nr. 9
NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID HESSELS TER VERVANGING
VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 8
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Na onderdeel A wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Aa
In artikel 12b wordt na het tweede lid een nieuw lid ingevoegd, luidende:
2a. In de voorwaarden bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt
in ieder geval vastgelegd dat:
a. het transport van gas door het landelijk gastransportnet plaats
vindt op basis van een systematiek uitgaande van entry- en exitpunten, waarbij
de capaciteit op de entry- en exitpunten door afnemers met een aansluiting
op het landelijke gastransportnet en netgebruikers afzonderlijk kan worden
gecontracteerd;
b. de entry- en exitpunten door de netbeheerder van het landelijk
gastransportnet worden vastgesteld op grond van objectieve, transparante en
niet-discriminerende voorwaarden en met inachtneming van de belangen van netgebruikers;
c. de vastgestelde exitpunten worden door de netbeheerder van het
landelijk gastransportnet op een voor netgebruikers geschikte wijze gepubliceerd;
d. de capaciteit op een exitpunt bij voorrang kan worden gecontracteerd
door een afnemer die een aansluiting op het landelijke gastransportnet heeft
die is gekoppeld aan het desbetreffende exitpunt;
e. de netbeheerder van het landelijk gastransportnet in het kader
van de transportzekerheid van afnemers voldoende transportcapaciteit aanhoudt
ten behoeve van afnemers aangesloten op de Nederlandse gastransportnetten.
Toelichting
Het transport van gas vindt plaats op basis van een zogeheten ontkoppeld
entry-/exitsysteem. Dit systeem wordt thans, omwille van de rechtszekerheid
van netgebruikers, zijnde leveranciers, handelaren en afnemers,
uitdrukkelijk vastgelegd in de Gaswet. Voor een omschrijving van de termen
entry- en exitpunten wordt verwezen naar artikel 1 van de Richtlijnen gastransport
voor het jaar 2005. In de krachtens de artikel 12b vast te stellen voorwaarden
moeten de criteria worden opgenomen op basis waarvan de landelijke gasnetbeheerder
de entry- en exitpunten dient vast te stellen. In artikel 3.2, onderdeel a,
van de Richtsnoeren, vastgesteld op grond van artikel 9 van de verordening
(EG) nr. 1775/2005 van 28 september 2005 betreffende de voorwaarden voor
de toegang tot aardgastransmissienetten (PbEU L 289) is bepaald dat alle entrypunten
op een geschikte wijze voor netgebruikers moeten worden gepubliceerd. In aanvulling
hierop wordt vastgelegd dat ook alle door de netbeheerder van het landelijk
gastransportnet vastgestelde exitpunten op een voor netgebruikers toegankelijke
wijze moeten worden gepubliceerd. In de voorwaarden, als bedoeld in artikel
12b Gaswet, moet worden opgenomen dat de eindafnemer bij voorrang de capaciteit
op het exitpunt waar hij is aangesloten kan contracteren. Dit recht van afnemers,
dat de transportzekerheid van deze afnemers waarborgt, is reeds opgenomen
in artikel 5, lid 3, van de Richtlijnen gastransport voor het jaar 2005. Met
de toekenning van dit recht wordt voorkomen dat de eindafnemer voor zijn gastoevoer
geheel of gedeeltelijk afhankelijk wordt van een derde (handelaar / leverancier)
die transportcapaciteit op het exitpunt van deze eindafnemer heeft gecontracteerd.
Het voorgestelde recht is een waarborg tegen «gijzeling» van de
afnemer door derden. In aanvulling hierop wordt tevens wettelijk verankerd
dat de netbeheerder van het landelijk gastransportnet, in verband met de transportzekerheid
van eindafnemers, voldoende transportcapaciteit moet aanhouden om transport
van gas naar afnemers aangesloten op Nederlandse gasnetten te allen tijde
te kunnen waarborgen. Deze verplichting, die een wettelijke grondslag vindt
in de artikelen 3, lid 2 en 3, lid 4, van de Gasrichtlijn (2003/55/EG), waarborgt
de leveringszekerheid van Nederlandse gasverbruikers.
Hessels