nr. 7
AMENDEMENT VAN HET LID HESSELS
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Na onderdeel A wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Aa
In artikel 12b wordt na het tweede lid een nieuw lid ingevoegd, luidende:
2a. In de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt in
ieder geval vastgelegd dat:
a. het transport van gas door het landelijk gastransportnet plaats
vindt op basis van een systematiek uitgaande van entry- en exitpunten, waarbij
de capaciteit op de entry- en exitpunten door afnemers en netgebruikers afzonderlijk
kan worden gecontracteerd;
b. de entry- en exitpunten door de netbeheerder van het landelijk
gastransportnet wordt vastgesteld op grond van objectieve, transparante en
niet-discriminerende voorwaarden en met inachtneming van de belangen van afnemers
en netgebruikers;
c. de vastgestelde entry- en exitpunten worden door de netbeheerder
van het landelijke gastransportnet op een voor afnemers en netgebruikers geschikte
wijze wordt gepubliceerd;
d. de capaciteit op een exitpunt bij voorrang kan worden gecontracteerd
door een afnemer die een aansluiting heeft die is gekoppeld aan het desbetreffende
exitpunt.
Toelichting
In de door de toezichthouder vastgestelde Richtlijnen gastransport voor
het jaar 2005 (artikel 5) is vastgelegd dat het transport van gas plaatsvindt
op basis van een zogeheten ontkoppeld entry-/exitsysteem. Dit systeem wordt
thans, omwille van de rechtszekerheid van netgebruikers, zijnde handelaren,
leveranciers en afnemers, uitdrukkelijk neergelegd in de Gaswet. Voor een
omschrijving van de termen entry- en exitpunten wordt verwezen naar artikel
1 van de Richtlijnen gastransport voor het jaar 2005. In de krachtens artikel
12b Gaswet vast te stellen voorwaarden moeten de criteria worden opgenomen
op basis waarvan door de landelijke gasnetbeheerder de entry-
en exitpunten dient vast te stellen. Tevens is bepaald dat een eindafnemer
bij voorrang de capaciteit op het exitpunt waarop hij is aangesloten kan contracteren.
Dit recht van afnemers is reeds opgenomen in artikel 5, lid 3, van de Richtlijnen
gastransport voor het jaar 2005. Met de toekenning van dit recht wordt voorkomen
dat de eindafnemer voor zijn gastoevoer geheel of gedeeltelijk afhankelijk
wordt van een derde die transportcapaciteit op het exitpunt van deze eindafnemer
heeft gecontracteerd. Het voorgestelde recht is een waarborg tegen «gijzeling»
van de afnemer door derden.
Hessels