptabiliteitswet»
invoegen: 1976.
– In artikel IV, onderdeel e, voor «(Stb. 215)» invoegen:
(overgangsmaatregel bovenwettelijke uitkeringen).