nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Gaswet
te wijzigen in verband met de maatregelen die nodig zijn ter uitvoering van
de verordening (EG) nr. 1775/2005 van het Europees Parlement en de Raad van
28 september 2005 betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten
(PbEU L 289);
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Gaswet wordt gewijzigd als volgt:
A
In artikel 1, eerste lid, wordt, onder wijziging van de punt aan het slot
van onderdeel u door een puntkomma, een onderdeel ingevoegd, luidende:
v. verordening: de verordening (EG) nr. 1775/2005 van het Europees
Parlement en de Raad van de Europese Unie van 28 september 2005 betreffende
de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten (PbEU L 289).
B
Artikel 12f wordt gewijzigd als volgt:
1. Onder wijziging van de punt door een puntkomma aan het slot van
onderdeel g, wordt in het eerste lid een onderdeel ingevoegd, luidende:
h. de verordening.
2. In het derde lid wordt «met de regels bedoeld, in het eerste
lid, onderdeel g» vervangen door: met de regels bedoeld, in het eerste
lid, onderdelen g en h.
3. In het vierde lid wordt «met de regels, bedoeld in het eerste
lid, onderdeel g» vervangen door: met de regels, bedoeld in het eerste
lid, onderdelen g en h.
C
Artikel 12h wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid wordt «artikel 12f, eerste lid, onderdeel
g,» vervangen door: artikel 12f, eerste lid, onderdelen g en h,.
2. In het vijfde lid wordt «artikel 12f, eerste lid, onderdeel
g,» vervangen door: artikel 12f, eerste lid, onderdelen g en h,.
D
Artikel 15, eerste lid, aanhef, komt te luiden:
Onverminderd artikel 5, eerste lid, van de verordening, kan een netbeheerder,
onderscheidenlijk een LNG-bedrijf, of in voorkomend geval een verwant bedrijf,
weigeren het transport van gas, LNG-activiteiten of dat transport of die activiteiten
ondersteunende diensten te verrichten indien:.
E
Na artikel 16 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 16a
De bevoegde instantie, bedoeld in artikel 5, vierde lid, tweede volzin,
van de verordening, is de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit.
F
In de artikelen 34, eerste en derde lid, en 35 wordt telkens na «deze
wet» ingevoegd: of de verordening.
G
Na artikel 37 worden drie artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel 38
1. De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit is de bevoegde
instantie als bedoeld in artikel 6, vierde lid, van de verordening. Hij keurt,
overeenkomstig artikel 6, vierde lid, van de verordening de relevante punten
van het landelijk gastransportnet, goed.
2. De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit is de bevoegde
instantie die overeenkomstig artikel 6, vijfde lid, van de verordening beslist
op een verzoek van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet tot beperking
van de publicatie van de in dat artikel bedoelde informatie.
3. Indien de netbeheerder van het landelijk gastransportnet niet
in staat is de informatie te publiceren in overeenstemming met de verordening stelt hij na overleg met de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit
een actieplan vast voor de uitvoering.
Artikel 38a
De netbeheerder van het landelijk gastransportnet geeft de raad van bestuur
van de mededingingsautoriteit kennis van de overeenkomsten en procedures,
bedoeld in artikel 8 van de verordening.
Artikel 38b
Onze Minister en de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit verstrekken
de Commissie van de Europese Gemeenschappen desgevraagd overeenkomstig artikel
11 van de verordening alle voor de toepassing van artikel 9 van de verordening
noodzakelijke informatie.
H
In artikel 59, eerste lid, wordt na «80 tot en met 85a,» ingevoegd:
en van de verordening.
I
In artikel 60, tweede lid, wordt na «deze wet» ingevoegd:
en van de verordening.
J
In artikel 60ac, eerste lid, wordt na «artikel 55, tweede en derde
lid,» ingevoegd: en van de verordening.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Economische Zaken,