nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het
zonder meer instemmend luidt/uitsluitend opmerkingen van redactionele aard
bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).
I. ALGEMEEN
Zoals gemeld in de brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
van 12 december 2005 aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken
II 2005/06, 30 300 XV, nr. 74) wordt in 2006 voor een verhoging van de
kinderkorting in de inkomstenbelasting € 35 mln aangewend. Dit wetsvoorstel
bewerkstelligt deze verhoging. Dit komt neer op een verhoging van de kinderkorting
per 1 januari 2006 met € 32. De maximale kinderkorting in 2006
wordt daardoor verhoogd van € 892 naar € 924.
Het budgettaire beslag van de verhoging van de kinderkorting bedraagt € 35
mln. Per 1 juli 2006 kan de voorlopige teruggaaf voor de kinderkorting
worden aangepast, zodat gezinnen met kinderen vanaf de tweede helft van 2006
kunnen profiteren van de verhoging van de kinderkorting. Uitgaande van 1 miljoen
herzieningen van voorlopige teruggaven leidt deze verhoging in totaal tot
ongeveer € 4 mln aan extra uitvoeringskosten voor de Belastingdienst
in 2006. Dit wetsvoorstel heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten.
II. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Artikel I
Deze wijziging betreft de verhoging van de kinderkorting met € 32.
De maximale kinderkorting wordt daardoor € 924. Het inkomensniveau
waarop de geleidelijke vermindering van de kinderkorting wordt gestart, blijft
in 2006 ongewijzigd op € 28 521. Ook het verminderingspercentage
blijft gelijk aan 5,75: voor elke euro dat het verzamelinkomen boven € 28 521
ligt, wordt de kinderkorting met € 0,0575 verminderd. Het verzamelinkomen
waarboven in 2006 geen recht op kinderkorting bestaat, stijgt door deze wijziging
van € 44 034 naar € 44 591.
Artikel II
De verhoging van de kinderkorting met € 32 heeft terugwerkende
kracht tot en met 1 januari 2006. Hierdoor heeft deze maatregel in 2006
effect op de koopkracht van de betreffende belastingplichtigen.
De Staatssecretaris van Financiën,
J. G. Wijn